Sofie Bolder

Hestia Margeet

Hestia: Margreet Schuurmans

"Ik merk dat vrouwen écht het verschil maken."

Hestia is de Griekse godin van de bouwkunst. In deze rubriek wordt een moderne godin van de bouwwereld geïnterviewd. Over haar inspiratie, de bouwwereld, en wat ze het leukst vindt in haar werk. Deze week is Margreet Schuurmans onze Hestia.

Naam: Margreet Schuurmans
Functie: Bewonersbegeleider bij renovatie projecten
Leeftijd: 56 jaar
Woonplaats: Utrecht
Opleiding:  HBO

Wanneer ontdekte je dat je de bouw in wilde?
"Bij mij thuis werden onderhoudswerkzaamheden uitgevoerd, dat was zo dichtbij. Toen merkte ik al van ‘hey, wordt hier wel meegedacht door vrouwen?’ Even later kwam de bewonersbegeleidster binnen lopen en ik realiseerde me al gauw dat dit is wat we nodig hebben. Ik merk nu ook dat vrouwen écht het verschil maken. Er wordt door vrouwen bijvoorbeeld meer gekeken naar het menselijk aspect. Door kleine, maar wel essentiële verschillen die vrouwen aanbrengen is de bouw net iets innovatiever."

Hoe werd daarop gereageerd?
"Wanneer je als vrouw in de bouw gaat werken krijgen details meer aandacht. Dit kan zowel positief als negatief worden ervaren. Zoals ik net al zei brengen vrouwen essentiële verschillen aan in de bouw, je komt dan met een vraagstukken die je anders wil dan eigenlijk de bedoeling is. Sommige kunnen dit ervaren als een belemmering omdat zij graag door willen. Dat is natuurlijk niet altijd het geval, vaak wordt er juist erg positief gereageerd."

Wat maakt de bouw zo leuk?
"Het verschil maken, je wilt wat betekenen voor zowel je team als mensen die aan dat gebouw gaan werken, maar met name voor de mensen die in het gebouw gaan wonen of werken. Ik vind dat wij vrouwen daar zeker verschil in maken."

Wie in de bouw inspireert jou?
"Ik heb niet specifiek een naam, maar ik heb enorm veel bewondering voor de bewoners zelf. Veel werk wordt gedaan in bewoonde staat. Ik heb veel respect voor mensen die het aangaat, wij komen bij wijze zomaar binnen stormen en zij moeten dan hun leven daar toch tijdelijk voor aanpassen. Ook voor mijn collega’s zoals de uitvoerders zijn in grote projecten veel uitdagingen. Zeker om alles goed en volgens planning te laten verlopen. De technische zaken en sociale aspecten moeten goed op elkaar zijn afgestemd."

Wat vind je het allerleukst aan je werk?
"Dat ik als vrouw echt verschil kan maken. Het eindresultaat is echt tastbaar. En je realiseert je bij het eindresultaat ook echt dat je van betekenis bent geweest en dat ook voor in de toekomst."

Wat zijn je dromen voor de toekomst?
"Die heb ik eigenlijk niet. Ik vind mijn werk heel leuk en haal enorm veel voldoening uit mijn werk. Ik leef nu eigenlijk al wel in mijn droom."

Wat zou je willen zeggen tegen meisjes/vrouwen die een baan in de bouw overwegen?
"Weet dat je echt verschil kan maken, je kan iets tastbaars voor in de toekomst neerzetten! Hoe leuk is het dat je daaraan kan meebouwen."


Sophie Postma: "Duurzamer leven in een tiny house"

Op zo’n vijftien minuten loopafstand van het station in Hilversum vind je midden in een woonwijk vijf tiny houses op het terrein van VONK in de wijk. In een van deze tiny houses woont Sophie Postma (30). Wij spraken met Sophie over de bouw van haar avonturenhuisje en het leven in een tiny house.

Sophie Postma
Sophie Postma

Sophie droomde al jaren van wonen in een tiny house en was druk bezig deze droom te verwezenlijken. Ze dacht na over ontwerpen en indelingen, en is ze in het bestuur van een stichting getreden. Toen kwam alles in een stroomversnelling. Nog voordat ze een plekje voor haar tiny house had, kocht ze een onderstel. Sophie zegt lachend: “Ik dacht: ik ga er gewoon vol in en we zien het wel.”

Via via kwam ze in contact met VONK en kreeg ze een plekje op het terrein. Maar toen moest het hele huis nog gebouwd worden. Ongeveer vier maanden lang betaalde ze voor de grond, zonder dat er een huisje op stond. De vader van Sophie is timmerman en heeft een eigen bedrijf en werkplek. Hier heeft zij samen met haar vader in vijf maanden tijd een tiny house gebouwd.

Het bouwen van een tiny house

In het bouwbesluit staan nog weinig regels over tiny houses, dus het was lastig om te bepalen hoe het huisje gebouwd moest worden. Sophie heeft daarom veel YouTube video’s met haar vader gekeken, want het is wel echt anders bouwen dan een normaal huis. Bij het bouwen van een tiny house dien je in ieder geval rekening te houden met een maximum gewicht van 3500 kilo een maximale hoogte van vier meter als je de woning over de weg zou willen vervoeren. Volgens Sophie zit je daar zo aan, terwijl je denkt dat het best veel is.

Dit dwingt je om veel keuzes te maken. “Een eikenhouten vloer is natuurlijk ontzettend zwaar, dus dan moet je ergens anders weer op inleveren,” zegt Sophie. “Uiteindelijk is het huisje ook wel iets te zwaar geworden. Dat is wel één van de redenen dat we hem niet over de weg hebben getrokken, maar op een dieplader hebben laten vervoeren.”

Restricties en compromissen

Het bouwen aan een tiny house vraagt om veel pionieren en nadenken over mogelijkheden. “Omdat je onder viaducten door moet kunnen, mag de woning slechts 4 meter hoog zijn. Vanaf de trailer ben je al vijftig centimeter kwijt. Dan moet je het nog isoleren, moet je in de kamer kunnen staan, heb je een vide en nog meer isolatie. En dat allemaal binnen vier meter. Daarom heb ik gekozen voor isolatiemateriaal gemaakt van aardolie voor het dak en de vloer. Dat is iets compacter, waardoor ik wat extra centimeters heb kunnen winnen. Zo sluit ik compromissen met mijzelf.” Volgens Sophie is deze keuze te onderbouwen met de trias energetica, waarbij de eerste stap aangrijpt op het minimaliseren van energieverbruik en de derde stap pas inspeelt op het efficiënt gebruik van fossiele brandstoffen.

Ondanks de restricties, heeft Sophie gelukkig geen dingen hoeven laten. “Er komt wel nog een hele trappenkast in, dus dat betekent dat ik dat en de keuken er weer uit moet halen als ik zou verhuizen van plaats.” Het keukenblad is namelijk gemaakt van een oud tafelblad en pas geplaatst nadat het huis op zijn plek was gezet. Wel geeft Sophie aan dat ze achteraf andere keuzes gemaakt zou hebben. Je bouwt namelijk in lagen. In de onderste laag heeft Sophie gekozen voor een betonplexlaag van 18 millimeter. “Lekker stevig, maar ook heel zwaar. Dit had wel een stuk dunner gekund en is dus een beetje een verkeerde keuze geweest. In de badkamer hebben we ook licht beton gebruikt. Dit is zwaarder dan bijvoorbeeld PVC. Dit had ook anders gekund.”

Filosofie en duurzaamheid

Sophie vind het heel erg belangrijk om de filosofie achter het wonen in een tiny house te benoemen “Je ziet een tweesplitsing tussen mensen die fulltime in zo’n huis wonen en anderen die het meer zien als recreatie of als businessmodel. Voor mij is de filosofie om een stuk duurzamer te leven en een kleine ecologische voetafdruk achter te laten. Dat je een kleine paar vierkante meter hebt, waar jij precies de spullen en de benodigdheden hebt, en echt niet meer nodig hebt. Dat dwingt je ook om bepaalde keuzes te maken. Ik kan hier gewoon niet mijn hele leven opslaan, dat gaat gewoon niet. Ik heb wel echt moeten ontspullen. Nu sta ik in winkels en denk ik: ‘heb ik dit echt nodig of niet?’. Dan maak je andere keuzes, omdat je niet zo’n groot huis hebt.”

Vanuit deze filosofie is het ook belangrijk om duurzame materialen te kiezen. Soms zie je huisjes met heel veel kunststof. Sophie begrijpt dit wel, maar ze heeft zelf geprobeerd om veel na te denken over de materialen die ze gebruikt. De binnenste laag van haar huis is gemaakt van populierenmultiplex. Dit is een snelgroeiende houtsoort en licht geperst, waarbij gebruik wordt gemaakt van een lijm die minder schadelijke stoffen bevat. Daarnaast heeft ze nog andere duurzame keuzes gemaakt. De deurtjes van het toilet vond ze op straat, het aanrechtblad is een oud tafelblad, en haar poefje heeft ze opgehaald bij mensen uit de straat. Ook heeft ze een tweedehands schuifpui.

De schuifpui komt van een klant van haar vader en is echt de eyecatcher van het huis. Sophie over moment dat de schuifpui erin zat: “Ik schrok me te pletter, ik dacht die is veel te groot.” In eerste instantie wilde Sophie de pui als voordeur gebruiken. Toen bleek dat de deur alleen vanbinnen op slot gedaan kan worden. “Alle muren waren al gemaakt, maar toen konden we de pui dus niet als voordeur gebruiken. We hebben toen die andere deur last minute erin gemaakt. Uiteindelijk ben ik er heel blij mee, want het creëert heel veel ruimte, doorstroom van lucht en een vluchtroute. Het huisje voelt echt heel ruim door de grote schuifpui.”

Sophie heeft in het proces naar het wonen in een tiny house gesproken met een docent van de vakschool Nimento. Voor een van de opleidingen werden opdrachtgevers gezocht die later in een tiny house wilden wonen. De studenten zouden vervolgens voor deze opdrachtgevers een ontwerp maken. Uiteindelijk waren er 78 studenten die zich hadden ingeschreven en waren er 61 onderwerpen die beoordeeld konden worden. Sophie heeft hier veel inspiratie over bijvoorbeeld materiaalkeuzes en indeling uit gehaald.

Isolatie

Voor het isolatiemateriaal heeft Sophie gebruik gemaakt van isovlas en Gutex. Isovlas is een restproduct van de linnenindustrie en gutex is een houtvezelplaat, gemaakt van geperst hout van restproducten van de houtzagerij. “Door het kleine oppervlakte van een tiny house, heb je snel te maken met vochtvorming. Door isolatiematerialen te gebruiken die vocht kunnen doorlaten, kun je het huisje damp open bouwen waardoor het huisje als het ware ‘ademt’," zegt Sophie. "Het nadeel is wel dat daardoor de muren ontzettend dik zijn, omdat het materiaal een lagere isolatiewaarde heeft, vergeleken met isolatiematerialen van minerale oorsprong. Je hebt dus meer nodig om betere isolatie te maken.”

Sophie heeft zich goed verdiept in verschillende isolatiematerialen. “Ik las toen ook over métisse. Dat is gemaakt van verpulverde spijkerbroeken. Dat is ook isolatiemateriaal. Ik dacht dat dit erg duurzaam was, maar toen was ik vorige week op het grondstoffencongres en toen vertelde iemand dat het eigenlijk zonde is als je rechtstreeks van spijkerbroek naar laagwaardig isolatiemateriaal gaat. Je kunt ertussen nog veel meer stappen nemen, door er bijvoorbeeld eerst nog sokken van te maken. Zo leer ik ook nog steeds veel meer bij.”

Dit geldt ook voor zonnepanelen. “Ik heb hier uiteindelijk wel voor gekozen, ondanks het feit dat hiervoor grondstoffen gedolven moeten worden, is dit alsnog een duurzamere keuze en levert het netto meer CO2 besparing op.. Mijn buren hebben bijvoorbeeld voor alles elektrisch gekozen en niet zonnepanelen. Ik heb heel lang nagedacht over hoe ik de ruimte en water ga verwarmen. Mijn eerste gedachte was om dit op zonne-energie te doen. Maar ik heb uiteindelijk toch besloten om gebruik te maken van een gasgeiser. Dit was voor mij eigenlijk de enige betaalbare keuze.”

Terugblik en over het leven in een tiny house

Het nauw samenwerken met haar vader is haar verrassend goed bevallen. “Het gaafste vind ik dat ik het met mijn vader heb gebouwd. Toen het plekje bij VONK vrij kwam, zei ik: ‘pap, dit is hét moment. We moeten nu gaan bouwen, want er komt nu een plek vrij. We gaan hiervoor!’. Toen was hij all-in en heeft hij veel werk uitgesteld.” Sophie zegt in die periode heel veel liefde te hebben gevoeld. “De samenwerking ging verrassend goed. Hij heeft mij zoveel geleerd van zijn vak. Ik was er bleu in, want ik ben theoretisch opgeleid en hij is echt een vakman.”

Het was een hele bijzondere periode om aan haar huis te werken met haar vader, waarbij ze ook hulp heeft gekregen van haar moeder en zus. Dagelijks kwam er wel familie langs voor een kopje koffie of een borreltje na vijven. “Maar op het laatst, toen de druk op de ketel zat, en het af moest omdat er al een verhuisdatum gepland stond, liepen de spanningen soms wel hoog op. Toen is er wel eens ruzie geweest, maar dat hoort er denk ik wel bij.”

Momenteel woont Sophie zo’n zes maanden in haar tiny house in Hilversum. De dag voor het interview heeft ze net nieuwe buren gekregen. Sophie is betrokken geweest bij de keuze hierin.. “Het is heel sociaal. Ze kwamen gister aan en dan komt zelfs een buurman van de hoek die zijn hond aan het uitlaten was, de hele ochtend helpen om het huisje op zijn plaats te zetten. Het brengt veel broederschap.”

De omwonenden hebben echter niet altijd even enthousiast gereageerd. Toen er duidelijk werd dat er tiny houses georganiseerd zouden worden, is haar buurvrouw langs alle huizen gegaan om de omwonenden uit te nodigen voor een buurtavond. “Dit persoonlijke contact heeft echt geholpen, want buren reageren er nu heel positief op. Maar toch is er nog onduidelijkheid over wat het nu is. Soms krijg ik wel vragen over hoe het later voor mij zal zijn, als ik dan in een ‘echt’ huis woon. Maar voor mij is dit een echt huis. Dit is mijn huis. Het is een andere manier van denken.”

Toekomst

Dat het heel sociaal is, blijkt ook uit het feit dat toiletten, gereedschap, en de wasmachine gedeeld worden in het hoofdgebouw. “Al het gereedschap wat je nodig zou hebben ligt daar. Je mag dit gebruiken en dan schrijf je op wat je gebruikt hebt. Later vul je dit dan weer aan. Je staat dus echt stil bij wat je persoonlijk nodig hebt en wat je kunt delen met anderen wat je niet dagelijks nodig hebt.”

Helaas krijgt het terrein van VONK over een aantal maanden een andere bestemming. Dit betekent dat Sophie opzoek moet naar een nieuwe locatie om haar tiny house neer te zetten. “Het geeft wel stress, ik heb nog 8 maanden voordat ik hier weg moet en de plekken liggen echt niet voor het oprapen. Ik moet dus weer lobbyen bij gemeenten, aansluiten bij verenigingen of via via mensen leren kennen. Als een boer bijvoorbeeld zegt dat het op zijn terrein mag staan, moet je toch naar de gemeente met de vraag of je een permanente woning op dat terrein mag zetten. Hiervoor moet het bestemmingsplan gewijzigd worden, want het is niet slechts ter recreatie. Dat maakt het wel lastig om een plekje te vinden. Voordat je zon bestemmingswijziging hebt, ben je echt jaren verder. Er zijn stichtingen die lobbyen die er 5-6 jaar over doen voordat iets voor elkaar gekregen wordt.

In de toekomst wil Sophie ook een moestuin en composthoop. “De huidige maatschappij is zo gemakzuchtig. We kunnen alles zo veel beter gebruiken.” Toch ziet ze zich niet de rest van haar leven in een tiny house zitten. Samenwonen lijkt haar bijvoorbeeld wel een uitdaging. “Maar ik moet echt zien hoe het loopt.”

Tips voor mensen die ook in een tiny house willen wonen

Sophie heeft ook nog enkele tips voor mensen die ook overwegen om in een tiny house te gaan wonen. “Ik denk dat je via via wel echt op een plek gewezen moet worden. Marjolein Jonker is de pionier tiny houses. Zij was een van de eersten die in 2016 in een tiny house ging wonen. Zij heeft ook het platform tiny house NL opgezet. Je moet echt wel investeren in mensen om aan een plek te komen. Door bijvoorbeeld naar open dagen te gaan. Of een keer een nachtje in een tiny house te verblijven waardoor je weet wat mee en tegen valt. Ook moet je een lijstje maken van je wensen."

Sophie heeft ook een Instagram account (@avonturenhuisje) voor haar huisje aangemaakt. "Veel mensen die ik niet ken, zijn mij gaan volgen. Het wereldje is dan best wel klein. Inschrijven bij stichtingen en CPO’s kan ook helpen om aan een plekje te komen.”

Volgens Sophie kan een huis snel gebouwd zijn. Zeker als je deze laat bouwen. Een plekje vinden is het moeilijkst. “Je moet echt samen komen. Het gaat niet helpen als je het alleen doet. Het moet je droom zijn en er echt mee bezig zijn."


Digitalisering

Digitalisering | Investeer in vaardigheden van mensen

Meer woningen, digitalisering, de energietransitie, een duurzame gebouwde omgeving: om alle urgente ambities te realiseren is digitale (keten)samenwerking cruciaal. Vanuit FNV Bouwen & Wonen dragen we daar graag aan bij. 

https://youtu.be/ZbSSN0tYEj4

Kitty van den Hoven, bestuurder bij FNV Bouwen & Wonen: “De wereld om ons heen verandert, daardoor ontstaan ook nieuwe technieken en werkwijzen. Er is veel aandacht voor de technische innovatie, maar veel minder voor de sociale innovatie. Dit terwijl de veranderingen voor de mens/werknemers groot zijn. Er komen nieuwe functies, er verdwijnen functies en er veranderen functies. En als er aandacht is voor de sociale innovatie is deze vaak gericht op studenten/jonge werknemers, terwijl we alle werknemers hierin mee moeten nemen. Juist ook de huidige groep werknemers.”

Wat zie je gebeuren in de praktijk?

Kitty: “Iemand die nu 40 is, had tijdens zijn schooltijd nog nauwelijks ervaring met internet. Hij heeft ongetwijfeld bijgeleerd door het gebruik van zijn mobiele telefoon. Maar de diepere achtergronden - hoe werkt het, wanneer werkt iets wel en wanneer niet, hoe staat het met de digitale veiligheid? - kennen de meeste 35-ers niet. Dan heb je het wel over een grote groep die nog ruim 25 jaar moet werken. De meeste digitale bijscholing richt zich op werknemers met een hbo- of wo-opleiding. Maar dat zijn niet degenen die het werk op de bouwplaats doen.”

Wat is er nodig in de sector?

Kitty: “We moeten weten waar we nu staan, en waar we naar toe willen. We hebben een visie van bedrijven nodig op digitalisering en welke impact dat heeft op de organisatie en het werk. Ik zie hier een belangrijke rol weggelegd voor HR en de OR.”

Wat kunnen werkgevers doen?

Kitty: “Werkgevers moeten flink investeren in de kennis en vaardigheden van hun werknemers. De sector kan hier ondersteuning bieden door dit gezamenlijk op te pakken. Zo zorgen we samen voor goed opgeleid personeel en daarmee goed werk. Leren hoeft niet in de schoolbanken, maar kan ook gerealiseerd worden door bijvoorbeeld iemand stage laten lopen binnen het eigen bedrijf. Bedrijven moeten ruimte geven aan de werknemers om zich te kunnen ontwikkelen. Laat werknemers meedenken, meepraten, en ook meebeslissen. Dan zijn ze een stuk gemotiveerder om mee te gaan in alle ontwikkelingen. Wij pleiten voor een innovatieve organisatie waar technologische innovatie en sociale innovatie samengaan.”

Wat zie je gebeuren in de toekomst?

Kitty: “Opdrachtgevers gaan steeds meer eisen stellen, dus het is voor bedrijven eigenlijk onmogelijk om niet mee te gaan met deze ontwikkelingen. En ook, door sommige technologische ontwikkelingen neemt de fysieke belasting voor werknemers af. Dat is goed! Maar het mag niet gaan leiden tot een slechte kwaliteit van werk: veel van hetzelfde, eentonigheid, et cetera. Voor werknemers wordt het werk interessanter als ze meer vaardigheden hebben en daardoor breed inzetbaar zijn. Kortom zich kunnen blijven ontwikkelen. Niemand vindt saai werk leuk!”

Bedrijven en werknemers kunnen contact opnemen met FNV Bouwen & Wonen voor ondersteuning op het gebied van sociale innovatie via uta@fnv.nl.


Workers' Memorial Day

Workers’ Memorial Day

Op Workers’ Memorial Day herdenken we werknemers die zijn overleden door een bedrijfsongeval of een beroepsziekte. FNV roept de overheid op om de komende jaren meer ambitie te tonen en werk te maken van veilig en gezond werken. 

Ieder jaar op 28 april hangt de vlag bij FNV halfstok en staan we stil bij werknemers die ziek zijn geworden door hun werk, gewond raken, of om het leven komen. Jaarlijks overlijden in Nederland vijftig tot zeventig werkenden na een ongeval op het werk. Daarnaast komen er jaarlijks in Nederland ook meer 4000 mensen om het leven door een opgelopen beroepsziekte. Het thema van Workers’ Memorial Day is dit jaar: maak een veilige en gezonde werkplek een fundamenteel recht.

De FNV vindt dat het beter moet, en dat het ook beter kan. De meerderheid van bedrijven die werkt met kankerverwekkende stoffen, beschermt de werknemers onvoldoende. Uitzendkrachten en zzp-ers hebben vaak geen toegang tot de bedrijfsarts.

Symposium

Op vrijdag 28 april organiseert de FNV samen met de Stichting Arbeidsongevallen een symposium op Schiphol. Veilig en gezond werk is een recht voor iedere werknemer. Tijdens het symposium spreken vicevoorzitter van FNV Kitty Jong, Hanneke van den Bout (directeur Gezond en Veilig Werken bij het ministerie van SZW), Rits de Boer (Inspecteur Generaal bij de Nederlandse Arbeidsinspectie), en Jan Warning (directeur ISBG).
Ook vertellen werknemers over wat zij meemaken in de praktijk. De Stichting Arbeidsongevallen presenteert de onderzoeksresultaten naar arbeidsongevallen bij precair werkenden, en de Laura Brugmans Award wordt uitgereikt. 
Wanneer: vrijdag 28 april 2023
Waar: Schiphol
Tijd: 14:00 - 16:00 (inloop 13:30) 

Aanmelden kan door een e-mail te sturen naar tanja.vanmeerveld@fnv.nl

Workers' Memorial Day


Hestia Irene Jongens

Hestia: Irene Jongens

"Volg je hart, doe wat goed voelt, laat je nooit tegenhouden door anderen!"

Hestia is de Griekse godin van de bouwkunst. In deze rubriek wordt een moderne godin van de bouwwereld geïnterviewd. Over haar inspiratie, de bouwwereld, en wat ze het leukst vindt in haar werk. Deze week is Irene Jongens onze Hestia.

Naam: Irene JongensHestia Irene Jongens
Functie: Vestigingssecretaresse bij Van Wijnen Heerhugowaard
Leeftijd: 47 jaar
Woonplaats: Alkmaar
Opleiding: HBO
Bedrijfsjargon: "Samen bouwen aan een mooie toekomst!"

Wanneer ontdekte je dat je de bouw in wilde?
"Ik kwam bij toeval in de bouwwereld terecht, na mijn opleiding SEPR-Toerisme, wilde ik voor een touroperator naar het buitenland, maar daar was op dat moment geen baan te vinden. Via een vriendin kwam ik bij een bouwbedrijf in Heiloo terecht. En sindsdien nooit meer weggegaan uit het bouwwereldje…."

Hoe werd daarop gereageerd?
"In eerste instantie natuurlijk vreemd want ik wilde tenslotte het Toerisme in? Maar toen er eenmaal duidelijk werd dat dit toch was wat ik wilde, kreeg ik alleen maar positieve berichten."

Wat maakt de bouw zo leuk?
"De mannenwereld! Al hoewel ik het toejuich dat er steeds meer vrouwen in de bouw komen. En natuurlijk de gave en mooie bouwprojecten die we met zijn allen hebben gerealiseerd."

Wie in de bouw inspireert jou?
"Mag het ook ‘heeft geïnspireerd’ zijn? Dat is mijn eerste werkgever geweest; de toenmalige directeur van Teerenstra Bouw. Inmiddels bestaat Teerenstra Bouw niet meer, maar ik heb veel van hem geleerd en de kneepjes van het vak van hem afgekeken. Hij heeft mij de juiste duwtjes in de rug gegeven, waar ik hem nu nog steeds dankbaar voor ben."

Wat vind je het allerleukst aan je werk?
"De afwisseling, het regelen en organiseren, het verbinden, de vrijheden binnen mijn functie, het contact met de collega’s zowel op kantoor als op de bouwplaatsen, het contact met zakenrelaties, de fijne werksfeer, en de collegialiteit. En dat alles met een dosis humor, we lachen heel wat af hier! Van Wijnen heeft overigens als een van de eerste bouwbedrijven een Top Employer-certificaat gekregen. Dat houdt in dat we veel aandacht hebben voor medewerkersgeluk, welzijn, en ontwikkeling van iedereen. Top toch?"

Wat zijn je dromen voor de toekomst?
"Ach, ik heb er nog zoveel! Maar zakelijk gezien zal ik bij Van Wijnen Heerhugowaard in de toekomst een meer coachende rol in willen nemen. Ik vind het mooi om met mijn jarenlange ervaring nieuwe collega’s wegwijs te maken binnen onze organisatie en ze op weg te helpen met allerlei uitdagingen die op hun pad komen."

Wat zou je willen zeggen tegen meisjes/vrouwen die een baan in de bouw overwegen?
"Doen! De bouwwereld is inspirerend en interessant. Er komen steeds meer jonge meiden bij ons op de bouwprojecten werken, die vaak via school of een stage bij ons binnenkomen. Ga alle facetten ontdekken die de bouw te bieden heeft, zo weet je straks goed welke functie het beste bij jou past. En het belangrijkste: volg je hart, doe wat goed voelt, laat je nooit tegenhouden door anderen en zorg er voor dat je uitdaging blijft houden in je werk!"

Is er iets dat zelf graag wilt toevoegen?
"Ik vind het belangrijk dat we meer diversiteit krijgen in de bouw. Met de vele verschillende eigenschappen van mannelijke en vrouwelijke medewerkers creëren we een al sterker team. Meer vrouwen in de bouw zorgt voor andere inzichten en ideeën. Laten we dat combineren met de inzichten en ideeën van mannen en we zullen nog mooiere resultaten boeken!"


Gastcolleges

Gastcolleges voor studenten Bouwkunde en Civiele Techniek

Gastcolleges voor studenten Bouwkunde en Civiele Techniek

FNV|UTA biedt twee soorten gastcolleges aan voor studenten Bouwkunde & Civiele Techniek. Beide gastcolleges zijn gratis, interactief en versterken de positie van jongeren bij de start op de arbeidsmarkt. Dus ben jij docent of student? Lees dan even verder.

De gastdocenten van FNV|UTA maken je op boeiende en interactieve manier wegwijs op de arbeidsmarkt. Want als je weet hoe het werkt en wat je mag en wat je moet, sta je een stuk zelfverzekerder in het werkveld!

Hieronder vind je ons aanbod. Een specifiek onderwerp uit een van onze gastcolleges behandelen? Geen probleem, maatwerk is mogelijk!

Gastcollege: Ready for Work

Wat moet je weten als je aan het werk gaat? Niet alleen straks na je studie, maar ook als je nu een bijbaan hebt of stage loopt. Wat mag je en wat moet je? Tijdens dit gastcollege komen al deze vragen aan bod. Daarnaast is er genoeg ruimte voor vragen over stage, bijbaan of toekomstige droombaan.

Voor wie? Alle leerjaren
Lesduur: Maatwerk
Inhoud:

  • Wat is een cao en waarom is een cao zo belangrijk?
  • Je startsalaris
  • Alles wat je moet weten over stage
  • Belastingaangifte en zorgtoeslag: hoe werkt dat precies?
  • Contractcheck

Gastcollege: Construct your Future

Met een diploma op zak gaan veel afgestudeerden op zoek naar een baan. Hoe zit het eigenlijk met je rechten en plichten op de arbeidsmarkt? Met het inzicht dat je tijdens dit gastcollege opdoet, vergroot je je kennis en zelfredzaamheid. En dat is heel belangrijk als starter op de arbeidsmarkt!

Voor wie? 3e en 4e jaars
Lesduur: Maatwerk
Inhoud:

  • Hoe ziet een sollicitatieprocedure eruit? En wat is een assessment?
  • Do’s en dont’s die je niet terugvindt in een lesboek
  • Messcherp onderhandelen
  • Duurzame inzetbaarheid: een leven lang leren
  • Een eigen onderneming/ZZP

Meer informatie?

Ben jij zelf student Bouwkunde & Civiele Techniek en zou jij graag een gastcollege willen krijgen voor jezelf en je medestudenten? Stuur dan een e-mail naar uta@fnv.nl, dan gaan we het voor jullie regelen.

Ben je docent en heb je vragen of wil je meer informatie over de gastcolleges voor studenten? Stuur een e-mail naar uta@fnv.nl of bel FNV|UTA Consulent Daniëlle Strijbos – Bok op 06-18511269 (bereikbaar op maandag, dinsdag, en donderdag).

Gastcollege aanvragen

Gastcollege aanvragen

Je gegevens worden ruim een jaar opgeslagen om je in de toekomst op de hoogte te houden.

Pas als je akkoord gaat met deze voorwaarden kun je dit formulier verzenden.

Gastcollege aanvragen

Gastcollege aanvragen

Je gegevens worden ruim een jaar opgeslagen om je in de toekomst op de hoogte te houden.

Pas als je akkoord gaat met deze voorwaarden kun je dit formulier verzenden.


Pensioenconsulent

Pensioenconsulent | 3 redenen om een afspraak te maken

Ben je de dagen tot je aow-leeftijd al aan het aftellen? Of mag je voorlopig nog niet met pensioen? Het is altijd goed om te weten hoe jij ervoor staat. Kijk daarom eens met een pensioenconsulent van FNV naar jouw pensioen.

Richting je pensioengerechtigde leeftijd komt er veel op je af. Je moet afscheid nemen van je werk, iets waar je lang veel tijd en energie in hebt gestoken. Je begint aan een heel nieuwe fase in je leven. Werk gaat ineens geen, of een minder belangrijke rol spelen. Je ontvangt geen salaris meer, maar je pensioen. Dat zijn veel veranderingen! Een pensioenconsulent kan je advies geven. Hieronder vind je drie redenen om eens met zo’n consulent in gesprek te gaan.

  1. Wensen en doelen

Je moet veel keuzes maken en die hebben invloed op de hoogte van je pensioen, en daarmee je inkomen. Voor jou én voor je eventuele partner. Denk bijvoorbeeld aan de ingangsdatum van je pensioen, en de hoogte van het partnerpensioen. Het is dus goed om na te denken over je wensen en je doelen (ook al zijn die misschien nog ver in de toekomst).

  1. Geruststelling

Het kan best spannend zijn om met pensioen te gaan. Voordat deze nieuwe fase ingaat moet je keuzes maken. En deze keuzes zijn vaak definitief. Een pensioenconsulent heeft dit al vaker meegemaakt, en weet precies hoe dit traject in zijn werk gaat. Hij/zij weet welke keuzes er zijn, en wat er nog meer bij komt kijken voor je met pensioen gaat.

Het kan heel fijn zijn om uitleg van een pensioenconsulent te krijgen over wat je te wachten staat, hoe met pensioen gaan in zijn werk gaat, en wat jij wel en niet moet regelen. Dit geeft rust en overzicht, ongeacht welke leeftijd je nu hebt.

  1. Pensioenberekening

Het berekenen van pensioen kan wel eens mis gaan. Het zou vervelend zijn als je te weinig pensioen ontvangt omdat er ergens een rekenfout is gemaakt. Twijfel jij aan de juistheid van je pensioen? Een pensioenconsulent van FNV kan voor je uitzoeken of je pensioen juist is, en/of hoe je pensioen er in de toekomst uit komt te zien.

Wil je een afspraak maken voor een gratis consult met een van onze pensioenconsulenten? Dit kan ook wanneer je geen lid bent van FNV. Je kunt de consulenten bereiken op telefoonnummer 088 – 368 0296. Via deze link kom je op de contactpagina van de pensioenconsulenten terecht, waar je e-mailadressen van de consulenten in verschillende regio’s kunt vinden.

Wanneer je lid bent van FNV kunnen we je helpen met complexere kwesties rondom je pensioen, bijvoorbeeld wanneer je behalve in de bouw ook in andere sectoren hebt gewerkt. De consulenten zijn deskundig op alle relevante gebieden van het Pensioenrecht. Dat betekent dat het advies niet ophoudt bij de opgebouwde rechten van het Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bouwnijverheid (bpfBOUW), maar dus een stap verder gaat.

Vind je niet wat je zoekt? Neem contact op met een van onze consulenten, of stuur een mail naar uta@fnv.nl .

Wil je meer informatie over je pensioen? Wij hebben alles over het pensioen van de UTA’er op een rijtje gezet. Download het ‘UTA pensioen e-book’ hier.


Hestia: Jana Nolting

"Je ziet dat iedereen in alle functies zijn eigen steentje bijdraagt en ieder steentje is essentieel."

Hestia is de Griekse godin van de bouwkunst. In deze rubriek wordt een moderne godin van de bouwwereld geïnterviewd. Over haar inspiratie, de bouwwereld, en wat ze het leukst vindt in haar werk. Deze week is Jana Nolting onze Hestia.

Naam: Jana Nolting
Functie: Junior HR Adviseur
Leeftijd: 27 jaar
Woonplaats: Enschede
Opleiding:  HBO International Human Resources Management & WO Master bedrijfskunde

Wanneer ontdekte je dat je de bouw in wilde?
"Ik denk dat ik altijd al affiniteit had met de bouw. Mijn opa heeft namelijk ook in de bouw gewerkt. Ik ben 3 jaar geleden begonnen in de bouw en heb eerder bij een ander technisch bedrijf op de HR-afdeling gewerkt. Ik vind het mooi om bij een organisatie te werken waar het eindproduct zichtbaar is, dus dat je kan zien wat het bedrijf maakt. In de bouw maak je iets wat heel essentieel is, iedereen heeft namelijk een dak boven zijn hoofd nodig en om het proces te zien hoe dat wordt gebouwd vind ik heel tof. Vanuit HR kan ik hier indirect aan bijdragen."

Hoe werd daarop gereageerd?
"Mijn opa reageerde heel positief, hij vond het heel leuk dat ik de bouw in ging."

Wat maakt de bouw zo leuk?
"Zoals ik al benoemde vind ik de bouw leuk omdat je echt ziet waar je aan bijdraagt. Daarnaast houd ik ook echt van de mensen die werken in de bouw. De nuchtere maar hartelijke cultuur bij ons op het werk vind ik heel fijn. Er wordt geen verschil gemaakt tussen man en vrouw, maar er wordt echt gekeken naar wie jij bent als persoon."

Wie in de bouw inspireert jou?
"Alle collega’s om mijn heen. Iedereen doet elke dag keihard zijn best. We werken enorm hard en zijn super trots op wat we doen. Het is uiteindelijk allemaal team effort, want niemand kan in zijn eentje een huis of ziekenhuis bouwen. Je ziet dat iedereen in alle functies zijn eigen steentje bijdraagt en ieder steentje is essentieel. Ik word dus vooral geïnspireerd door ons teamwork."

Wat vind je het allerleukst aan je werk?
"Ik ben aanspreekpunt voor scholen en regel hiermee eigenlijk alles rondom stagiaires. Het leukste vind ik dat ik stagiaires mag koppelen aan wellicht hun toekomstige beroep. Ik houd mij onder andere bezig met verschillende dagen die wij organiseren voor scholieren, bijvoorbeeld een ‘meiden in de techniek dag’. Dat is een dag voor meiden die interesse hebben in de techniek. Ik vind het dan enorm tof om jonge meiden die nog een keuze moeten maken uit te leggen over de bouw en ze te inspireren om ook in deze veelzijdige sector te komen werken."

Wat zijn je dromen voor de toekomst?
"Ik ben momenteel mijn eigen huis aan het bouwen samen met mijn vriend, ik moet zeggen dat dat wel echt een droom van mij is die uitkomt. Ik hoop dat genderdiversiteit in alle vakgebieden in balans raakt zoals dat bij Dura Vermeer al een hele tijd heel normaal is. Dat het motto ‘meer vrouwen in de bouw’ verandert in ‘meer diversiteit in de bouw’."

Wat zou je willen zeggen tegen meisjes/vrouwen die een baan in de bouw overwegen?
"Volg je hart. Of het nou de bouw is of iets anders, doe wat je leuk vindt. Laat je niet tegenhouden door andere dingen. Je moet doen waar jij je prettig bij voelt en niet alleen wat anderen van je verwachten."


Nachtwerkers meer kans op slechte werk-privébalans

Nachtwerkers meer kans op slechte werk-privébalans

Door de globalisering en technologische vooruitgang werken we steeds minder op standaard werktijden. De verwachting is dat deze trend de komende decennia nog verder toenemen. Nachtwerkers hebben meer kans op een slechte werk-privé balans.

In 2019 werkten ruim 1,2 miljoen Nederlanders soms of regelmatig in de nacht, zo luidt de data van het CBS. In het onderzoek betekent nachtwerk dat er minimaal 1 uur gewerkt wordt tussen 00:00 ’s nachts en 06:00 ’s ochtends.

Mensen die in de nacht werken, hebben meer dan 2,5 keer zoveel kans op een slechte werk-privébalans. Zij vinden het lastiger om werk en privé te combineren dan mensen die alleen overdag werken. Dat is een van de resultaten uit het onderzoek van het RIVM en TNO, naar de impact van nachtwerken en mogelijke oplossingen. De nachtwerkers geven in de interviews verder aan dat zij door nachtwerk minder tijd met hun familie of partner kunnen doorbrengen en dat ze zich geïsoleerd voelen. Ook hebben ze door vermoeidheid op vrije dagen minder behoefte aan sociale contacten hebben of mijden ze deze zelfs, omdat ze zich moeten voorbereiden op een nachtdienst. Dit geldt overigens niet voor alle nachtwerkers. Sommigen geven aan dat zij privétaken juist beter kunnen combineren wanneer zij nachtdiensten draaien dan tijdens dagdiensten.

Dag-nachtritme

Het menselijk lichaam heeft een biologische klok. Hierdoor hebben we allemaal een dag-nachtritme van dat ongeveer 24 uur duurt. Dit ritme wordt ook wel het circadiane ritme genoemd, wat ‘circa één dag’ betekent. Het ritme is te zien in het slaap-waakritme, maar ook in een groot aantal andere lichaamsprocessen. Zo heeft je biologische klok invloed op je hormoonafgifte (onder andere melatonine en cortisol) en je glucosehuishouding.

Verschillende functies van het lichaam, waaronder lichaamstemperatuur, honger, en verzadiging, worden ook gereguleerd door de biologische klok. Je klok zorgt er dus voor dat de processen in je lichaam op het juiste moment plaatsvinden.

Effecten op gezondheid

De impact die nachtwerken op de gezondheid van iemand heeft wordt waarschijnlijk medebepaald door verschillende karakteristieken. Denk aan de duur van de nachtdiensten en hoe vaak men in diensten werkt. Ook het rooster of patroon waarin verschillende typen diensten elkaar opvolgen speelt mogelijk een rol.

Werken in de nacht verstoort het dag-nachtritme (de biologische klok) van het lichaam. Volgens de Gezondheidsraad leidt (langdurig) nachtwerk tot een verhoogd risico op slaapproblematiek, diabetes type 2, en hart- en vaatziekten.

In het onderzoek melden de respondenten dat zij verschillende gezondheidsklachten ervaren. De fysieke klachten zijn onder andere vermoeidheid, hoofdpijn, maag-darmklachten, en spier- of gewrichtsklachten. Ook is er sprake van verschillende mentale gezondheidsgevolgen, zoals gevolgen voor het cognitief functioneren (verminderde focus, alertheid, geheugen, en concentratie), prikkelbaar zijn, eenzaamheid en somberheid, en stress.

Werknemers met nachtwerk hebben ongeveer 1,5 keer zoveel kans op arbeidsongevallen (gedurende de dag of nacht) dan werknemers zonder nachtwerk. Dit blijkt uit de analyses op basis van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) van TNO en CBS onder bijna 400.000 werknemers. Hierbij zijn geen grote verschillen tussen sectoren te zien. Het is echter onbekend of de ongevallen plaatsvinden tijdens een dag- of een nachtdienst. Ook werd de terugreis naar huis na een nachtdienst (waarbij de kans bestaat dat nachtwerkers zitten te knikkebollen achter het stuur) niet meegenomen in de NEA.

Waarom toch ’s nachts werken?

64 procent van de werkgevers gaf in het onderzoek van het RIVM en TNO aan dat de belangrijkste reden voor nachtwerk is dat het werk direct uitgevoerd moet worden. Denk hierbij aan werk in de zorg, bij de politie, of de brandweer. Economische redenen, zoals het behalen van productiedoelstellingen en de optimale inzet van machines, en praktische redenen zoals machines die 24 uur per dag moeten draaien, zijn voor ongeveer een derde van de werkgevers (zeer) belangrijke redenen.

Oplossingen

Het RIVM en TNO hebben in het onderzoek ook gekeken naar oplossingen om de risico’s voor gezondheid en welzijn van nachtwerkers te verminderen. Hier valt ook de werk-privébalans onder. Uit de resultaten blijkt dat zowel werkgevers als werknemers en bedrijfsartsen weinig mogelijkheden zien om minder werk in de nacht te doen.

Werkgevers benoemen bereikbaarheidsdiensten en het inzetten van nieuwe technologie (denk aan automatisering) als opties om het nachtwerk misschien voor een klein deel te verminderen.

De nachtwerkers zelf zijn niet te spreken over de bereikbaarheidsdiensten, omdat deze mogelijk een negatief effect hebben op de slaapkwaliteit en op de werk-privébalans. Dat is dus geen oplossing, maar het verplaatsen van het probleem. Nachtwerkers zelf benoemen verschillende oplossingen, zoals het beperken van de hoeveelheid taken in de nacht, of onderling ervaringen delen.

Tijdens het symposium over het onderzoek van het RIVM en TNO afgelopen 16 maart, sprak een verpleegkundige die regelmatig nachtdiensten draait over de oplossingen die haar ziekenhuis biedt aan nachtwerkers. Zo krijgen de nachtwerkers ’s nachts een gezonde maaltijd en snack aangeboden, en bestaat er de mogelijkheid om een powernap te doen tijdens de dienst.

Volgens het RIVM en TNO is het gezien de beperkte mogelijkheden om nachtwerk te verminderen, nodig dat er meer kennis komt over mogelijke oplossingen en hoe deze oplossingen op een goede manier gerealiseerd kunnen worden.

Biedt jouw werkgever oplossingen voor nachtwerk? Heb je vragen, of wil je jouw eigen ervaringen met werken in de nacht delen? Stuur een e-mail naar uta@fnv.nl en we nemen contact met je op.


Artikel 21 maart

21 maart: Internationale dag tegen Racisme en Discriminatie

Helaas komt discriminatie op het werk nog veel voor. Bijna één op de zes Nederlanders heeft wel eens te maken gehad met discriminatie op het werk. Dat meldt de Nationale Vacaturebank op basis van onderzoek onder 2500 mensen, onder wie werknemers, werkgevers, en werkzoekenden.

Discriminatie kan zich voordoen in allerlei vormen. Je kan anders worden behandeld door je werkgever of collega’s omdat je een ander geloof, nationaliteit, geslacht of geaardheid hebt. Lees wat jij kunt doen zodra je te maken krijgt met discriminatie.

Word jij gediscrimineerd? Dan is het belangrijk om voor jezelf op te komen en de volgende stappen te nemen:

Stap 1: Ga in gesprek met je werkgever en/of OR

Neem contact op met je werkgever en geef duidelijk aan dat jij je gediscrimineerd voelt. Je kunt bij je werkgever dan gelijk een melding maken van de situatie. Jouw werkgever dient dan in actie te komen. Een werkgever heeft namelijk meerdere verplichtingen tegenover zijn werknemers. Een werkgever is bijvoorbeeld verplicht om een veilige werkplek voor jou te realiseren en dat betekent ook een werkplek waarbij werknemers niet worden gediscrimineerd.

Je kunt naast je werkgever ook contact opnemen met de ondernemingsraad (OR) of een vertrouwenspersoon. De OR is er in het belang van de werknemers, zij kunnen jou ondersteuning bieden bij het indienen van je klacht. Je kunt dan met je werkgever, OR en vertrouwenspersoon kijken of het mogelijk is om onderling tot een oplossing te komen.

Stap 2: Melding College Rechten van de Mens

Doet je werkgever niets aan jouw melding? Vind je geen gehoor bij de OR of de vertrouwenspersoon? Werknemers die het gevoel hebben slachtoffer van discriminatie te zijn kunnen terecht bij het College voor de Rechten van de Mens. Op de website kan een klachtenformulier worden gedownload. Het College voor de Rechten van de Mens is het mensenrechteninstituut van Nederland. Als onafhankelijke toezichthouder belichten, beschermen en bevorderen zij de mensenrechten, en oordelen ze over discriminatieklachten.

Wil je advies over discriminatie, racisme, (seksuele) intimidatie, pesten of ander ongewenst gedrag op de werkvloer? Of gewoon een luisterend oor? Bel de Vertrouwenstelefoon, op werkdagen tussen 19.00 en 21.30 uur. Of stuur een e-mail naar uta@fnv.nl