winterblues

Heb ik de winterblues of een winterdepressie?

Omdat het minder lang licht is en het daglicht ook zwakker is dan in een ander seizoen, kun je je deze winter somber en neerslachtig voelen. Veel mensen hebben last van een winterdip of de zogenoemde ‘winterblues’. Daarnaast krijgen 3 op de 100 mensen in Nederland dit seizoen te maken met een winterdepressie. En die is nét even erger.

Op het eerste gezicht lijken een winterdip en een winterdepressie op elkaar. Ze komen beide veel vaker voor als de dagen korter worden, zijn allebei hartstikke vervelend, en hebben beide een negatieve invloed op de gemoedstoestand. Maar vergis je niet, het zijn toch twee totaal verschillende dingen. En de een heeft meer aandacht nodig dan de ander. Dit zijn de belangrijkste kenmerken:

Winterdip:

  • Een neveneffect van je lichaam, omdat het zich moet aanpassen op de donkere dagen dit seizoen,
  • Je bent prikkelbaar,
  • Gaat na een week of twee weer over, wanneer je lichaam helemaal is aangepast aan het nieuwe ritme dit seizoen,
  • Heeft geen behandeling nodig.

Winterdepressie:

  • Is een psychische aandoening,
  • Gaat meestal niet over zonder behandeling,
  • Duurt het hele herfst- en winterseizoen,
  • Heeft ergere symptomen; je kunt niet meer functioneren, je bent extreem prikkelbaar, en je hebt helemaal nergens meer zin in,
  • Zorgt voor een permanente negatieve stemming.

Praat erover

Dit is misschien wel de belangrijkste tip die we je kunnen geven. Lucht je hart, het kan wonderen doen. Blijf er niet zelf mee zitten, maar praat over de winterblues of -depressie met je partner, vriend, of collega. Misschien ervaren zij wel hetzelfde en ben je niet de enige die het op het moment wat moeilijker heeft. En blijf je je neerslachtig en somber voelen, aarzel dan vooral niet en bespreek de klachten met je huisarts.

Als je door de depressie (bang bent dat je binnenkort) niet in staat bent om je werk uit te kunnen voeren, kun je contact opnemen met de bedrijfsarts. Dit contact is vertrouwelijk. De bedrijfsarts kan je persoonlijk advies geven met betrekking tot jouw situatie.

Lees hier alles over de kenmerken van een winterdepressie en wat je er tegen kunt doen. 

 

Tips tegen de winterblues

Is het geen winterdepressie maar kun je wel een opkikker gebruiken deze winter? Nu de kans op sneeuw en daarmee sneeuwpret alsmaar afneemt, kun je hier nog wat tips vinden om de winterdip van je af te schudden, of nog beter; het te voorkomen!

  1. Neem tijd voor jezelf
    Door de winterdip kun je je sneller futloos en vermoeid voelen. Negeer deze signalen vooral niet, en gun jezelf wat tijd om je energie weer aan te vullen. Wat geeft jou energie? Zoek een rustige activiteit die je mentale gesteldheid een boost geeft. Bijvoorbeeld een warm bad, een massage, of gewoon lekker op de bank zitten met een film of boek en kop warme chocolademelk.
  2. Ga op tijd naar bed
    In deze periode is het belangrijk om je slaapritme goed in de gaten te houden. Als je van jezelf al weet dat je gevoelig bent voor de winterdip, zorg dan dat je voor 11 uur ’s avonds in je bed ligt, en ook op een regelmatig tijdstip weer opstaat. Het is soms een uitdaging, maar acht uur slaap per dag is altijd belangrijk, dus ook nu.
  3. De deur uit
    Bah, guur, koud, nat.. Toch is het goed om naar buiten te gaan en je dagelijkse portie daglicht te krijgen. In deze tijd van het jaar gaan veel mensen in het donker richting hun werk, en komen ook pas weer thuis als het donker is. Probeer overdag een rondje te lopen buiten en een frisse neus te halen.
  4. Beweeg
    Eerder plaatsen we een artikel over dat we teveel zitten en dat daar gezondheidsrisico’s aanzitten. Te weinig bewegen kan er ook voor zorgen dat je een winterdip krijgt. Van een half uurtje bewegen per dag krijg je al een aardige dosis endorfine en serotonine; twee stofjes die ervoor zorgen dat je je beter in je vel voelt.
  5. Haal groen in huis
    Onderschat de kamerplant vooral niet. Al die kale bomen buiten kunnen onbewust je humeur beïnvloeden. Mensen reageren van nature goed op de natuur. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt bovendien dat planten in huis je stressniveau naar beneden brengen. Sterker nog, zelfs een plaatje van een plant heeft al effect.
  6. Mooie vooruitzichten
    Er is echt geen beter moment om je zomerplannen te maken. Door alle voorpret en te dagdromen over de zomer, komt de lente een stuk sneller dichterbij.

Wet kwaliteitsborging

Bereid je voor op de Wet Kwaliteitsborging

Laatste update: 3 april 2023.

Op 14 maart 2023 heeft de Eerste Kamer besloten dat de nieuwe Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen per 1 januari 2024 definitief in werking treden. Doordat de wet een aantal keer is uitgesteld zal het dus nog even duren voor je er mee te maken krijgt. Toch is het belangrijk om je voor te bereiden op de nieuwe wet.

De Wkb wordt ingevoerd met als doel verbetering van de bouwkwaliteit en het bouwtoezicht. Het is hierbij ook de bedoeling dat de positie van de consument wordt verbeterd. De Wkb zal per 1 januari 2024 in fases worden ingevoerd. De wet zal eerst van toepassing zijn op bouwprojecten die vallen in de categorie van gevolgklasse 1, dit zijn de laag risico gebouwen. Op een later moment zal worden gekeken of en wanneer de wet voor complexere gebouwen gaat gelden.

Meer verantwoordelijkheid voor de aannemer

De Wkb zal een aantal belangrijke dingen veranderen bij de bouw. De aannemer is bij het aangaan of het uitvoeren van de overeenkomst verplicht de opdrachtgever te waarschuwen voor onjuistheden in de opdracht voor zover hij deze kende of redelijkerwijs behoorde te kennen. Naast de waarschuwingsplicht zal de aannemer ook verplicht een opleverdossier moeten opbouwen. Dit opleverdossier moet tekeningen, berekeningen, en onderhoudsvoorschriften bevatten.

De Wkb roept ook een nieuw figuur in het leven: de private kwaliteitsborger. Voorheen had de gemeente een grote rol bij de bouw. De rol van de gemeente wordt bij de nieuwe Wkb overgenomen door de kwaliteitsborger. De taak van deze onafhankelijke kwaliteitsborger is om te kijken of het bouwplan aan alle regels voldoet. Het huidige stelsel is zo ingericht dat de goedkeuring voor een bouwplan vooraf geschiedt. Straks moet de aannemer niet alleen vooraf, maar ook tijdens de bouw aantonen dat het bouwwerk aan alle eisen voldoet. Hierdoor neemt de verantwoordelijkheid en risicoaansprakelijkheid van de aannemer toe.

Proefprojecten

Het is straks dus belangrijk dat je tijdens de bouw dingen vastlegt en deze dingen ook op tijd vastlegt. Omdat het een nieuwe manier van werken is, is het belangrijk dat iedereen de tijd neemt om hiermee te oefenen. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft in samenwerking met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) proefprojecten opgezet. Iedereen die wil bouwen onder gevolgklasse 1, kan zich aanmelden. Bij proefprojecten worden alle partijen betrokken alsof de Wkb al in werking is getreden. Dit is dé ideale mogelijkheid om alvast te gaan oefenen met de nieuwe regels die per 1 januari ingaan. Wil je een proefproject starten, dan is het belangrijk om tijdig dit met de gemeente te bespreken, het liefst voor het indienen van de aanvraag voor een omgevingsvergunning. Wanneer de gemeente de aanvraag goedkeurt, start het proefproject en zal de gemeente dit ook melden aan de VNG.
Om alvast te kunnen oefenen met de nieuw Wkb hoef je natuurlijk geen proefproject te starten, dit kun je ook zelf. Als je nu al begint met het vastleggen van je projecten volgens de nieuwe Wkb-norm, dan ben je gewend aan deze manier van werken wanneer de wet echt ingaat!


Continu verbeteren

Kan continu verbeteren werkdruk voorkomen?

In Nederland groeit het percentage ziekteverzuim door psychische aandoeningen, zoals een burn-out en overspanning. Tijdens de Volandis Deskundigendag vertelde Mirjam Bouten van iValue Improvement over haar onderzoek naar werkdruk, en hoe continu verbeteren hier invloed op kan hebben.

Continu verbeteren geeft medewerkers de tools die ze nodig hebben om problemen op te lossen waar ze in hun werk tegenaan lopen. Denk bijvoorbeeld aan de implementatie van oplossingen als zelfsturing, de verdeling van werk, en een geordende werkplek. Het doel van het onderzoek van Mirjam Bouten, uitgevoerd voor Hogeschool Avans, was om te onderzoeken of er een relatie is tussen implementatie van verschillende continu verbeter-tools, en werkdruk.

Burn-out

Om een burn-out te voorkomen is de beste oplossing het delen van werk, zo blijkt uit het onderzoek. Door de werkzaamheden en daarmee ook de verantwoordelijkheid te verdelen over meer dan één persoon, worden mensen ontlast. Het lijkt een open deur, maar nog niet eerder is deze conclusie door middel van wetenschappelijk onderzoek bewezen.

Verrassender is het resultaat waaruit blijkt dat het maken van veel overuren maar weinig invloed heeft op de werkstress die medewerkers ervaren. Echter, het maken van overuren heeft wel degelijk te maken met het krijgen van een burn-out.

Positieve invloed

Het antwoord op de vraag ‘Kan continu verbeteren werkdruk voorkomen?’ is: ja. Volgens de voorlopige resultaten van het onderzoek van Mirjam Bouten valt het grote goed te halen bij het onderdeel ‘respect voor de mens’. Opleiding en begeleiding hebben een enorm positieve invloed op de mentale gesteldheid van medewerkers. Uit de gegevens blijkt dat in vrijwel iedere sector minder werkdruk wordt ervaren, wanneer er voldoende begeleiding mogelijk is tijdens de werkzaamheden. Ook zelfsturing heeft een positief effect.

Andere continu verbeter-elementen waarvan blijkt dat ze werkdruk verminderen zijn:

  • Duidelijke visuele en haalbare doelen,
  • De mogelijkheid om mee te denken.

Er zijn ook verbeter-methodieken die volgens het onderzoek geen of nauwelijks aantoonbare correlatie hebben met werkdruk. Zo heeft de overlegfrequentie niets te maken met de hoeveelheid werkdruk die iemand vaart. Ook heeft een geordende werkplek (dus geen visuele stress) geen invloed op de hoeveel werkdruk die iemand ervaart.

Het onderzoek loopt nog, om definitieve conclusies te kunnen trekken. Er wordt al gekeken naar een vervolgonderzoek, waarin mogelijk branches met elkaar worden vergeleken.


Artikel Langdurig Zitten

Sta hier eens bij stil: we zitten te veel

Uit onderzoek van TNO blijkt dat 57 procent van de UTA’ers teveel zit. Langdurig zitten brengt gezondheidsrisico’s met zich mee. Zo heb je een grotere kans op vroegtijdig overlijden, en meer kans op hart- en vaatziekten. Tijd om te bewegen!

“Draai een keer in het rond, stamp met je voeten op de grond, zwaai je armen in de lucht, en ga nu zitten met een zucht”. Waarschijnlijk zit jij nu met dit kinderliedje in je hoofd. En in plaats van dit lied de rest van de dag te zingen, is het misschien verstandig om het dansje erbij te gaan doen. 57 procent van het UTA-personeel zit namelijk te veel, zo vertelde Lidewij Renaud van TNO tijdens de Volandis Deskundigendag afgelopen 17 november. Geen verkeerd idee dus om wat vaker te bewegen, want er zitten enkele gezondheidsrisico’s aan langdurig zitten.

Hoelang is te lang?

In 2021 hebben Nederlandse volwassenen van 18 t/m 64 jaar gemiddeld 9,6 uur van de dag zittend doorgebracht, aldus TNO. Men zit in het weekend minder lang dan doordeweeks. In het weekend is dit namelijk 8,4 uur en doordeweeks 10,1 uur. Meer dan de helft van het zitten vindt plaats tijdens het werk. Het gaat hier om gemiddeld 4,6 uur per dag. In de vrije tijd zit men ongeveer 3,2 uur. De overige tijd (1 uur) zitten we in de auto voor het woon-werkverkeer. In 2015 en 2017 waren Nederlanders ‘Europees kampioen zitten’. Het gaat echt om zitten, dus activiteiten met een laag energiegebruik in zittende of (half)liggende houding, maar niet slapend.

In Nederland geldt de algemene beweegrichtlijn om minimaal 150 minuten per week matig-intensief te bewegen. Je kunt hierbij denken aan wandelen en fietsen. Daarnaast wordt ook geadviseerd om minstens twee keer per week spier- en botversterkende activiteiten te doen.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) adviseert om zitten te vervangen door fysieke activiteit. Het maakt hierbij niet uit hoe intensief je beweegt, omdat iedere activiteit beter is dan zitten. Voor mensen met een zittend beroep is het goed om regelmatig, bij voorkeur elk halfuur, het zitten te onderbreken met staan of lopen.

Gezondheidsrisico’s

Langdurig zitten hangt samen met een risico op vroegtijdig overleiden, aldus de Gezondheidsraad. Meer dan acht uur zitten per dag kan leiden tot 27 procent meer kans op vroegtijdig overlijden dan als men minder dan vier uur zit. Daarnaast heb je door langdurig te zitten een hoger risico op hart- en vaatziekten. De kans op hart- en vaatziekten is namelijk 74 procent hoger voor mensen die meer dan 8 uur zitten per dag en weinig bewegen, in vergelijking met mensen die minder dan vier uur per dag zitten en erg veel bewegen. Daarnaast zou langdurig zitten ook de kans op diabetes type II, depressieve klachten en sommige vormen van kanker verhogen. Wanneer het zitten met beeldschermwerk wordt gecombineerd, is er ook sprake van een verhoogde kans op klachten aan armen, nek en schouders.

Kom in beweging

Je kunt meer bewegen een onderdeel van je werkdag te maken door elk halfuur even op te staan en door je huis, werkruimte of buiten te lopen. Leg de lat niet te hoog voor jezelf, door meteen aan de beweegnorm te voldoen. Begin met kleine stapjes en kijk naar wat jij leuk vindt om te doen. Het gebruik van een stappenteller kan al een leuke motivator zijn om meer stappen op een dag te zetten. Of ga eens een rondje wandelen in je pauze, of pak wat vaker de fiets of trap. Je kan er ook voor kiezen om de meest favoriete collega te worden door steeds koffie voor anderen te gaan halen.

Ga vooral ook eens in gesprek met je leidinggevende. Je kan bijvoorbeeld vragen om hulpmiddelen, zoals een zit-stabureau of een beweegschema. Uiteindelijk heeft je werkgever er baat bij dat het personeel meer beweegt. Goed voorbeeld doet volgen.

Het moet organisatorisch wel mogelijk zijn om het zitten te onderbreken. Geef niet meteen op als het niet mogelijk is om te gaan staan, maar kijk wat er mogelijk is binnen jouw werk. Zwaai bijvoorbeeld een paar keer met je armen, of haal je schouders een aantal keer op. Heb je alle ruimte? Draai dan een keer in het rond, en doe een dansje. Niet alleen goed voor je gezondheid, maar ook nog eens voor je concentratie en stemming.


Samenvatting Webinars UTA-knelpuntenonderzoek

Afgelopen donderdag 24 november en 1 december vonden de webinars rondom UTA-knelpunten plaats. We spraken met de deelnemende UTA’ers over onder andere overuren, vierdaagse werkweek, waardering, en werkdruk.

De nieuwe cao Bouw&Infra gaat in januari 2023 in. In deze cao is afgesproken dat de knelpunten onder UTA-medewerkers onderzocht worden. Dit onderzoek gaat in januari van start. Tijdens de webinars hebben wij informatie over verschillende onderwerpen opgehaald. Deze input gebruiken wij om de juiste vragen aan je te stellen tijdens het onderzoek.

In deze samenvatting lees je over welke knelpunten we het met jullie hebben gehad en hoe mede UTA’ers denken over deze onderwerpen.

Werkdruk

Het moge inmiddels iedereen duidelijk zijn dat de werkdruk hoog ligt onder de UTA-medewerkers. Tijdsdruk door te krappe planningen en een te kort aan gekwalificeerd personeel zijn de voornaamste redenen die genoemd worden. Daarnaast heerst er een groot verantwoordelijkheidsgevoel, waardoor het werk nooit af is, en je nooit echt vrij bent. Werkdruk is hoogstwaarschijnlijk het grootste probleempunt bij UTA.

Vierdaagse werkweek

Wij vroegen de deelnemers of zij een vierdaagse werkweek zou willen. Het overgrote deel wil dit wel, maar heeft zo zijn bedenkingen. Een vierdaagse werkweek moet dan ook daadwerkelijk betekenen dat er maar vier dagen gewerkte wordt, en niet dat er vijf dagen in vier gepropt worden. Om dit te bewerkstelligen zijn er meer handjes nodig.

Vakantie en vrije dagen

Een groot deel van de vakantiedagen wordt collectief vastgesteld. Dit gebeurt in de zomer, maar ook in de kerstperiode. De voorkeur is om meer flexibel met de vakantiedagen om te kunnen gaan. De  UTA’ers die we spraken ervaren de dagen voor een vakantie veel stress om alle werkzaamheden af te krijgen. De vakanties zijn ook echt nodig om het werk even helemaal los te kunnen laten.

Zwaarwerkregeling

Het werk van een UTA’er is fysiek, maar ook vooral mentaal erg zwaar. Over het algemeen is de verwachting dat UTA’er niet fit de AOW-leeftijd zal kunnen bereiken. Dit kan natuurlijk niet. Wij vroegen de deelnemers naar mogelijke oplossingen hiervoor. Een terechte vraag vanuit de webinar over dit onderwerp was of uitvoeders en technische beroepen niet onder de bouwregeling zouden moeten vallen. Andere ideeën zijn om het aantal dienstjaren binnen de bouw te laten tellen.

Thuiswerken

Zoveel mensen, zoveel meningen. De deelnemers aan dit webinar waren erg verdeeld. Er zijn werkgevers waar men veel werkzaamheden vanuit huis kan doen. De werkgever betaalt hiervoor een vergoeding en/of zorgt voor een geschikte thuiswerkplek. Door enkelen wordt thuiswerken als een ‘extraatje’ gezien, een bijkomend voordeel. Over het algemeen vinden de deelnemers dat thuiswerken niet goed is voor de saamhorigheid binnen het bedrijf. Ook wordt er gezegd dat de werkdruk door het thuiswerken nóg meer zal toenemen, doordat de scheiding tussen werk en privé komt te vervallen.

Werk- en overuren

Over het algemeen hebben alle deelnemers veertig contracturen in de week. Opvallend was dat de UTA’er die we spraken tot wel 10 overuren per week maken. Volgens de cao Bouw & Infra is het niet toegestaan om de UTA-medewerker structureel te laten overwerken. Op de vraag wat er gebeurt met de overuren wordt verschillend gereageerd. Soms krijgen UTA’ers tijd voor tijd, maar dan moeten ze wel zelf de uren registreren. Bij anderen wordt een verzoek tot uitbetaling alleen gehonoreerd als er vooraf is aangegeven dat er overuren gemaakt gaan worden.

Wat is er nodig om niet structureel over te moeten werken? Wij stelden de vraag wat er nodig is om niet structureel over te werken. Iedereen was het ermee eens dat er meer personeel moet komen, maar we waren ook op zoek naar andere oplossingen, zoals het werk aantrekkelijker maken voor jongeren, en het werk op te splitsen en te verdelen over meerdere collega’s waardoor ook de werkdruk verveeld wordt.

Waardering

Het blijkt dat de ene UTA’er zich meer gewaardeerd voelt door de werkgever dan de ander. Degenen die zich niet gewaardeerd voelen, hebben niet het idee dat er ruimte is voor complimenten. Er is een hoop stress binnen het bedrijf door het personeelstekort, waardoor waardering niet uitgesproken wordt. Het gaat alleen over het werk en er is weinig aandacht voor de persoon.
Er waren ook UTA’ers die zich wel gewaardeerd voelen. Vrijheid, het niet maken van overuren, en betaalde lunches met alle collega’s op vrijdag zijn factoren die aan dit gevoel bijdragen. Hieruit blijkt het uiten waardering niet per se ligt in salaris, maar in persoonlijke aandacht en autonomie.

Hoe nu verder?

We gaan alle informatie bundelen en daarmee zorgen dat de juiste vragen in het onderzoek komen. We houden jullie op de hoogte via de Nieuwsflits, waar jullie ook de link naar het onderzoek in het eerste kwartaal van 2023 ontvangen.

Het belooft een lang proces te worden om de werkproblematiek van UTA’ers aan te pakken. Daarom hebben we een kerngroep gevormd die samen met ons ervoor zorgt dat dit onderzoek en de uitkomsten ervan prioriteit behouden. Als jij ook tot deze kerngroep wil behoren (of je aan wil melden voor het UTA-panel) kun je dit doen door op deze link te klikken.

We bedanken alle deelnemers voor hun input! Heb je ook iets te melden over deze onderwerpen? Of zijn er hele andere zaken waar FNV|UTA aandacht aan moet besteden? Neem dan contact met ons op via uta@fnv.nl .