Groene bouwhekken

Groene Bouwhekken: verbeterde uitstraling én sociale impact

Je hebt ze misschien al wel eens zien staan, de Groene Bouwhekken die de leefbaarheid van bouwplaatsen letterlijk verbeteren. En niet alleen wat betreft de uitstraling, ook de maatschappelijke impact.

Hugo Ward
Hugo Ward

Ze staan door het hele land. Zowel bij grote als bij kleinere bouwprojecten. Van enkele weken tot meerdere jaren. Van nieuwbouw tot renovatie en infra. De Groene Bouwhekken maken een opmars op bouwplaatsen. En dat is niet gek. Op het eerste gezicht hebben de Groene Bouwhekken van hout een veel aangenamere aanblik dan de traditionele bouwhekken die we kennen. Maar er is meer. Achter de bouwhekken is het bedrijf aan het werk voor een socialere en duurzamere maatschappij.

Groene Bouwhekken is in 2016 opgericht door Matthijs Ariens, Robbert de Vries, en Hugo Ward. “Het grappige is dat wij toen eigenlijk helemaal niets met bouwhekken hadden,” zegt Hugo. “Het bouwhek is uiteindelijk slechts een middel voor onze motivatie dat iedereen een kans verdient om mee te kunnen doen in de maatschappij en op de arbeidsmarkt.”

Hoe het begon

Hugo Ward: “We timmeren aan een gezonde arbeidsmarkt voor iedereen.” Zeven jaar geleden zijn de eerste Groene Bouwhekken gerealiseerd. Toentertijd ging het nog om een toevoeging aan een bestaand hekwerk. In het najaar van 2016 startte de samenwerking met Bouwloods Utrecht, om de mogelijkheden voor een volledig houten bouwhek te bekijken, in combinatie met dat er zo veel mogelijk werk wordt gecreëerd voor mensen die aan het re-integreren zijn. En zo ontstond het bedrijf dat we nu kennen.

In 2016 stonden de eerste zestig groene bouwhekken op het Jaarbeursplein. Inmiddels staat de bouwhekken-teller op meer dan 3000 stuks, verspreid door het hele land.

Minimale milieubelasting

De bouw- en infrahekken zijn gemaakt van duurzame materialen en zijn circulair ontworpen. Dat is voor het team vanzelfsprekend. Het betekent dat alle onderdelen van de bouwhekken vervangen kunnen worden. Hierdoor is de milieubelasting van Groene Bouwhekken minimaal. Mocht een bouwhek toch te beschadigd zijn, dan wordt het hek uit elkaar gehaald en met de nog bruikbare onderdelen worden andere bouwhekken gerepareerd. Zo wordt de hoeveelheid afval die geproduceerd wordt geminimaliseerd.

De missie

Er zijn veel mensen die om wat voor reden dan ook worden uitgesloten van de maatschappij, en daarmee dus afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Om deze situatie te verbeteren is het proces van Groene Bouwhekken van begin tot eind zo ingericht dat ze mensen helpen met (re-)integreren. “Veel werkzaamheden voeren we niet zelf uit, maar doen we samen met sociale organisaties. Van productie en plaatsing tot het onderhoud op locatie. Naast de uitvoering van het werk helpen wij regelmatig met het slim inrichten van de werkprocessen, zodat onze partners zich focussen op het begeleiden en opleiden van mensen”, aldus Hugo Ward. “Het streven is een inclusieve maatschappij waar voor iedereen plek is. Dat is de missie.”

Leefbare bouwplaats

Een bouwplaats of infraproject kan overlast veroorzaken. De Groene Bouwhekken zorgen ervoor dat de bouwplaats en aangrenzende gebied wat leefbaarder wordt. “De buurtbewoners worden er blij van,” zegt Hugo. “Ook de aannemers zien de meerwaarde. We krijgen hele positieve verhalen te horen.”

Partners

Naast Bouwloods Utrecht doet ook Pantar een gedeelte van de productie van Groene Bouwhekken. Dit bedrijf in Amsterdam heeft een houtwerkplaats waar mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt werken. Deze mensen zijn bijvoorbeeld al een tijdje uit de running op de arbeidsmarkt. Zij leren hier het vak van timmerman, en bouwen een werkritme op. Transport en installatie worden geregeld door Green2Grow, en het onderhoud en bijhouden van het groen wordt gedaan door verschillende lokale sociale organisaties, zoals het Wijkbedrijf Utrecht, Rotterdam Inclusief of Groenperspectief (regio Den Haag).

Een andere samenwerking is die met de Penitentiaire Inrichting in Vught.  Gedetineerden hebben op een andere manier weer een bepaalde afstand tot de arbeidsmarkt. In de metaalwerkplaats worden door gedetineerden onderdelen van Groene Bouwhekken geproduceerd. Zij krijgen hier een kleine vergoeding voor, en hebben de mogelijkheid om een diploma te halen. Hugo: “Op deze manier kunnen zij sneller aan een baan komen wanneer ze hun straf hebben uitgezeten. Zo vergroten we de kans op een succesvolle re-integratie in de maatschappij.”

De toekomst

Groene Bouwhekken groeit als bedrijf, en het doel is om alle relevante bouwplaatsen te kunnen voorzien van bouwhekken om daarmee de leefomgeving te vergroenen. “Daarnaast is de maatschappelijke droom om nog meer mensen te kunnen helpen om door te stromen in de arbeidsmarkt,” zegt Hugo. “Iedereen verdient een plek op de arbeidsmarkt, dat is onze maatschappelijk missie.”


UTA-onderzoek | Continue bereikbaarheid

UTA-onderzoek | Continue bereikbaarheid

Continue bereikbaarheid, ook buiten kantooruren, kan belastend zijn. Nog even een mailtje beantwoorden in de avonduren, of bellen met een collega over je werk op je vrije dag; het is voor veel werknemers de normaalste zaak van de wereld geworden.

Het UTA-onderzoek is in volle gang. Hét moment om jouw wensen en ervaringen kenbaar te maken wat betreft bereikbaarheid. Wat gaat er goed? Wat kan er beter? Laat van je horen en neem deel aan het onderzoek. De resultaten nemen we mee naar de komende cao-onderhandelingen.

 

Continue bereikbaarheid

De smartphone heeft ervoor gezorgd dat het mogelijk is om voortdurend bereikbaar te zijn. De 24-uurseconomie heeft ervoor gezorgd dat het lijkt alsof het soms niet anders kán. In veel bedrijven krijgen werknemers apparatuur van de werkgever zoals een telefoon of laptop waarmee ze ook buiten werktijden bereikbaar kunnen zijn. Het is belangrijk dat er afspraken worden gemaakt over wanneer je als werknemer ‘aan’ staat en wanneer uit, zodat de werk-privé balans niet wordt verstoord.

Negatief effect op welzijn

Al dat bereikbaar zijn heeft een negatief effect op het welzijn van mensen. Ze worden minder fit wakker en voelen zich minder actief, ontspannen en opgewekt. Het is belangrijk om aan het einde van de dag afstand van werk te nemen, om zo de volgende ochtend weer vol energie aan de nieuwe dag te beginnen. Iedereen heeft dat nodig. Als je dat niet doet, gaat je welzijn achteruit, zo blijkt uit onderzoek van de Erasmus Universiteit.

Recht op onbereikbaarheid

Als iemand na werktijd nog bereikbaar dient te zijn, kan dit worden gezien als overwerk. En hierbij zit de kans er dik in dat een vereiste van ‘overwerk’ is dat dat de werknemer de opdracht tot overwerk heeft gehad, om aanspraak te kunnen maken op een vergoeding.

Continue bereikbaarheid kan dus leiden tot onbetaald overwerk. Bij werknemers met een hoog salaris wordt het overwerk eerder geacht te zijn inbegrepen. In de cao Bouw&Infra staat dat de werknemer niet verplicht is om over te werken, en dat in beginsel moet worden vermeden dat de UTA-werknemer structureel overwerkt. Hoe ziet de praktijk er bij jou uit? Laat het weten!

Er zijn ook bedrijven die intern afspraken maken over het verminderen van de bereikbaarheid buiten kantoortijd. Zo heeft BMW Duitsland de afspraak dat de werknemer mailen buiten werkuren mag opschrijven als overwerk. Bij Volkswagen wordt sinds 2011 de e-mailserver buiten werktijd zelfs op stand-by gezet. Werknemers ontvangen daardoor geen e-mails.

Laat van je horen

Wil je meepraten over dit onderwerp? Of over reisuren, overwerk, werkdruk of andere arbeidsvoorwaarden? Je hebt tot 9 juni om het UTA-onderzoek in te vullen. Jouw antwoorden zijn van belang voor het komende cao-traject. Het UTA-onderzoek vind je hier.

Wil je op de hoogte gehouden worden over het UTA-onderzoek en de uitkomsten hiervan? Onder de video kun je je aanmelden voor de nieuwsbrief.

UTA-onderzoek: blijf op de hoogte!

FNV UTA gebruikt de gegevens die u op dit formulier verstrekt om contact met u op te nemen en om updates en marketing aan te bieden. U kunt zich op elk moment afmelden door te klikken op de link in de voettekst van onze e-mails. ons privacybeleid

UTA-onderzoek: blijf op de hoogte!

FNV UTA gebruikt de gegevens die u op dit formulier verstrekt om contact met u op te nemen en om updates en marketing aan te bieden. U kunt zich op elk moment afmelden door te klikken op de link in de voettekst van onze e-mails. ons privacybeleid


BAM Alletta Schreuder

Bouwconcern BAM wil bijdragen aan een duurzamere wereld

Er is een groeiende vraag naar duurzaam bouwen. Opdrachtgevers en de markt eisen steeds meer van de bouwsector dat zij hun verantwoordelijkheid nemen op het gebied van duurzaamheid. De bouwsector, die eerder bekend staat om afval dan om natuurbehoud, moet dus stappen zetten op het gebied van duurzaamheid. Wij spraken met Alletta Schreuder van BAM. 

Alletta Schreuder
Alletta Schreuder

Ook bij bouwconcern BAM staat duurzaamheid hoog op het prioriteitenlijstje. “We hebben een speciale structuur ingericht voor onze duurzaamheidsambities waarbij programmamanagers allerlei roadmaps hebben uitgewerkt en nieuwe samenwerkingsoverleggen zorgen voor verbinding met ‘duurzame collega’s.”

Er liggen hele eisen voor bedrijven rondom duurzaamheid, denk bijvoorbeeld aan afvalreductie, stikstofuitstoot, etc. “Het veranderen van processen en gedrag heeft tijd nodig”, vertelt Alletta Schreuder, procesmanager Duurzaamheid bij bouwconcern BAM. “Bij BAM hebben we steeds meer collega’s die intrinsiek gemotiveerd zijn om aan de slag te gaan rondom duurzaamheid. Ook merk ik dat jongeren binnen BAM het een belangrijk thema vinden en er iets mee willen doen.”

Ambities

BAM ziet de groeiende behoefte aan duurzaam bouwen en heeft de duurzaamheidscomponent in de bedrijfsstrategie verder ontwikkeld. “We hebben o.a. de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties, als basis genomen voor zes kernthema’s voor onze nieuwe duurzaamheidsstrategie. Met de uitvoering van deze nieuwe duurzaamheidstrategie willen we onze CO2-, grondstoffen- en afvalvoetafdruk verder verminderen en opdrachtgevers schaalbare duurzaamheidsoplossingen bieden.”

Als procesmanager Duurzaamheid houdt Alletta zich  bezig met de duurzaamheidscertificaten, het standaardiseren van de nieuwe werkwijze, het toetsen op duurzaamheidsthema’s op bouwplaatsen en beheer- en onderhoudscontracten. “We verzamelen nieuwe maatregelen die zijn toegepast om de duurzaamheidsdoelstellingen te halen en verspreiden deze informatie naar onze business units in het land om deze werkbare oplossingen te implementeren. Zo verbeteren we steeds onze werkwijze.”

Concrete acties

Volgens Alletta worden er vele concrete acties ondernomen binnen BAM rondom duurzaamheid. Momenteel loopt in het kader van afvalbeheersing, een pilot om alle gebruikte pallets terug te brengen naar de producent. “We hebben een pilotproject gedaan met een emissieloze bouwplaats aan de voet van de Lemelerberg. Bij dit pilotproject hebben we gebruik gemaakt van elektrische vrachtwagens en busjes, graafmachines, heftrucks en trilmachines. De bouwkeet was uitgerust met zonnepanelen en een accupakket, waarin de opgewekte zonne-energie werd opgeslagen. Op de bouwplaats waren verschillende verplaatsbare laadvoorzieningen aanwezig om het materieel op te kunnen laden.”

Alletta is ooit begonnen met het inzamelen van oude bouwhelmen. Deze worden niet retour genomen door de leverancier, maar door Kopstukken vermaakt tot lampen. Op dit moment is Alletta in het kader van de afvalvermindering aan het bekijken wat ze kunnen doen met de vele doosjes van lampen bij grote projecten. “Je kan je voorstellen dat wanneer we een groot gebouw als een ziekenhuis bouwen er een hele hoop lampen opgehangen moeten worden. Dit zorgt voor een hele hoop kartonnen doosjes die bij de meeste bouwplaatsen op de grote hoop afval gegooid worden. Onnodig natuurlijk, dus ik ben aan het onderzoeken wat we het beste kunnen doen met deze doosjes. Ik zou ze graag aanbieden aan de webwinkels in de omgeving van de bouwplaats.”

Social return

Bij BAM wordt de verbinding gelegd tussen duurzaamheid (bijvoorbeeld afvalbeheersing) en de verplichting tot social return. “We zijn oude werkkleding in gaan zamelen die in het sociale naaiatelier Vanhulley worden hergebruikt en vermaakt”, zegt Alletta. Vanhulley biedt een leer-werktraject voor vrouwen in Groningen. Niet zomaar vrouwen, maar vrouwen die dolgraag een kans willen om serieuze stappen te zetten richting een betere toekomst.

Ook worden er inmiddels oude deuren uit renovatieprojecten verzameld. BAM brengt de oude deuren naar stichting De Terugwinning. Deze stichting biedt mensen dagstructuur, carrière- en opleidingsoriëntatie en werknemersvaardigheden. Daarnaast zie je steeds meer Groene Bouwhekken, waarbij circulaire houten hekken worden uitgerust met bloembakken die goed zijn voor biodiversiteit en worden onderhouden door sociale werkplaatsen. Win-win-win!

“Door hergebruik van de bouwhelmen, werkkleding en oude deuren is restafval nu de grondstof voor nieuwe producten. Op deze manier werken we binnen BAM aan het reduceren van restafval en dragen we ons steentje bij aan een fijne maatschappij voor iedereen. Natuurlijk is het nog beter om anders te gaan bouwen, zodat we aan het begin van het proces afval voorkomen. Daar zijn de andere BAM collega’s hard mee bezig!”

 

Wie is Alletta Schreuder?
De 54-jarige Alletta Schreuder houdt van uitdagingen en de wereld verkennen. Ze startte haar carrière met een bacheloropleiding Facility planning & management (Groningen) en koos daarna voor een master Beleid- en Organisatiewetenschappen (Tilburg). Haar scriptie schreef ze in Queensland, Australië. Na haar studie werkte Alletta een lange periode bij de NS waar ze o.a. verantwoordelijk was voor het landelijke beleid voor het beheer van de stations. Daarna kreeg ze het beheer over stations, Den Haag Centraal Station en Den Haag Hollands Spoor. Volgens een nieuw ontwikkeld concept en werkte ze aan campagnes om nieuwe collega’s te werven. Daarna vertrok ze bij de NS en rolde ze uiteindelijk de bouw in. Inmiddels is Alletta in verschillende rollen en divisies zo’n 6 jaar werkzaam voor BAM, waar ze zich inzet als procesmanager duurzaamheid.

 


UTA-onderzoek vierdaagse werkweek

UTA-onderzoek | Vierdaagse werkweek, drie dagen vrij

UTA-onderzoek | Vierdaagse werkweek, drie dagen vrij

Een vierdaagse werkweek zou de stress die werknemers ervaren en burn-outklachten verminderen. Dit blijkt uit een onderzoek dat heeft plaatsgevonden in het Verenigd Koninkrijk. Ook angst, vermoeidheid en slaapproblemen nemen af. De fysieke en mentale conditie verbeteren daarentegen juist.  

Het UTA-onderzoek is van start! Een mooi moment om je wensen en bedenkingen kenbaar te maken omtrent de vierdaagse werkweek. Zou je minder dagen willen werken? Of vind je het prima om vijf dagen in de week te werken? Laat van je horen en neem deel aan het onderzoek. De resultaten nemen we mee naar de komende cao-onderhandelingen.  

 

Vierdaagse werkweek met fulltime salaris

Het afgelopen jaar hebben meerdere bedrijven meegewerkt aan een pilot waarbij de vierdaagse werkweek is getest. Hier werd onderzocht of je 100 procent van het werk kunt doen, in 80 procent van de tijd, maar wel tegen 100 procent van het salaris. De pilot was een succes: 92 procent van de 61 Britse bedrijven die aan het onderzoek meededen willen de vierdaagse werkweek doorzetten. De werknemers ervaren door de vierdaagse werkweek minder stress. Dit komt onder andere door een betere nachtrust, fysieke en geestelijke gezondheid, en kwaliteit van relaties. Daarnaast verbeterde de werk/ -privébalans aanzienlijk. Men kon een beter sociaal leven onderhouden en was beter in staat om de zorg voor kinderen en familie te combineren met het werk.  

Doordat men minder uren werkt, wordt men creatiever in het verbeteren van de productiviteit en flexibiliteit. Zo worden vergaderingen bijvoorbeeld korter, zodat er meer tijd overblijft om de werkzaamheden uit te voeren.  

Meer of minder werken

Momenteel zijn er al verschillende opties om minder uren te gaan werken. Als jij meer of minder uren wil gaan werken, kun je daarvoor een schriftelijk verzoek bij je werkgever indienen. Dit verzoek moet aan een aantal voorwaarden voldoen. Je werkgever mag dit verzoek alleen weigeren als hij daar een goede reden voor heeft. Dit volgt uit de Wet flexibel werken. Let wel, dit betekent dat ook je salaris mee verandert.  

Vierdaagse werkweek voor 55+

In de cao Bouw&Infra is een regeling opgenomen voor medewerkers van 55 jaar of ouder. Als je 55 jaar of ouder bent, kun je op verzoek vier dagen (gemiddeld 32) uur gaan werken. Je arbeidsovereenkomst blijft ongewijzigd. Dat betekent dat er geen gevolgen voor de opbouw van je pensioen, vakantietoeslag, aantal vakantiedagen, en (extra) roostervrije dagen zijn.  

De praktijk  

Afgelopen jaar hebben wij webinars georganiseerd om input op te halen voor het UTA-onderzoek. Hier stelden wij verschillende UTA-medewerkers de vraag of zij een vierdaagse werkweek zouden willen. Het grootste deel van de aanwezigen zou dit wel willen, maar heeft toch enkele bedenkingen. Een vierdaagse werkweek moet dan ook daadwerkelijk betekenen dat er maar vier dagen gewerkt wordt. Men is bang dat vijf dagen werk in vier dagen gepropt moet worden. Om een echte vierdaagse werkweek te bewerkstelligen, zijn er meer handjes nodig.   

Wil je meepraten over dit onderwerp? Of over reisuren, overwerk, werkdruk of andere arbeidsvoorwaarden? Je hebt tot 9 juni om het UTA-onderzoek in te vullen. Jouw antwoorden zijn van belang voor het komende cao-traject. Het UTA-onderzoek vind je hier.

Wil je op de hoogte gehouden worden over het UTA-onderzoek en de uitkomsten hiervan? Onder de video kun je je aanmelden voor de nieuwsbrief.

UTA-onderzoek: blijf op de hoogte!

FNV UTA gebruikt de gegevens die u op dit formulier verstrekt om contact met u op te nemen en om updates en marketing aan te bieden. U kunt zich op elk moment afmelden door te klikken op de link in de voettekst van onze e-mails. ons privacybeleid

UTA-onderzoek: blijf op de hoogte!

FNV UTA gebruikt de gegevens die u op dit formulier verstrekt om contact met u op te nemen en om updates en marketing aan te bieden. U kunt zich op elk moment afmelden door te klikken op de link in de voettekst van onze e-mails. ons privacybeleid


UTA-onderzoek werkdruk

UTA-onderzoek | Deel jouw ervaringen rondom werkdruk

UTA-onderzoek | Deel jouw ervaringen rondom werkdruk

Het UTA-onderzoek is van start! Een van de belangrijkste onderwerpen waarover jij je ervaringen kunt delen is werkdruk. 1 op de 3 Nederlanders meldt zich wel eens ziek door werkdruk gerelateerde klachten. Dat maakt het beroepsziekte nummer 1. In de bouw staat een burn-out op de tweede plek.  

Ervaren jij en/of je collega’s wel eens werkdruk? Of zie je om je heen UTA’ers met burn-outklachten? Laat van je horen en neem deel aan het onderzoek. De resultaten nemen we mee naar de komende cao-onderhandelingen!

Wat staat er in de cao?

In de cao Bouw & Infra 2023 staat er in het hoofdstuk over arbeidsomstandigheden en veiligheid in artikel 7.4 ‘Werkdruk UTA-werknemer’, dat wanneer een UTA’er dreigt uit te vallen of al uitgevallen is, hij of zij recht heeft op advies en begeleiding. Het cao-artikel meldt tevens dat de bedrijfstak daar een voorziening voor heeft getroffen, waar de werknemer kosteloos gebruik van kan maken. Dit is de voorziening ‘Werkdruk en Stress’. Voor meer informatie hierover neem je contact op met je bouwarts. Je kunt op de website van Volandis ook een stresstest doen.  

De praktijk

In Nederland groeit het percentage ziekteverzuim door psychische aandoeningen, zoals een burn-out en overspanning. De helft van de UTA-medewerkers geeft aan hoge tot zeer hoge werkdruk te ervaren. Laat in het UTA-onderzoek weten wat jouw ervaringen zijn, en welke mogelijkheden er zijn binnen jouw bedrijf om werkdruk te verminderen of te voorkomen. 

Standpunt FNV

Een (te) hoge werkdruk beïnvloedt de efficiëntie en effectiviteit van het werkproces nadelig. Het gevolg van werkdruk is dat er fouten gemaakt worden. Dit is voor zowel werknemer als werkgever vervelend, daarom moet de werkdruk zoveel mogelijk beperkt worden. Er zijn oplossingen voor dit probleem. Uit onderzoek van iValue Improvement blijkt bijvoorbeeld dat het delen van werk de beste oplossing is om een burn-out te voorkomen. Door de werkzaamheden en daarmee ook de verantwoordelijkheid te verdelen over meer dan één persoon, worden mensen ontlast. Het lijkt een open deur, maar nog niet eerder is deze conclusie door middel van wetenschappelijk onderzoek bewezen. Ook opleiding en begeleiding hebben een enorm positieve invloed op de mentale gesteldheid van medewerkers. Kortom; het werk moet anders georganiseerd worden 

Wil je op de hoogte gehouden worden over het UTA-onderzoek en de uitkomsten hiervan? Onder de video kun je je aanmelden voor de nieuwsbrief.

UTA-onderzoek: blijf op de hoogte!

FNV UTA gebruikt de gegevens die u op dit formulier verstrekt om contact met u op te nemen en om updates en marketing aan te bieden. U kunt zich op elk moment afmelden door te klikken op de link in de voettekst van onze e-mails. ons privacybeleid

UTA-onderzoek: blijf op de hoogte!

FNV UTA gebruikt de gegevens die u op dit formulier verstrekt om contact met u op te nemen en om updates en marketing aan te bieden. U kunt zich op elk moment afmelden door te klikken op de link in de voettekst van onze e-mails. ons privacybeleid


Overuren - UTA-onderzoek

UTA-onderzoek | Maak jij overuren en krijg je ze betaald?

UTA-onderzoek: maak jij overuren en krijg je ze betaald?

Het UTA-onderzoek is van start! Een van de onderwerpen die terugkomt in het onderzoek is overwerk. Soms moet je werken buiten de uren die je met je werkgever hebt afgesproken. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als het heel druk is of als je een collega moet vervangen. De werkgever moet hier een goede reden voor hebben. Wat zijn de afspraken voor UTA-medewerkers? 

Moet jij wel eens overwerken? Krijg jij deze uren betaald? Of wordt deze tijd op een andere manier vergoed? Laat van je horen en neem deel aan het onderzoek. De resultaten nemen we mee naar de komende cao-onderhandelingen! 

Overwerk

Als je besluit om meer uren te werken dan in je contract staat en je werkgever dit niet van je gevraagd heeft, wordt dit niet altijd als overwerk gezien. Je werkgever hoeft deze uren niet te vergoeden. Daarom is het handig om hier afspraken over te maken met je werkgever. Vaak zijn over de uitbetaling van overuren afspraken vastgelegd in de cao, het bedrijfsreglement, of je arbeidsovereenkomst.  

Overwerk als UTA-medewerker in de bouw

Voor UTA’ers zijn er enkele afspraken gemaakt in de cao Bouw&Infra. Er is sprake van overwerk als je op een dag meer werkt dan volgens het rooster dat is vastgesteld volgens de cao. Verplichte extra uren uit het spaarurenmodel zijn geen overwerk. Uit de cao volgt ook dat in beginsel moet worden vermeden dat de UTA-werknemer structureel overwerkt. Structureel overwerk betekent dat je er regelmatig meer uren worden gewerkt dan de afgesproken contacturen. 

Structureel overwerken kan nadelige gevolgen hebben voor je gezondheid en welzijn. Het kan namelijk bijdragen aan het gevoel van stress en angst of leiden tot een depressie. Daarnaast kan het ervoor zorgen dat je slecht slaapt, vermoeid bent en een verminderde productiviteit en concentratie hebt. Laat daarom aan je werkgever weten dat je te veel werk in weinig uur moet doen. Mogelijk kan je werk anders ingedeeld worden.  

Als je als UTA-werknemer overwerk van aanmerkelijke omvang doet en dit gebeurt in opdracht van de werkgever, dan moet jouw werkgever jou laten weten hoe hij dit compenseert. Als je werkgever dit niet doet of als de compensatie per uur lager is dan het uursalaris, dan hebben werknemers met een functie tot en met niveau 3 ten minste recht op een uur vrije tijd of een uur salaris per uur overwerk. We adviseren je om altijd zelf bij te houden hoeveel uren je werkt en overwerkt. Als je deze uren niet betaald krijgt, kun je eens de overwerkcalculator gebruiken om te berekenen hoeveel geld je misloopt. 

De praktijk

Tijdens de webinars die wij hebben gehouden om input op te halen bij jullie voor het uta-onderzoek stelden wij de vraag hoeveel overuren de aanwezige UTA’ers maken. Het werd duidelijk dat sommigen van jullie tot wel 10 overuren per week maken. Soms worden deze uren vergoed in tijd voor tijd, maar dan moeten deze uren wel zelf bijgehouden worden. Bij anderen wordt een verzoek tot uitbetaling alleen gehonoreerd als er vooraf is aangegeven dat er overuren gemaakt gaan worden.  

De deelnemers waren het er met zijn allen over eens dat er meer personeel moet komen om niet meer structureel over te moeten werken. Daarnaast werden ook andere oplossingen aangedragen, zoals het werk aantrekkelijker naken voor jongeren en het werk opsplitsen en verdelen over meerdere collega’s om de werkdruk te verdelen.  

Tijd voor meer duidelijkheid omtrent overuren en -werk dus om tot goede, structurele oplossingen te komen. Laat van je horen!

Wil je op de hoogte gehouden worden over het UTA-onderzoek en de uitkomsten hiervan? Onder de video kun je je aanmelden voor de nieuwsbrief.

UTA-onderzoek: blijf op de hoogte!

FNV UTA gebruikt de gegevens die u op dit formulier verstrekt om contact met u op te nemen en om updates en marketing aan te bieden. U kunt zich op elk moment afmelden door te klikken op de link in de voettekst van onze e-mails. ons privacybeleid

UTA-onderzoek: blijf op de hoogte!

FNV UTA gebruikt de gegevens die u op dit formulier verstrekt om contact met u op te nemen en om updates en marketing aan te bieden. U kunt zich op elk moment afmelden door te klikken op de link in de voettekst van onze e-mails. ons privacybeleid


Dag van de Arbeid

1 mei: Dag van de Arbeid

Ieder jaar staat 1 mei wereldwijd in het teken van de Dag van de Arbeid. In Nederland is het (nog) geen vrije dag. Dat zou wel moeten!

Op 1 mei in 1890 gaan zowel in Europa als in de Verenigde Staten mensen massaal de straat op voor de achturige werkdag, betere arbeidsvoorwaarden, en het behoud van vrede.

Feestdag

In veel Europese landen is 1 mei een officiële, doorbetaalde feestdag. In Nederland is dat (nog) niet het geval. Dat komt deels omdat vroeger Koninginnedag op 30 april viel, en wij voornamelijk op kerkelijke feestdagen, zoals Pasen en kerst, vrij zijn. Een andere reden is dat de confrontaties tussen vakbonden en de overheid in ons land een stuk minder heftig waren dan in bijvoorbeeld Frankrijk of Spanje. Ons poldermodel heeft de scherpe randjes van de protesten gehaald, waardoor de Dag van de Arbeid in de loop der jaren eigenlijk meer naar de achtergrond is verdwenen.

Vieren én herdenken

In Nederland zou de Dag van de Arbeid ook een vrije dag moeten zijn. Niet alleen om de werknemers te vieren, maar ook om te herdenken, en onze internationale solidariteit te tonen. Zolang dat niet nationaal is geregeld, proberen vakbonden daar in de cao’s afspraken over te maken. Zo is bijvoorbeeld in de cao Schoonmaak wel afgesproken dat de werknemers vrij zijn op 1 mei.

De FNV heeft de organisatie voor de Dag van de Arbeid op zich genomen. Ook dit jaar wordt 1 mei groots gevierd in Amsterdam. Kom je ook? Klik hier voor meer informatie.


Sophie Postma: "Duurzamer leven in een tiny house"

Op zo’n vijftien minuten loopafstand van het station in Hilversum vind je midden in een woonwijk vijf tiny houses op het terrein van VONK in de wijk. In een van deze tiny houses woont Sophie Postma (30). Wij spraken met Sophie over de bouw van haar avonturenhuisje en het leven in een tiny house.

Sophie Postma
Sophie Postma

Sophie droomde al jaren van wonen in een tiny house en was druk bezig deze droom te verwezenlijken. Ze dacht na over ontwerpen en indelingen, en is ze in het bestuur van een stichting getreden. Toen kwam alles in een stroomversnelling. Nog voordat ze een plekje voor haar tiny house had, kocht ze een onderstel. Sophie zegt lachend: “Ik dacht: ik ga er gewoon vol in en we zien het wel.”

Via via kwam ze in contact met VONK en kreeg ze een plekje op het terrein. Maar toen moest het hele huis nog gebouwd worden. Ongeveer vier maanden lang betaalde ze voor de grond, zonder dat er een huisje op stond. De vader van Sophie is timmerman en heeft een eigen bedrijf en werkplek. Hier heeft zij samen met haar vader in vijf maanden tijd een tiny house gebouwd.

Het bouwen van een tiny house

In het bouwbesluit staan nog weinig regels over tiny houses, dus het was lastig om te bepalen hoe het huisje gebouwd moest worden. Sophie heeft daarom veel YouTube video’s met haar vader gekeken, want het is wel echt anders bouwen dan een normaal huis. Bij het bouwen van een tiny house dien je in ieder geval rekening te houden met een maximum gewicht van 3500 kilo een maximale hoogte van vier meter als je de woning over de weg zou willen vervoeren. Volgens Sophie zit je daar zo aan, terwijl je denkt dat het best veel is.

Dit dwingt je om veel keuzes te maken. “Een eikenhouten vloer is natuurlijk ontzettend zwaar, dus dan moet je ergens anders weer op inleveren,” zegt Sophie. “Uiteindelijk is het huisje ook wel iets te zwaar geworden. Dat is wel één van de redenen dat we hem niet over de weg hebben getrokken, maar op een dieplader hebben laten vervoeren.”

Restricties en compromissen

Het bouwen aan een tiny house vraagt om veel pionieren en nadenken over mogelijkheden. “Omdat je onder viaducten door moet kunnen, mag de woning slechts 4 meter hoog zijn. Vanaf de trailer ben je al vijftig centimeter kwijt. Dan moet je het nog isoleren, moet je in de kamer kunnen staan, heb je een vide en nog meer isolatie. En dat allemaal binnen vier meter. Daarom heb ik gekozen voor isolatiemateriaal gemaakt van aardolie voor het dak en de vloer. Dat is iets compacter, waardoor ik wat extra centimeters heb kunnen winnen. Zo sluit ik compromissen met mijzelf.” Volgens Sophie is deze keuze te onderbouwen met de trias energetica, waarbij de eerste stap aangrijpt op het minimaliseren van energieverbruik en de derde stap pas inspeelt op het efficiënt gebruik van fossiele brandstoffen.

Ondanks de restricties, heeft Sophie gelukkig geen dingen hoeven laten. “Er komt wel nog een hele trappenkast in, dus dat betekent dat ik dat en de keuken er weer uit moet halen als ik zou verhuizen van plaats.” Het keukenblad is namelijk gemaakt van een oud tafelblad en pas geplaatst nadat het huis op zijn plek was gezet. Wel geeft Sophie aan dat ze achteraf andere keuzes gemaakt zou hebben. Je bouwt namelijk in lagen. In de onderste laag heeft Sophie gekozen voor een betonplexlaag van 18 millimeter. “Lekker stevig, maar ook heel zwaar. Dit had wel een stuk dunner gekund en is dus een beetje een verkeerde keuze geweest. In de badkamer hebben we ook licht beton gebruikt. Dit is zwaarder dan bijvoorbeeld PVC. Dit had ook anders gekund.”

Filosofie en duurzaamheid

Sophie vind het heel erg belangrijk om de filosofie achter het wonen in een tiny house te benoemen “Je ziet een tweesplitsing tussen mensen die fulltime in zo’n huis wonen en anderen die het meer zien als recreatie of als businessmodel. Voor mij is de filosofie om een stuk duurzamer te leven en een kleine ecologische voetafdruk achter te laten. Dat je een kleine paar vierkante meter hebt, waar jij precies de spullen en de benodigdheden hebt, en echt niet meer nodig hebt. Dat dwingt je ook om bepaalde keuzes te maken. Ik kan hier gewoon niet mijn hele leven opslaan, dat gaat gewoon niet. Ik heb wel echt moeten ontspullen. Nu sta ik in winkels en denk ik: ‘heb ik dit echt nodig of niet?’. Dan maak je andere keuzes, omdat je niet zo’n groot huis hebt.”

Vanuit deze filosofie is het ook belangrijk om duurzame materialen te kiezen. Soms zie je huisjes met heel veel kunststof. Sophie begrijpt dit wel, maar ze heeft zelf geprobeerd om veel na te denken over de materialen die ze gebruikt. De binnenste laag van haar huis is gemaakt van populierenmultiplex. Dit is een snelgroeiende houtsoort en licht geperst, waarbij gebruik wordt gemaakt van een lijm die minder schadelijke stoffen bevat. Daarnaast heeft ze nog andere duurzame keuzes gemaakt. De deurtjes van het toilet vond ze op straat, het aanrechtblad is een oud tafelblad, en haar poefje heeft ze opgehaald bij mensen uit de straat. Ook heeft ze een tweedehands schuifpui.

De schuifpui komt van een klant van haar vader en is echt de eyecatcher van het huis. Sophie over moment dat de schuifpui erin zat: “Ik schrok me te pletter, ik dacht die is veel te groot.” In eerste instantie wilde Sophie de pui als voordeur gebruiken. Toen bleek dat de deur alleen vanbinnen op slot gedaan kan worden. “Alle muren waren al gemaakt, maar toen konden we de pui dus niet als voordeur gebruiken. We hebben toen die andere deur last minute erin gemaakt. Uiteindelijk ben ik er heel blij mee, want het creëert heel veel ruimte, doorstroom van lucht en een vluchtroute. Het huisje voelt echt heel ruim door de grote schuifpui.”

Sophie heeft in het proces naar het wonen in een tiny house gesproken met een docent van de vakschool Nimento. Voor een van de opleidingen werden opdrachtgevers gezocht die later in een tiny house wilden wonen. De studenten zouden vervolgens voor deze opdrachtgevers een ontwerp maken. Uiteindelijk waren er 78 studenten die zich hadden ingeschreven en waren er 61 onderwerpen die beoordeeld konden worden. Sophie heeft hier veel inspiratie over bijvoorbeeld materiaalkeuzes en indeling uit gehaald.

Isolatie

Voor het isolatiemateriaal heeft Sophie gebruik gemaakt van isovlas en Gutex. Isovlas is een restproduct van de linnenindustrie en gutex is een houtvezelplaat, gemaakt van geperst hout van restproducten van de houtzagerij. “Door het kleine oppervlakte van een tiny house, heb je snel te maken met vochtvorming. Door isolatiematerialen te gebruiken die vocht kunnen doorlaten, kun je het huisje damp open bouwen waardoor het huisje als het ware ‘ademt’," zegt Sophie. "Het nadeel is wel dat daardoor de muren ontzettend dik zijn, omdat het materiaal een lagere isolatiewaarde heeft, vergeleken met isolatiematerialen van minerale oorsprong. Je hebt dus meer nodig om betere isolatie te maken.”

Sophie heeft zich goed verdiept in verschillende isolatiematerialen. “Ik las toen ook over métisse. Dat is gemaakt van verpulverde spijkerbroeken. Dat is ook isolatiemateriaal. Ik dacht dat dit erg duurzaam was, maar toen was ik vorige week op het grondstoffencongres en toen vertelde iemand dat het eigenlijk zonde is als je rechtstreeks van spijkerbroek naar laagwaardig isolatiemateriaal gaat. Je kunt ertussen nog veel meer stappen nemen, door er bijvoorbeeld eerst nog sokken van te maken. Zo leer ik ook nog steeds veel meer bij.”

Dit geldt ook voor zonnepanelen. “Ik heb hier uiteindelijk wel voor gekozen, ondanks het feit dat hiervoor grondstoffen gedolven moeten worden, is dit alsnog een duurzamere keuze en levert het netto meer CO2 besparing op.. Mijn buren hebben bijvoorbeeld voor alles elektrisch gekozen en niet zonnepanelen. Ik heb heel lang nagedacht over hoe ik de ruimte en water ga verwarmen. Mijn eerste gedachte was om dit op zonne-energie te doen. Maar ik heb uiteindelijk toch besloten om gebruik te maken van een gasgeiser. Dit was voor mij eigenlijk de enige betaalbare keuze.”

Terugblik en over het leven in een tiny house

Het nauw samenwerken met haar vader is haar verrassend goed bevallen. “Het gaafste vind ik dat ik het met mijn vader heb gebouwd. Toen het plekje bij VONK vrij kwam, zei ik: ‘pap, dit is hét moment. We moeten nu gaan bouwen, want er komt nu een plek vrij. We gaan hiervoor!’. Toen was hij all-in en heeft hij veel werk uitgesteld.” Sophie zegt in die periode heel veel liefde te hebben gevoeld. “De samenwerking ging verrassend goed. Hij heeft mij zoveel geleerd van zijn vak. Ik was er bleu in, want ik ben theoretisch opgeleid en hij is echt een vakman.”

Het was een hele bijzondere periode om aan haar huis te werken met haar vader, waarbij ze ook hulp heeft gekregen van haar moeder en zus. Dagelijks kwam er wel familie langs voor een kopje koffie of een borreltje na vijven. “Maar op het laatst, toen de druk op de ketel zat, en het af moest omdat er al een verhuisdatum gepland stond, liepen de spanningen soms wel hoog op. Toen is er wel eens ruzie geweest, maar dat hoort er denk ik wel bij.”

Momenteel woont Sophie zo’n zes maanden in haar tiny house in Hilversum. De dag voor het interview heeft ze net nieuwe buren gekregen. Sophie is betrokken geweest bij de keuze hierin.. “Het is heel sociaal. Ze kwamen gister aan en dan komt zelfs een buurman van de hoek die zijn hond aan het uitlaten was, de hele ochtend helpen om het huisje op zijn plaats te zetten. Het brengt veel broederschap.”

De omwonenden hebben echter niet altijd even enthousiast gereageerd. Toen er duidelijk werd dat er tiny houses georganiseerd zouden worden, is haar buurvrouw langs alle huizen gegaan om de omwonenden uit te nodigen voor een buurtavond. “Dit persoonlijke contact heeft echt geholpen, want buren reageren er nu heel positief op. Maar toch is er nog onduidelijkheid over wat het nu is. Soms krijg ik wel vragen over hoe het later voor mij zal zijn, als ik dan in een ‘echt’ huis woon. Maar voor mij is dit een echt huis. Dit is mijn huis. Het is een andere manier van denken.”

Toekomst

Dat het heel sociaal is, blijkt ook uit het feit dat toiletten, gereedschap, en de wasmachine gedeeld worden in het hoofdgebouw. “Al het gereedschap wat je nodig zou hebben ligt daar. Je mag dit gebruiken en dan schrijf je op wat je gebruikt hebt. Later vul je dit dan weer aan. Je staat dus echt stil bij wat je persoonlijk nodig hebt en wat je kunt delen met anderen wat je niet dagelijks nodig hebt.”

Helaas krijgt het terrein van VONK over een aantal maanden een andere bestemming. Dit betekent dat Sophie opzoek moet naar een nieuwe locatie om haar tiny house neer te zetten. “Het geeft wel stress, ik heb nog 8 maanden voordat ik hier weg moet en de plekken liggen echt niet voor het oprapen. Ik moet dus weer lobbyen bij gemeenten, aansluiten bij verenigingen of via via mensen leren kennen. Als een boer bijvoorbeeld zegt dat het op zijn terrein mag staan, moet je toch naar de gemeente met de vraag of je een permanente woning op dat terrein mag zetten. Hiervoor moet het bestemmingsplan gewijzigd worden, want het is niet slechts ter recreatie. Dat maakt het wel lastig om een plekje te vinden. Voordat je zon bestemmingswijziging hebt, ben je echt jaren verder. Er zijn stichtingen die lobbyen die er 5-6 jaar over doen voordat iets voor elkaar gekregen wordt.

In de toekomst wil Sophie ook een moestuin en composthoop. “De huidige maatschappij is zo gemakzuchtig. We kunnen alles zo veel beter gebruiken.” Toch ziet ze zich niet de rest van haar leven in een tiny house zitten. Samenwonen lijkt haar bijvoorbeeld wel een uitdaging. “Maar ik moet echt zien hoe het loopt.”

Tips voor mensen die ook in een tiny house willen wonen

Sophie heeft ook nog enkele tips voor mensen die ook overwegen om in een tiny house te gaan wonen. “Ik denk dat je via via wel echt op een plek gewezen moet worden. Marjolein Jonker is de pionier tiny houses. Zij was een van de eersten die in 2016 in een tiny house ging wonen. Zij heeft ook het platform tiny house NL opgezet. Je moet echt wel investeren in mensen om aan een plek te komen. Door bijvoorbeeld naar open dagen te gaan. Of een keer een nachtje in een tiny house te verblijven waardoor je weet wat mee en tegen valt. Ook moet je een lijstje maken van je wensen."

Sophie heeft ook een Instagram account (@avonturenhuisje) voor haar huisje aangemaakt. "Veel mensen die ik niet ken, zijn mij gaan volgen. Het wereldje is dan best wel klein. Inschrijven bij stichtingen en CPO’s kan ook helpen om aan een plekje te komen.”

Volgens Sophie kan een huis snel gebouwd zijn. Zeker als je deze laat bouwen. Een plekje vinden is het moeilijkst. “Je moet echt samen komen. Het gaat niet helpen als je het alleen doet. Het moet je droom zijn en er echt mee bezig zijn."


Digitalisering

Digitalisering | Investeer in vaardigheden van mensen

Meer woningen, digitalisering, de energietransitie, een duurzame gebouwde omgeving: om alle urgente ambities te realiseren is digitale (keten)samenwerking cruciaal. Vanuit FNV Bouwen & Wonen dragen we daar graag aan bij. 

https://youtu.be/ZbSSN0tYEj4

Kitty van den Hoven, bestuurder bij FNV Bouwen & Wonen: “De wereld om ons heen verandert, daardoor ontstaan ook nieuwe technieken en werkwijzen. Er is veel aandacht voor de technische innovatie, maar veel minder voor de sociale innovatie. Dit terwijl de veranderingen voor de mens/werknemers groot zijn. Er komen nieuwe functies, er verdwijnen functies en er veranderen functies. En als er aandacht is voor de sociale innovatie is deze vaak gericht op studenten/jonge werknemers, terwijl we alle werknemers hierin mee moeten nemen. Juist ook de huidige groep werknemers.”

Wat zie je gebeuren in de praktijk?

Kitty: “Iemand die nu 40 is, had tijdens zijn schooltijd nog nauwelijks ervaring met internet. Hij heeft ongetwijfeld bijgeleerd door het gebruik van zijn mobiele telefoon. Maar de diepere achtergronden - hoe werkt het, wanneer werkt iets wel en wanneer niet, hoe staat het met de digitale veiligheid? - kennen de meeste 35-ers niet. Dan heb je het wel over een grote groep die nog ruim 25 jaar moet werken. De meeste digitale bijscholing richt zich op werknemers met een hbo- of wo-opleiding. Maar dat zijn niet degenen die het werk op de bouwplaats doen.”

Wat is er nodig in de sector?

Kitty: “We moeten weten waar we nu staan, en waar we naar toe willen. We hebben een visie van bedrijven nodig op digitalisering en welke impact dat heeft op de organisatie en het werk. Ik zie hier een belangrijke rol weggelegd voor HR en de OR.”

Wat kunnen werkgevers doen?

Kitty: “Werkgevers moeten flink investeren in de kennis en vaardigheden van hun werknemers. De sector kan hier ondersteuning bieden door dit gezamenlijk op te pakken. Zo zorgen we samen voor goed opgeleid personeel en daarmee goed werk. Leren hoeft niet in de schoolbanken, maar kan ook gerealiseerd worden door bijvoorbeeld iemand stage laten lopen binnen het eigen bedrijf. Bedrijven moeten ruimte geven aan de werknemers om zich te kunnen ontwikkelen. Laat werknemers meedenken, meepraten, en ook meebeslissen. Dan zijn ze een stuk gemotiveerder om mee te gaan in alle ontwikkelingen. Wij pleiten voor een innovatieve organisatie waar technologische innovatie en sociale innovatie samengaan.”

Wat zie je gebeuren in de toekomst?

Kitty: “Opdrachtgevers gaan steeds meer eisen stellen, dus het is voor bedrijven eigenlijk onmogelijk om niet mee te gaan met deze ontwikkelingen. En ook, door sommige technologische ontwikkelingen neemt de fysieke belasting voor werknemers af. Dat is goed! Maar het mag niet gaan leiden tot een slechte kwaliteit van werk: veel van hetzelfde, eentonigheid, et cetera. Voor werknemers wordt het werk interessanter als ze meer vaardigheden hebben en daardoor breed inzetbaar zijn. Kortom zich kunnen blijven ontwikkelen. Niemand vindt saai werk leuk!”

Bedrijven en werknemers kunnen contact opnemen met FNV Bouwen & Wonen voor ondersteuning op het gebied van sociale innovatie via uta@fnv.nl.


Workers' Memorial Day

Workers’ Memorial Day

Op Workers’ Memorial Day herdenken we werknemers die zijn overleden door een bedrijfsongeval of een beroepsziekte. FNV roept de overheid op om de komende jaren meer ambitie te tonen en werk te maken van veilig en gezond werken. 

Ieder jaar op 28 april hangt de vlag bij FNV halfstok en staan we stil bij werknemers die ziek zijn geworden door hun werk, gewond raken, of om het leven komen. Jaarlijks overlijden in Nederland vijftig tot zeventig werkenden na een ongeval op het werk. Daarnaast komen er jaarlijks in Nederland ook meer 4000 mensen om het leven door een opgelopen beroepsziekte. Het thema van Workers’ Memorial Day is dit jaar: maak een veilige en gezonde werkplek een fundamenteel recht.

De FNV vindt dat het beter moet, en dat het ook beter kan. De meerderheid van bedrijven die werkt met kankerverwekkende stoffen, beschermt de werknemers onvoldoende. Uitzendkrachten en zzp-ers hebben vaak geen toegang tot de bedrijfsarts.

Symposium

Op vrijdag 28 april organiseert de FNV samen met de Stichting Arbeidsongevallen een symposium op Schiphol. Veilig en gezond werk is een recht voor iedere werknemer. Tijdens het symposium spreken vicevoorzitter van FNV Kitty Jong, Hanneke van den Bout (directeur Gezond en Veilig Werken bij het ministerie van SZW), Rits de Boer (Inspecteur Generaal bij de Nederlandse Arbeidsinspectie), en Jan Warning (directeur ISBG).
Ook vertellen werknemers over wat zij meemaken in de praktijk. De Stichting Arbeidsongevallen presenteert de onderzoeksresultaten naar arbeidsongevallen bij precair werkenden, en de Laura Brugmans Award wordt uitgereikt. 
Wanneer: vrijdag 28 april 2023
Waar: Schiphol
Tijd: 14:00 - 16:00 (inloop 13:30) 

Aanmelden kan door een e-mail te sturen naar tanja.vanmeerveld@fnv.nl

Workers' Memorial Day