uta panel

Meld je aan voor het UTA-panel!

Meld je aan voor het UTA-panel!

Jouw mening en ideeën zijn belangrijk voor ons. Als UTA’er weet jij precies wat er speelt bij jouw werkgever en in jouw vakgebied. Daarom leggen wij eens per kwartaal een vragenlijst voor aan het UTA-panel, met onderwerpen die voor jou als UTA’er interessant en relevant zijn. Als panellid kun je meedoen aan onderzoeken en discussies en heb je dus invloed op de strategie van FNV|UTA.

Wat precies?

Het UTA-panel bestaat uit zowel FNV-leden als niet-leden en UTA’ers in verschillende levensfasen en functiegroepen. De vragen die aan het panel gesteld worden, kunnen gaan over arbeidsvoorwaarden, onze dienstverlening en communicatie uitingen, digitalisering en ontwikkelingen in de bouw, je loopbaan, inkomen en de werk- en privé balans. Je kunt je ook aanmelden voor het panel dat specifiek gericht is op vrouwen in de bouw.

Met behulp van jouw inzichten kunnen wij onze dienstverlening verbeteren. Daarnaast draag je bij aan de ontwikkeling van beleid en zorg je ervoor dat vooral dingen delen die voor jou als UTA’er interessant zijn. Kortom, met jouw inzichten kunnen wij onze strategie beter afstemmen op jouw wensen. Wil je ook lid worden van het UTA-panel? Meld je dan aan!

UTA Panel knop

Zo werkt het

Als je je hebt aangemeld voor het panel, ontvang je kort daarna een eerste enquête. In deze enquête vragen wij jou naar enkele gegevens en voorkeuren, zoals geslacht, leeftijd en functiegroep. Op deze manier kunnen wij jou vooral enquêtes toesturen die jij ook interessant vindt om in te vullen.

Daarna zullen wij jou vier keer per jaar uitnodigen om deel te nemen aan een onderzoek. De lengte van de vragenlijst zal per keer verschillen. We doen natuurlijk wel ons best om ze zo kort mogelijk te maken.

Je bent nergens toe verplicht. Als je het onderwerp niet interessant vindt, of als je geen tijd hebt, mag je natuurlijk besluiten om niet mee te werken aan het onderzoek. Je blijft dan gewoon onderdeel van het panel. We hopen dat je bij het volgende onderzoek wel weer van de partij bent.

FNV-lid en meer bijdragen?

Als FNV-lid kan je je ook aanmelden om onderdeel uit te maken van de kerngroep. Naast het leveren van input kan je op deze manier ook echt bijdragen aan de uitvoering van de strategie van FNV|UTA. Jij wordt ons aanspreekpunt bij campagnes en raakt meer betrokken bij bijvoorbeeld cao-onderhandelingen.

Als aanspreekpunt zullen wij jou bijvoorbeeld vragen om flyers uit te delen onder je collega’s. We zijn ook benieuwd naar jouw verhalen en ervaringen. Daarom kan het zo zijn dat we jou eens uitnodigen voor een interview.

Je denkt nu vast: “maar what’s in it for me?”. Als lid van de kerngroep bieden wij jou gratis trainingen. In deze trainingen leer je bijvoorbeeld hoe je jouw collega’s optimaal kunt ondersteunen en hoe jij ook leden kunt werven. Daarnaast kunnen we jou uitnodigen om aanwezig te zijn bij de cao-onderhandelingen. Zo zit je echt dicht op de belangrijke informatie!

Ben je overtuigd? Vul dan het onderstaande formulier in om lid te worden van het UTA-panel.

Aanmelden UTA-panel

Wil jij deel uitmaken van de kerngroep van het UTA-panel? Je wordt ons aanspreekpunt bij campagnes en raakt meer betrokken bij bijvoorbeeld cao-onderhandelingen. Zo zit je bovenop de laatste ontwikkelingen in je sector!

Je gegevens worden ruim een jaar opgeslagen om je vier keer per jaar een vragenlijst te sturen.

Pas als je akkoord gaat met deze voorwaarden kun je dit formulier verzenden.

Aanmelden UTA-panel

Wil jij deel uitmaken van de kerngroep van het UTA-panel? Je wordt ons aanspreekpunt bij campagnes en raakt meer betrokken bij bijvoorbeeld cao-onderhandelingen. Zo zit je bovenop de laatste ontwikkelingen in je sector!

Je gegevens worden ruim een jaar opgeslagen om je vier keer per jaar een vragenlijst te sturen.

Pas als je akkoord gaat met deze voorwaarden kun je dit formulier verzenden.


Week van de werkstress

Van 14 tot en met 18 november is het de Week van de Werkstress. Werkstress resulteert in slapeloosheid, burn-out, een te hoge bloeddruk en hartklachten. 1 op de 3 werknemers meldt zich ziek door werkdruk-/werkstressgerelateerde klachten. Dat maakt werkstress beroepsziekte nummer 1.

1,3 miljoen mensen in Nederland hebben last van burn-outklachten. Dit is 17 procent van alle Nederlanders! Uit onderzoek van TNO blijkt dat 42 procent van alle werknemers vindt dat er maatregelen nodig zijn tegen werkstress. Bekijk hier de Factsheet Werkstress van TNO.

Doe de test

Te hoge werkdruk is vaak een kwestie van structureel te veel werk en te weinig tijd. Maar er zijn veel meer factoren die bij kunnen dragen aan werkdruk en werkstress. Structureel te hoge werkdruk leidt tot fysieke en mentale problemen. Het is belangrijk om alert te zijn op de symptomen, en om hulp te vragen wanneer je dit nodig hebt! FNV heeft de Sneltest Werkdruk ontwikkeld, waarmee je inzicht krijgt in jouw werksituatie, en geeft wanneer nodig een persoonlijk advies.

Wat te doen?

Heb jij structureel last van werkdruk en/of werkstress? Dit zijn enkele voorbeelden van wat jij en je werkgever zouden kunnen doen:

  • Ga in gesprek met je werkgever
    Wanneer je een hoge werkdruk ervaart is het van belang om hierover op tijd in gesprek te gaan. Maar een afspraak met je werkgever en bedenk van te voren wat je met het gesprek wilt bereiken. Je werkgever is bij wet verplicht om problemen met werkdruk op te lossen, en wil dat waarschijnlijk ook graag! Als jij je werk niet af krijgt of ziek wordt, heeft je werkgever namelijk ook een probleem. Daarom is het raadzaam om samen een oplossing te bedenken die voor jullie allebei, maar met name voor jou, werkt. Het gaat immers om jouw gezondheid.
  • Pak samen met je collega's de werkdruk aan
    Samen sta je sterker. Vraag aan je collega's of zij ook een te hoge werkdruk ervaren,
  • Zorg voor genoeg pauze en beweging
    Doe je zitten werk, zorg dan ook voor voldoende 'beweegpauzes'. Ga bij een telefoontje bijvoorbeeld een stukje lopen. Of maak een wandeling tijdens je lunchpauze. De fysieke en mentale effecten van werkstress verminderen door beweging. Het belangrijkste is om tijdens je pauze je werk even helemaal los te laten. Dit kan door over niet-werkgerelateerde dingen te praten met je collega's, door even een rondje te lopen, of iets voor jezelf te doen. Zo reset je je hersenen en kun je na je pauze weer aan de slag.

Werk-privébalans

Of je nog steeds vanuit huis werkt of niet, sinds corona is de werkdruk in de bouwsector een heel stuk hoger geworden. Dit komt misschien door reorganisaties, dat je minder collega's hebt om dezelfde hoeveelheid werk te doen, of omdat je woonkamer nu ook je werkruimte is. Het kan daarom moeilijk zijn om je werk los te laten, ook als je werktijd voorbij is. Hieronder vind je wat tips om werk en privé beter gescheiden te houden:

  • Vergeet niet om te stoppen met werken. Dat lijkt een open deur, maar op je werk zijn vertrekkende collega’s een mentaal signaal dat het tijd is om naar huis te gaan. Werk je thuis, zet dan bijvoorbeeld een wekker zodat je precies weet wanneer het tijd is om te stoppen.
  • Houd je werktijden in de gaten, en kom voor jezelf op als je te vaak, te lang moet doorwerken.
  • Ga na je werkdag even naar buiten, of doe iets waardoor je ontspant. Zo sluit je mentaal de werkdag af.
  • Eet in een andere ruimte dan waar je werkt. Zo voorkom je dat je in je vrije tijd met je werk bezig bent als je zit te eten.

bouwvrijstelling stikstof

Grote gevolgen voor bouwsector na opheffing bouwvrijstelling

De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 2 november geconcludeerd dat de bouwvrijstelling voor stikstofdepositie niet voldoet aan het Europese natuurbeschermingsrecht. De vrijstelling mag daarom niet langer gebruikt worden voor bouwprojecten.

De Wet natuurbescherming bevatte sinds 1 juli 2021 de bouwvrijstelling. De bouw was hierdoor uitgezonderd van de stikstofregels. In de praktijk betekende dit dat bij de vergunningverlening van een project geen rekening hoefde te worden gehouden met de stikstofuitstoot van bepaalde bouwactiviteiten. Volgens de wetgever zou het complete pakket aan maatregelen ervoor zorgen dat de natuur dusdanig verbeterde, dat de stikstofgevolgen van bouwactiviteiten zouden wegvallen. De effecten van tijdelijke stikstofuitstoot op de natuur waren daardoor niet van belang, zolang een gebouw na de bouw geen stikstof meer uitstootte.

Streep door de bouwvrijstelling

De bouwsector heeft hier een jaar lang gebruik van kunnen maken, maar de Raad van State heeft op 2 november geconcludeerd dat de bouwvrijstelling niet voldoet aan het Europese natuurbeschermingsrecht. Er mag namelijk alleen toestemming voor een project worden gegeven als zeker is dat de individuele beschermde natuurgebieden geen schade oplopen. Hierin volgt de Raad van State eerdere rechtspraak van het Europese Hof van Justitie. De stikstof die bij bouwprojecten vrijkomt, kan daarom niet langer buiten beschouwing gelaten worden.

Gevolgen

Dit betekent echter niet dat er sprake is van een algehele bouwstop.  Er moet nu weer vooraf bekeken worden hoeveel stikstof bij elk bouwproject vrijkomt en wat daarvan de gevolgen zijn. Voor de bouwsector betekent dat nieuwe bouwprojecten veel vertraging zullen oplopen. Dergelijke berekeningen maken kost veel tijd en er is een tekort aan deskundigen die dit soort rapportages kunnen opstellen.

De uitspraak van het college heeft geen gevolgen voor projecten waarvoor al een definitieve vergunning is verleend. Voor vergunningen waartegen nog bewaar kan worden gemaakt, kan de uitspraak wel nadelig uitpakken. Voor nieuwe vergunningaanvragen geldt dat door berekeningen moet worden aangetoond dat de uitstoot binnen de regels valt. Ook kan er nog steeds toestemming worden gegeven voor projecten van groot openbaar belang als er geen andere alternatieven zijn en de natuurschade gecompenseerd wordt.

Werken aan oplossingen

“De gevolgen voor de bouw zijn verstrekkend’, aldus Bouwend Nederland voorzitter Maxime Verhagen tegen BouwTotaal. “Het kabinet zal als de bliksem piekbelasters moeten uitkopen om zo stikstofruimte vrij te maken voor natuur, bouw en nieuwe economische ontwikkelingen. Het kabinet kan het zichzelf niet veroorloven op de handen te blijven zitten. Actie is nu nodig. Dit duurt al drieënhalf jaar. Dat is onacceptabel. Om grote vertragingen te voorkomen zullen er naast de versnelde uitkoop van piekbelasters, meer experts moeten komen die stikstofberekeningen kunnen maken. Ook zal emissieloos bouwen topprioriteit moeten worden.” Ook de AFNL en NOA delen deze mening: ‘Wij roepen het kabinet op mee te investeren met de bouw, afbouw en infrasector om emissieloos bouwen in sneller tempo te kunnen realiseren. Er wordt al veel gedaan door de sector zelf om emissieloos te kunnen bouwen, maar extra investeringen zullen hard nodig zijn om ook dit proces te kunnen versnellen.”

 


Tessa Meij: ‘Prefab heeft negatief imago’

De bouw heeft Tessa Meij altijd getrokken, omdat het een mooie combinatie van het inzetten van creativiteit en de technische mogelijkheden. "Overal om ons heen is het belang van de bouw te zien. Het is mooi om te mogen bijdragen aan deze gebouwde omgeving." FNV|UTA interviewde Tessa over de belangrijkste bevindingen uit haar afstudeeronderzoek.

Tessa Meij is afgestudeerd aan de Technische Universiteit Delft. Haar afstudeeronderzoek tijdens haar opleiding Management in the Built Environment ging over de mogelijkheden die industrialisatie van de woningmarkt biedt. Over dit onderwerp heeft ze veel kennis opgedaan tijdens haar periode bij Heijmans. De hoofdvraag van het onderzoek was: "Welke aanpassingen zijn nodig in het proces om de productie van industriële woningen op te schalen in Nederland?"

Onderzoek

Tessa meij
Tessa Meij

Tessa: "Na overleg met mijn begeleider prof. Peter Boelhouwer ben ik tot het onderwerp industrieel bouwen gekomen; een relevant onderwerp met de huidige forse bouwopgave. Tijdens mijn onderzoek heb ik verschillende partijen geïnterviewd en ben ik begeleid vanuit Heijmans. Ik heb voor Heijmans gekozen omdat zij één van de partijen zijn die stappen aan het zetten zijn rondom industrialisatie van de woningbouw. Maar ook andere partijen hebben bijgedragen aan mijn onderzoek." In haar scriptie wijst Tessa op het belang van kennisdeling in de sector en op de noodzaak van een cultuurverandering binnen de bouw. Dit jaar won Tessa een prijs die het Ministerie van BZK sinds 2017 uitreikt voor de meest originele en beleidsrelevante wetenschappelijke masterscriptie op het terrein van de woning- en vastgoedmarkt.

Negatief imago

Eén van de dingen die Tessa opviel voorafgaand aan haar onderzoek is dat er in Nederland een negatief imago heerst over prefab bouwen. De gedachte is namelijk al snel dat dit samengaat met grootschalige nieuwbouw met maar weinig variatie in architectuur. Daarbij heerst het beeld van de Vinex-wijken in Nederland. Dat is volgens Tessa niet terecht: "Er bestaat veel verwarring bestaat over de term industrieel bouwen. Velen denken dat we al industrieel bouwen door het gebruik van prefab materialen. Echter is Prefab al zeker 50 jaar de standaard, en gaat industrialisatie veel verder. Het off-site produceren van losse onderdelen is niet de enige innovatie die we nodig hebben voor industriële woningbouw. Industrieel bouwen gaat over de industrialisatie van het product en het proces. Dit betekent een fabrieksmatige aanpak (herhalen, automatiseren, robotiseren, voorwaardelijke omstandigheden) en innovatie in het product (gestandaardiseerde variatie, digitalisering)."

Visualisatie 'Verbandontwikkeling Industrieel Bouwen' uit het onderzoek van Tessa Meij.

"Om dit productieproces in gang te zetten, moeten bouwers investeren in de realisatie van een fabriek. Dit betekent een hoge eenmalige investering, die daarom alleen is weggelegd voor de grotere organisaties en pas rendabel wordt vanaf een minimale productie. De omvang van deze investering zorgt voor aarzeling bij bedrijven, want ze moeten toekomst zien in de markt om deze stap te durven maken. Een aantal bouwers hebben al een industrieel product ontwikkeld, maar zij lopen tegen het probleem dat het productieproces nog niet klaar is voor opschaling. In dit proces zijn nog verschillende andere actoren betrokken, zoals woningbouwcoöperaties, investeerders en publieke partijen. Tussen deze verschillende partijen is momenteel nog gebrek aan structurele samenwerking met verschillende belemmeringen om optimaal gebruik te maken van het productieproces." Aldus Tessa.

Versnippering

De bouw is erg versnipperd en er werken veel partijen, die allemaal gewend zijn op hun eigen manier te werken. Tessa: "Als je kijkt naar de informatiesystemen die worden gebruikt dan kun je vaststellen dat veel bedrijven hun eigen systemen hebben. Kennisdelen en samenwerken is dan lastig, want deze systemen communiceren niet altijd even makkelijk met elkaar. Misschien nog belangrijker dan dit technische deel is dat er in de bouwsector geen cultuur bestaat van kennisdelen en gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor projecten."

In de bouw lopen de grote bedrijven voorop en is het voor kleinere bedrijven lastig om investeringen te doen die noodzakelijk zijn. "Ik kan me voorstellen dat grote bouwfabrieken, waarvan er nu enkele in aanbouw zijn, uiteindelijk producten gaan maken voor andere bouwbedrijven die niet over deze mogelijkheden beschikken," zegt Tessa. "Voorwaarde voor een goed functionerende fabriek is dat er voldoende vraag is naar huizen en dat de industriële productie van huizen op gang komt. Duidelijk is dat de overheid en corporaties hierbij een belangrijke rol spelen als opdrachtgever."

Betrokkenheid medewerkers

Volgens Tessa zijn medewerkers door de verschillende lagen nog te weinig betrokken bij de ontwikkelingen rondom industrieel bouwen. "Industrieel bouwen heeft impact op werkzaamheden van medewerkers, alle partijen zullen een nieuwe rol aannemen in het proces. Voor medewerkers van de bouwbedrijven kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het werken in een ploegdienst in de fabriek. Om een fabriek rendabel te laten draaien ligt een 24/7 productie voor de hand, echter in de bouw wordt normaliter niet met een ploegendienst gewerkt. Het bouwen in de fabriek heeft als voordeel dat werkzaamheden minder zwaar en veiliger zijn. Je kunt je wel afvragen wat het effect hiervan is op de kwaliteit van het werk. Zal dit werk nog wel uitdagend genoeg zijn voor medewerkers?"

Onderdeel van de industrialisatie van de bouw is de rol van digitalisering, die steeds belangrijker zal worden. Dit betekent dat data een steeds grotere rol gaat spelen in het bouwproces. Op basis van data wordt het mogelijk om de voorkeuren van klanten inzichtelijk te krijgen en op basis daarvan meer maatwerk te leveren. Deze veranderingen zullen volgens Tessa ook op de bouwplaats te zien zijn: "Over 10 jaar zal het werken op de industriële bouwplaats er heel anders uitzien dan op de huidige traditionele bouwplaats is mijn verwachting. Niet alleen in de manier van bouwen van traditioneel naar industrieel, maar ook het kunnen werken met digitale apparatuur.  Het is van belang om medewerkers mee te krijgen in deze slag naar digitalisering."

Toekomst

Industrialisatie zal in de aankomende jaren een steeds groetere rol gaan spelen in de bouw. De vraag naar woningen is de komende jaren groot en industrieel bouwen is één van de manieren waarmee er een die toekomstige vraag voldaan kan worden is de stellige opvatting van Tessa. "Dat vraagt om een forse investeringsslag in het industrieel bouwen, veel meer ketensamenwerking en het meenemen en investeren in de kennis van medewerkers bij deze ontwikkeling."

En de toekomst van Tessa? Na haar afstuderen is zij bij Heijmans Vastgoed aan de slag gegaan. Zij wil de komende jaren vooral inzicht krijgen in het verloop van het gehele bouwproces. Wie werkt er op welk moment in het proces en hoe verloopt de samenwerking? Over enige tijd heeft zij een eigen bouwproject waardoor ze aan den lijve kan ondervinden wat er nodig is om het bouwproces goed te laten verlopen.

Je kunt de scriptie van Tessa hier downloaden.


Kwaliteit van werk

Kwaliteit van werk maakt werkgever aantrekkelijk

Werknemers eisen in toenemende mate dat werk hen uitdaagt en waarin ze zich kunnen blijven ontwikkelen. Ze verwachten van een werkgever dat hij dit alles faciliteert. Als dat niet het geval is, dan lopen werknemers weg.

Frank Pot (emeritus hoogleraar) stelt dat kwaliteit van werk in Nederland veel beter kan dan nu het geval is. Werk dat bestaat uit slechts korte handelingen, waarbij de werknemer geen eigen besluitruimte heeft en overleg met collega’s beperkt is, voldoet niet aan onze normen over kwalitatief goed werk.

Frank Pot laat zien dat kwalitatief goed werk werknemers motiveert om te blijven bij een werkgever. En dat is in tijden van grote krapte op de arbeidsmarkt veel waard. In een interview met het blad Solar Magazine licht hij zijn opvatting helder toe.

Het hele artikel is hier te lezen.