goed werkgeverschap

Thuiswerken: Goed werkgeverschap door afspraken, faciliteiten en voorlichting

Vorige maand deed FNV|UTA onderzoek naar de ervaringen en verwachtingen rondom thuis werken tijdens en na Corona. In dit artikel nemen we de resultaten verder onder de loep en gaan we dieper op het thuiswerken in. Wat zijn volgens UTA werknemers voorwaarden om thuiswerken goed en naar tevredenheid te laten verlopen? In het kort: Thuiswerken is ook in de bouw niet meer weg te denken. Goede afspraken over de voorwaarden zijn nodig, zodat thuiswerken niet onder doet voor werken op kantoor.

Veranderde werkomstandigheden

Al ruim een jaar werken de meeste mensen thuis. Het werkende leven is daarmee totaal veranderd. De verwachting is dat na de coronacrisis er meer wordt thuisgewerkt dan voorheen. Verschillende onderzoeken zoals die van het CPB (2021) bevestigen dat ook. Voorheen werd er gemiddeld door werknemers ongeveer vier uur per week thuisgewerkt, dat wordt meer. Onze verwachting is dat ook UTA-werknemers voor een deel blijven thuiswerken na de coronacrisis.

Goed werkgeverschap

Uit FNV|UTA onderzoek blijkt dat UTA werknemers het belangrijk vinden dat de werkgever zorgt voor goede afspraken en het thuiswerken faciliteert. Ook is voorlichting vanuit de werkgever van belang. Als dat zo is zijn werknemers in de regel meer tevreden over hun werkgever. Een werkgever heeft niet alle omstandigheden in de hand die maken dat thuiswerken positief wordt ervaren. Maar kan zoals duidelijk wordt in dit artikel een heleboel doen om het thuiswerkklimaat positief te beïnvloeden en bij te dragen aan goed werkgeverschap. Een thuiswerkvergoeding hoort daar bijvoorbeeld ook bij.

Gedeeltelijk thuiswerken

Uit het onderzoek van FNV|UTA blijkt dat bijna tweederde van onze respondenten na de coronacrisis thuis willen blijven werken. En ook gedeeltelijk thuiswerken kon op veel steun rekenen. Het verschilt wel per werknemer wat gewenst is qua aantal dagen thuiswerken. Van de respondenten gaf maar liefst 52 procent aan dat men in de toekomst twee dagen per week wil thuiswerken, en 30 procent heeft een voorkeur voor drie dagen per week. Ook viel op dat werkenden tijdens de coronacrisis veel ervaring opdeden met thuiswerken.

De redenen die zorgen voor de wens van thuiswerken lopen uiteen. Enkele voorbeelden zijn minder reizen naar kantoor, meer productiviteit, een flexibele dagindeling. Ook wordt benoemd dat thuiswerken voor een betere balans zorgt tussen werk en privé. Dat werknemers meer willen thuiswerken biedt werkgevers dus ook kansen om nieuw UTA personeel aan te trekken dat een voorkeur heeft om in deeltijd en/of flexibel thuis te werken.

Risico’s en kansen

In de afgelopen tijd zijn er veel onderzoeken gedaan naar thuiswerken en zowel de positieve als negatieve effecten daarvan belicht.

In het afgelopen jaar hebben veel van de UTA-medewerkers gezien dat die faciliteiten zijn verbeterd door inspanningen van zowel henzelf en/of de werkgever. Maar ook werd duidelijk dat de werkplek thuis niet vaak zo goed was als de werkplek op kantoor. Daar liggen dus nog kansen voor werkgevers om werkomstandigheden thuis te verbeteren. En als thuiswerken normaler wordt is het dus nodig dat de werkgever daar in voorziet.

UTA medewerkers ervaren soms productiviteitswinst bij het thuiswerken, waarbij zij de kanttekening plaatsen dat er voldaan moet worden aan een aantal randvoorwaarden. Deze randvoorwaarden zijn  goede ICT-faciliteiten  en een goede passende thuiswerkplek van groot belang. Dit komt overeen met wat in ander onderzoek wordt gevonden over factoren om productief thuis te werken. Werknemers waarderen een werkgever die de handschoen oppakt om oplossingen te vinden en met zijn werknemers een goed gesprek voert over solide voorwaarden.

Contact

Een groot gemis tijdens de coronacrisis is voor velen sociaal contact. Daar deelden ook de UTA-medewerkers in het onderzoek veel ervaringen over vanuit hun praktijk. Ook hier geven andere onderzoeken beperkingen aan van het thuiswerken. Er is echt minimaal face-to-face contact nodig voor een goede werkrelatie en dat is tijdens de coronacrisis soms moeilijk of niet realiseerbaar. Veel van de respondenten ervaren deze situatie als negatief, bijvoorbeeld als het gaat om meekrijgen wat er speelt op de werkvloer. Even bijpraten is er nauwelijks bij. Daarom geven zij aan dat een combinatie van kantooruren met thuiswerkdagen de meest ideale en gewenste situatie is.

Cao onderhandelingen

De resultaten van het onderzoek worden meegenomen in de komende onderhandelingen voor een betere Bouw & Infra cao. Het is duidelijk dat thuiswerken ook in de bouw veel kansen en mogelijkheden biedt. Volg de voortgang via onze nieuwsflits en website.

 

FNV|UTA doet 1x per kwartaal een uitvraag onder UTA medewerkers om te peilen hoe er wordt gedacht over actuele onderwerpen. Dat kan zijn over bijvoorbeeld digitalisering, werkdruk, arbeidstijden, thuiswerken. We zoeken UTA medewerkers die willen deelnemen aan ons FNV|UTA panel. Wil je meedoen? Geef je hieronder op!

Meld je aan het voor UTA-panel!

 

Je gegevens worden ruim een jaar opgeslagen om je in de toekomst op de hoogte te houden van ons aanbod. Door je aan te melden voor het UTA-panel stem je in met dat we je één keer per kwartaal een vragenlijst toesturen, over relevante onderwerpen voor jou als UTA'er (zoals werkdruk, thuiswerken en de cao).

Pas als je akkoord gaat met deze voorwaarden kun je dit formulier verzenden.


Video: Ontmoet jouw cao-onderhandelaars!

De onderhandelingen voor de nieuwe cao Bouw en Infra zijn van start! Sectorbestuurder Hans Crombeen en UTA-consulent Laura Beers nemen namens jou plaats aan de onderhandelingstafel.

Benieuwd? Bekijk de video en ontmoet Hans en Laura!

https://youtu.be/3NYmzs5xU2M

Benieuwd naar al onze voorstellen? Bekijk ze hier.

Klik hier voor de werkgeversvoorstellen.


Cao-onderhandelingen: voorstellen uitgewisseld met werkgevers

Op 3 maart hebben wij onze voorstellen voor de nieuwe cao uitgewisseld met werkgevers in de Bouw & Infra. Wat de werkgevers willen afspreken lees je hier. Per voorstel licht Hans Crombeen, cao onderhandelaar, deze toe. Je kunt onze volledige voorstellenbrief hier teruglezen. 

Cao-onderhandelaar Hans Crombeen over de eerste onderhandelronde: "Zo, de kop is er af. Onze voorstellen zijn overhandigd en toegelicht. Bij sommige van onze voorstellen hebben we al iets langer stilgestaan. Bijvoorbeeld over de afspraken die wij voor UTA-medewerkers willen maken. De centrale lijn van de  werkgevers is dat ze hier niets mee willen. Het oude argument, dat het te ingewikkeld zou zijn om aparte afspraken over UTA te maken, wordt van stal gehaald. Alleen over de thuiswerkvergoeding kan worden doorgepraat."

De werkgevers hebben hun voorstellen uitgereikt en toegelicht. Deze zijn:

1. De pensioenpremie mag in 2022 en 2023 niet verder stijgen. Als er maatregelen nodig zijn, doordat bijvoorbeeld de rente verder daalt, dan moet de oplossing gezocht worden in verlaging van de toekomstige opbouw.

Toelichting Hans Crombeen: De premie is de afgelopen 2 jaar inderdaad sterk gestegen. De kosten zijn 50/50 verdeeld tussen de werkgever en de werknemer. We kunnen niet in een glazen bol kijken, dus het is onzeker of er meer premie nodig is om dezelfde pensioenopbouw te kunnen houden. We gaan onze leden hier apart over raadplegen.

2. Als er aan werkgeverskant niet langer steun voor het Tijdspaarfonds is, dan willen werkgevers stoppen met het fonds per 1 januari 2023. 

Toelichting: Op dit moment loopt er een enquête onder werkgevers en werknemers over de toekomst van het Tijdspaarfonds. Die loopt nog tot 12 maart en er is geen tussentijds inzicht in de resultaten. Werkgevers willen een voorschot nemen. Als de werkgevers die de enquête hebben ingevuld in meerderheid voor afschaffing zijn, dan willen ze het Tijdspaarfonds kunnen afschaffen. Dat gaat helemaal voorbij aan de wensen die werknemers hebben. De uitkomst van de enquête volgt pas later. Wij willen dit onderwerp niet bespreken tijdens deze onderhandelingen.

3. Schaf de reïntegratiebonus af en verdeel de loondoorbetaling bij ziekte anders:

  • Eerste halfjaar: 100%
  • Tweede halfjaar: 90%
  • Derde halfjaar: 80%
  • Vierde halfjaar: 70%

Toelichting: Als je langer dan een jaar ziek bent, dan krijg je het tweede jaar 70% loon. Als je binnen het tweede jaar weer aan de slag gaat, dan krijg je van je werkgever het verschil tussen 70 en 100% in één keer uitbetaald. Werkgevers willen die afschaffen. Verder willen ze de verdeling anders maken. Als je twee jaar ziek blijft krijg je precies hetzelfde als nu (100% eerste jaar, 70% tweede jaar). Maar het aantal mensen dat een jaar ziek is ligt uiteraard veel hoger dan het aantal mensen dat twee jaar ziek blijft.

4. Ga naar de wettelijke afspraak voor de ketenbepaling. En maak meer gebruik van de mogelijkheid om contracten die onderbroken zijn niet samen te tellen.

Toelichting: Als je een tijdelijk contract krijgt, dan mag dat volgens de cao nu maximaal 2 contracten zijn van samen 24 maanden. De wet staat toe dat je 3 contracten in 36 maanden krijgt. Daarna moet je in vaste dienst worden genomen. Werkgevers willen naar de wet. Als er tussen 2 contracten 6 maanden of meer tijd zit, dan worden contracten niet samengeteld. Voor vier beroepen is in de cao die termijn ingekort naar 3 maanden. Dat zijn beroepen waar bijvoorbeeld winterwerkloosheid vaak voorkomt, zoals de asfalteerder. Werkgevers willen meer beroepen toevoegen.

5. Als de werkgever en werknemer het samen eens zijn over doorwerken na de AOW dan moeten er een aantal zaken veranderen

Toelichting: Nu kan je niet ontslagen worden als je de AOW leeftijd bereikt en als je doorwerkt, dan is dat onder dezelfde arbeidsvoorwaarden. Werkgevers stellen voor om:

  • Ontslag op AOW datum automatisch te maken,
  • Als er dan doorgewerkt wordt op een nieuw contract dan geldt niet meer de langere opzegtermijn uit de cao, kun je tot 6 tijdelijke contracten krijgen en geldt voor loondoornbetaling bij ziekte maximaal 3 maanden.

Er zijn onder de 200 mensen in onze sector die nu doorwerken na AOW. Het komt dus heel weinig voor. We denken dat de meeste mensen maar een paar dagen blijven werken, meer omdat ze het leuk vinden dan dat het nodig is. Hier horen we graag jullie mening over.

6. Invoering van een nieuw functie- en loongebouw per 1 januari 2022

Toelichting: Al jaren wordt gewerkt aan een compleet nieuw functie- en loongebouw. Zoals het nu in de cao staat dateert van 1978. Sindsdien zijn er veel functies bijgekomen. Zo komen de functies BIM modelleur en Kopersbegeleider niet voor. Het is dus tijd voor een grote update. Dan moet je ook praten over een nieuw loongebouw. Werkgevers stellen echter onrealistische eisen. Bij invoering moet het kostenneutraal zijn. En dat kan niet, want wij stellen als eis dat niemand er op achteruit mag gaan. Dat betekent in de praktijk dat er altijd mensen zullen zijn die erop vooruit gaan. Kostenneutraal kan niet. Verder willen werkgevers geen ervaringsjaren in het loongebouw, waardoor je er in de loop van de jaren niet op vooruit gaat. En werkgevers willen dan het salaris vaststellen onder het huidige niveau (voor nieuwe werknemers). Met deze voorwaarden gaan wij niet akkoord.

Lees hier de voorstellenbrief van de werkgevers. We houden je op de hoogte van de laatste ontwikkelingen.


Onderhandelingen cao Bouw & Infra 2021 van start!

De kop is eraf! Na een lange periode van uitstel vanwege corona, was vandaag de eerste onderhandelronde over een nieuwe cao Bouw & Infra. Zo'n eerste ronde bestaat voornamelijk uit het uitwisselen van voorstellen. Ook voor UTA-medewerkers staat er heel wat op het programma. 

In hoofdlijnen zijn dit onze voorstellen voor jou:

Specifiek voor UTA

Eerder stoppen met werken

Tijdens de vorige onderhandelingen is er afgesproken dat bouwplaatsmedewerkers eerder kunnen stoppen met werken. Wij stellen voor dat ook UTA-medewerkers gebruik kunnen maken van deze regeling. Zij hebben namelijk vaak te maken met een toegenomen werkbelasting en zeer lange werkdagen. Ook zij hebben vaak moeite hun pensioen te halen. Veel UTA-medewerkers zijn daarnaast eerst jaren werkzaam geweest als bouwplaatsmedewerker.

Overuren

Uit onderzoeken blijkt dat het aantal overuren onder UTA-medewerkers groot is. Vaak blijkt dat tegenover deze overuren geen of nauwelijks compensatie bestaat. Wij geloven dat wanneer overuren uitbetaald moeten worden er door werkgevers beter gekeken wordt naar de herverdeling van het werk. Denk bijvoorbeeld aan het aannemen van extra medewerkers en daarmee duurzame inzetbaarheid van UTA-medewerkers. Wij stellen daarom voor om overuren uit te betalen, ook voor degenen die een deeltijdaanstelling hebben.

Reisuren

UTA-medewerkers op de bouwplaats maken lange werkdagen, dit komt onder meer door de reisafstanden. Zij horen hun reisuren uitbetaald te krijgen, bouwplaatsmedewerkers krijgen ook hun reisuren uitbetaald. Wij stellen dan ook voor dat UTA-medewerkers tijdens hun reisuren betaald worden naar het overeengekomen uurloon. Dit stimuleert ook een betere geografische verdeling van werkzaamheden.

Daarnaast stellen wij voor dat de arbeidstijd, pauze en werkelijke reistijd begrenst wordt op 12 uur per dag. Dit geldt nu al voor bouwplaatsmedewerkers.

Vierdaagse werkweek

Ons voorstel is dat er een vierdaagse werkweek (bij een fulltime dienstverband) wordt gecreëerd. Dat UTA-werknemers die graag vier dagen willen werken, dit kunnen doen met inzet van het duurzame inzetbaarheidsbudget en roostervrijedagen.

Thuiswerken

Wij stellen voor dat UTA-medewerkers het recht moeten hebben om thuis te werken. Tenzij er zwaarwegende bedrijfsbelangen zijn. Wij stellen voor dat wanneer een medewerker thuis werkt hij een vergoeding van €50,- per maand hiervoor krijgt.

Recht op niet gestoord te worden

Om de hersteltijd maximaal te benutten is ´het recht om niet gestoord te worden’ in de vrije tijd noodzakelijk. Denk hierbij aan de avond, het weekend en tijdens de vakantie. Met uitzondering van bereikbaarheidsdiensten. De UTA-medewerkers dienen voor deze diensten een bereikbaarheidsvergoeding te ontvangen.

Werkdruk

Er komt een vervolg op het traject ‘beperken van werkdruk in bouwbedrijven’. Naar aanleiding hiervan doet FNV aanvullende voorstellen.

Gelijktrekken werkgeversbijdrage pensioenpremie

De werkgeversbijdrage voor de pensioenopbouw voor UTA-medewerkers is lager dan de werkgeversbijdrage voor de pensioenopbouw voor bouwplaatsmedewerkers. Het verschil bedraagt 0,8798%. Wij stellen voor dat het werkgeversdeel voor de premie voor de pensioenopbouw wordt gelijkgetrokken. Het uitgangspunt hierbij is de bijdrage die de werkgevers betalen voor bouwplaatsmedewerkers.

Gelijktrekken regeling extra vakantiedag

In de cao staat opgenomen dat een bouwplaatsmedewerker één extra vakantiedag krijgt in elk jaar waarin tussen Kerstmis en Nieuwjaar vijf werkdagen vallen. Wij stellen voor dat ook een UTA-medewerker dit recht krijgt.

Voorstellen voor hele Bouw & Infra

Looneis en vergoedingen

Wij stellen voor 2021 een looneis van 5 procent. De vergoedingen dienen met eenzelfde percentage verhoogd te worden.

Uitzendkrachten

Uitzendkrachten die structureel werk uitvoeren krijgen na één jaar een arbeidsovereenkomst aangeboden door de werkgever. Dit is een verplichting. Daarnaast stellen wij tijdens de onderhandelingen voor dat uitzendkrachten recht krijgen op het Duurzame Inzetbaarheidsbudget.

Financieel advies

Cao-partijen gaan tijdens de onderhandelingen na welke mogelijkheden er zijn om werknemers financieel te adviseren als zij eerder willen stoppen met werken. Op basis van de uitkomst hiervan wordt er een route voor financieel advies opgezet en ingericht.

ZZP'ers

Zelfstandigen die dezelfde of vergelijkbare werkzaamheden doen als werknemers krijgen een minimumtarief krijgen.

Technologische ontwikkelingen

FNV stelt tijdens de onderhandelingen voor om sociale en technologische innovaties in de sector, zoals robotisering en digitalisering, te monitoren. Hierbij is het verbeteren van bedrijfsprocessen aantoonbaar gekoppeld aan de zeggenschap en aan het verbeteren van het vakmanschap van de werknemers. De aanpak, het doel en de werkwijze van het monitoren worden vastgelegd in een innovatieconvenant.

Cao naleving

De toepassing en naleving van de cao is voor de hele bedrijfstak van groot belang. De nalevingsprocedure in de cao moet op diverse punten worden aangepast om deze effectiever te maken. Het resultaat is dat de toepassing en naleving van de cao beter wordt gewaarborgd.

Wil je al onze voorstellen voor de nieuwe cao Bouw & Infra lezen? Bekijk hier de voorstellenbrief.


uitkomst thuiswerkenquete

Uitkomst enquête: Thuis werken bevalt goed en is ook na Corona gewenst 

FNV|UTA deed onderzoek naar de ervaringen en verwachtingen rondom thuis werken tijdens en na Corona. Een van de belangrijkste uitkomsten die uit het onderzoek naar voren komt is de wens van UTA-werknemers thuis te kunnen blijven werken, ook als Corona voorbij is. Want thuiswerken bevalt goed. 

De vragenlijst van FNV|UTA werd ingevuld door werknemers van zowel kleine, middelgrote, en grote bouwbedrijven. Van de UTA-respondenten, bestaande uit zowel leden als niet-leden, is 42 procent onder de 45 jaar. 45 procent is vrouw.

“Vanaf het begin van corona werken wij bij ons bedrijf allemaal thuis.” 

Bijna iedereen werkt nu thuis 

Sinds maart 2020 is thuiswerken door de corona het nieuwe normaal geworden. Veel  de UTA’ers werken thuis, zo blijkt uit het onderzoek. 10 procent van de respondenten werkt wel buitenshuis; op kantoor of op een werklocatie.

“Het bedrijf ziet dat thuiswerken voordelen heeft, niet alleen voor de werknemer, maar ook voor de werkgever. Idealiter krijgen wij de mogelijkheid om een voor een deel thuis te blijven werken.”

Na corona thuis blijven werken

Uit het onderzoek blijkt dat de meerderheid van de UTA-werknemers verwacht dat ze in de toekomst thuis blijven werken. Of dat er in ieder geval de mogelijkheid bestaat om dit gedeeltelijk te blijven doen. Dit is ook de wens van de werknemers, want het thuiswerken bevalt over het algemeen goed. 66 procent van de respondenten wil dat thuiswerken in de toekomst mogelijk blijft. De redenen hiervoor lopen uiteen. Enkele voorbeelden zijn minder reizen, meer productiviteit, een flexibele dagindeling, en efficiëntie. Ook wordt benoemd dat thuiswerken voor een betere balans zorgt tussen werk en privé.

Gedeeltelijk thuis blijven werken kan op veel steun rekenen. Maar liefst 52 procent van de respondenten wil in de toekomst twee dagen per week thuiswerken, en 30 procent heeft een voorkeur voor drie dagen per week.

Niet alleen maar voordelen

Meer dan drie dagen per week is volgens het onderzoek niet erg populair. Slechts 3,5 procent ziet dit zitten. Dat UTA-werknemers hun collega’s nauwelijks zien wordt genoemd als een  nadeel van het thuiswerken. Ook het gebrek aan contact op de werkvloer wordt genoemd.

In de onderzoekresultaten komt naar voren dat UTA-werknemers momenteel minder goed op de hoogte zijn van wat er speelt binnen de organisatie. Zichtbaar zijn is lastig, en de respondenten geven aan dat zij gedurende de dag de momenten missen waarop er informeel wordt bijgepraat met collega’s.

Thuiswerkfaciliteiten

Het is per organisatie wisselend hoe er met thuiswerkplekken wordt omgegaan. Bij 21 procent van de respondenten heeft de werkgever voor een goede thuiswerkplek gezorgd. “Mijn werkgever zorgde voor een goede plek door ICT-middelen, een bureau en een passende stoel,” vertelt een UTA-medewerker in het onderzoek.  In veel andere gevallen kwam de thuiswerkplek deels tot stand met hulp van de werkgever. Een van de respondenten gaf aan: “Een goede werkplek is belangrijk, maar ik heb dit helemaal zelf moeten verzorgen.”

In de praktijk is de thuiswerkplek helaas niet altijd gelijkwaardig aan de werkplek op kantoor, aldus 41 procent van de respondenten. 52 procent geeft aan dat de werkgever niet voor een goede thuiswerkplek zorgt. De groep die wel tevreden is over de werkplek is met 39 procent wat kleiner. Belangrijke voorwaarden voor een goede werkplek zijn goede werkomstandigheden, maar ook praktische voorzieningen. Deze zijn in de basis aanwezig, maar bijvoorbeeld een degelijk, verstelbaar bureau wordt door velen gemist.

“Het lijkt er nu op dat thuiswerken ook in de toekomst mogelijk blijft. Bij ons in de organisatie wordt er al over gesproken hoe we dat vorm geven.”

Nog geen thuiswerkvergoeding

De kans dat thuiswerken een structureel karakter krijgt is groot. Daarom is een thuiswerkvergoeding redelijk. Nu is die vergoeding voor veel werknemers (nog) niet aan de orde. 92 procent van de respondenten ontvangt deze niet, 8 procent wel. Deze laatste groep respondenten geeft aan dat het belangrijk is om de vergoeding kostendekkend te maken, omdat dat nu onvoldoende het geval is.

Cao onderhandelingen

De resultaten van het onderzoek worden meegenomen naar de komende onderhandelingen voor een betere Bouw & Infra cao.

FNV|UTA doet 1x per kwartaal een uitvraag onder UTA medewerkers om te peilen hoe er wordt gedacht over actuele onderwerpen. Dat kan zijn over bijvoorbeeld digitalisering, werkdruk, arbeidstijden, thuiswerken. We zoeken UTA medewerkers die willen deelnemen aan ons FNV|UTA panel. Wil je meedoen? Geef je hieronder op.

Meld je aan het voor UTA-panel!

 

Je gegevens worden ruim een jaar opgeslagen om je in de toekomst op de hoogte te houden van ons aanbod. Door je aan te melden voor het UTA-panel stem je in met dat we je één keer per kwartaal een vragenlijst toesturen, over relevante onderwerpen voor jou als UTA'er (zoals werkdruk, thuiswerken en de cao).

Pas als je akkoord gaat met deze voorwaarden kun je dit formulier verzenden.


thuiswerk enquete

Onderzoek: Thuiswerken na de corona-crisis

Het thuiswerken gaat waarschijnlijk veel langer duren dan velen aan het begin van de corona-crisis verwacht hadden. We zijn benieuwd naar jouw ervaringen en verwachtingen rond het werken vanuit huis. Via onderstaande link kom je bij een vragenlijst terecht, deze is bedoeld voor UTA-medewerkers die sinds de corona-crisis thuiswerken.

Het invullen van de vragenlijst duurt ongeveer vijf minuten en kan op je computer, telefoon of tablet. We stellen het op prijs wanneer je deze vragenlijst deelt met jouw collega's, die ook thuiswerken!

Klik hier om naar de vragenlijst te gaan en om mee te doen aan het onderzoek


zwaar werkregeling loonsverhoging

Zwaar werkregeling en loonsverhoging belangrijk voor UTA

FNV Bouwen & Wonen deed onderzoek naar de wensen van werknemers voor de cao Bouw & Infra 2021. Van de respondenten is maar liefst 49 procent UTA. Veruit de belangrijkste wensen die uit het onderzoek naar voren komen zijn de zwaar werkregeling voor UTA om eerder te kunnen stoppen met werken, en een loonsverhoging.

De vragenlijst van FNV Bouwen & Wonen werd ingevuld door werknemers van zowel kleine, middelgrote, en grote bouwbedrijven. Van de UTA respondenten, bestaande uit zowel leden als niet-leden, is 30 procent onder de 35 jaar.

Zwaar werkregeling ook voor UTA’ers

UTA-medewerkers vinden het zeer belangrijk dat zij ook onder de zwaar werkregeling komen te vallen. Nu is deze regeling alleen nog voor bouwplaats-medewerkers. Dit onderwerp leeft meer bij de werknemers boven de 45 jaar, maar wordt ook door medewerkers onder de 45 gesteund. Zij zien op de werkvloer dat hun oudere collega’s het niet volhouden. Een jonge werknemer zegt daarover: “Oudere collega’s in de UTA moeten dezelfde kans krijgen om vervroegd uit te treden. Zij zijn na hun 60e ook gewoon op met deze werkdruk.”

"De keuze om UTA uit te sluiten van de zwaar werkregeling is een onderschatting van ons werk"

De werkdruk is al jaren lang te hoog  en het harde werken eist haar tol. In het onderzoek komen we verschillende reacties tegen. “Als asfaltuitvoerder werk ik veel ’s nachts en in de weekenden, dat is zeer vermoeiend,” verteld een UTA’er in het onderzoek. Iemand anders stelde: “De keuze om UTA uit te sluiten van de zwaar werkregeling is een onderschatting van ons werk, want ook wij doen zwaar werk.”

Een ander veel gehoord probleem komt vanuit de UTA-werknemers, die aan het begin van hun loopbaan jarenlang als bouwplaatswerknemer werkten. Een dubbele uitputtingsslag. Deze mensen kunnen nu niet eerder stoppen met werken. Zo vertelt een werknemer: “Ik zit sinds een paar jaar in de UTA, na eerst 20 jaar zwaar lichamelijk werk geldt nu dat mijn werk geestelijk zwaar en veel is. Ik vind het niet eerlijk dat ik dan nu de optie niet krijg om eerder te stoppen.” En: “Op mijn 15e begon ik al in de bouw, 45 jaar werken op de bouwplaats en als UTA-er is meer dan genoeg.”

"Ik werk nu al 46 jaar! Op papier moet ik nog 5 jaar werken."

Deze uitspraken worden vaak ondersteund met de uitleg dat veel medewerkers lichamelijke klachten krijgen en doorwerken tot 67 jaar te lang vinden: “Ik werk nu al 46 jaar! Op papier moet ik nog 5 jaar werken. Daar zie ik wel een klein beetje tegenop. Zeker met de werkdruk die er is. Ook al vind ik mijn werk hartstikke leuk en word ik gewaardeerd door mijn collega's.”

Relatief jonge werknemers vinden loonsverhoging belangrijk

UTA-medewerkers stellen dat er ondanks de economische situatie meer dan genoeg werk is: “Gewoon een goede loonsverhoging, men kan wel zeggen dat het crisis is maar daar merk je op de bouw niks van. Er moet gewoon gewerkt worden.” Daarnaast viel op dat relatief jonge werknemers vaker aangeven dat een loonverhoging voor hen belangrijk is. Een werknemer geeft daarvoor als reden: “Ik ben nog jong. Pensioen en de zwaar werkregeling zijn voor mij nog wat verder weg, een loonsverhoging is voor mij concreter. Volgens mij gaat het nog steeds goed in de bouwsector er is genoeg werk, nu en straks.”

Andere onderwerpen

Een loonsverhoging en aanspraak op de zwaar werkregeling zijn niet de enige onderwerpen die de deelnemers in het onderzoek aankaarten. Ook veilig en gezond werken, het terugdringen van de werkdruk, betaalde reistijd en betaalde overuren vinden de UTA’ers belangrijke thema’s. Een andere wens uit het onderzoek is “dat de bouw aantrekkelijk wordt voor vrouwen.”

"De werkdruk was al hoog en er is een tekort aan personeel. Vanuit de werkgever wordt daar niet genoeg aan gedaan.”

Zoals bekend, is de aanhoudende hoge werkdruk voor veel werknemers te hoog. Dit blijkt ook uit de onderzoeksresultaten. In coronatijd neemt de werkdruk voor de thuiswerkers eerder toe dan af. Een reactie luidt: “Bij ons op het werk zijn er nu vaker mensen ziek. Dan moeten we met nog minder personeel hetzelfde doen, want het werk is niet minder geworden. De werkdruk was al hoog en er is een tekort aan personeel. Vanuit de werkgever wordt daar niet genoeg aan gedaan.”

De resultaten van het onderzoek worden meegenomen naar de komende onderhandelingen voor een betere Bouw en Infra cao. De onderhandelingen beginnen op 18 januari 2021. Bekijk via deze link al onze voorstellen voor de cao Bouw en Infra 2021.

Blijf op de hoogte van het laatste nieuws door je hier aan te melden voor onze Nieuwflits.


Onderzoek naar innovatiedrift in de bouwsector

FNV Bouwen & Wonen ziet dat de bouw de komende jaren voor een groot aantal uitdagingen staat. Er moet fors worden gebouwd voor een diversiteit aan doelgroepen. Ook het huidige woningenbestand moet ingrijpend worden verduurzaamd en de kans is groot dat een deel van het kantorenbestand door corona wordt omgekat in woningen. Dit kan niet zonder dat de wijze waarop de bouw is georganiseerd verandert. Hierdoor rijst de vraag: leeft innovatiedrift in de bouwsector?

Technische én organisatorische innovatieslag

Robotisering, digitalisering, BIM, pré-fab, bouwen met hout zijn enkele ontwikkelingen die behulpzaam zijn bij het realiseren van de opgave. Maar en vooral ook andere manieren van organiseren van het werk in de bouw, andere managementtechnieken en betere samenwerking in de keten. Volgens de FNV zijn dit de opgaven waar de bouw voor staat: een grote innovatieslag zowel technisch als organisatorisch, om als sector toekomstbestendig te zijn.

Deelonderzoek door FNV Bouwen & Wonen

Tegen deze achtergrond heeft FNV Bouwen & Wonen het SEO Economisch Onderzoek laten uitzoeken hoe innovatief de bouwnijverheid is.  Het SEO heeft onlangs dit onderzoek gepresenteerd in de publicatie ‘Het Nederlandse innovatielandschap in roerige tijden’. Deze publicatie geeft inzicht in hoe Nederlandse bedrijven omgaan met (a) verantwoord ondernemerschap en innovatie, (b) leiderschap en menselijk-sociaal kapitaal, en (c) de digitale volwassenheid van de organisatie. FNV Bouwen & Wonen heeft tegelijk een deelonderzoek laten uitvoeren. Daaraan deden in totaal 68 deelnemers afkomstig uit de bouwnijverheid mee.

Bouwnijverheid vergeleken met andere sectoren

De belangrijkste resultaten van de bouwnijverheid in vergelijking met overige sectoren zijn:

  • De bouw presteert op de 3 hoofdonderwerpen (verantwoord ondernemerschap en innovatie, leiderschap en menselijk-sociaal kapitaal, digitale volwassenheid) vergelijkbaar als de andere onderzochte sectoren; ​
  • De bouw richt zich vooral op het bedienen van bestaande markten. De bouw zoekt minder naar nieuwe markten, ook wel exploratieve innovatie genoemd. Daarbij wordt opgemerkt dat jonge bedrijven zich het meest bezig houden met het verkennen van nieuwe markten. Er is een kans dat deze jonge bedrijven de bouw ingrijpend (disruptief) gaan veranderen. Vergelijkbaar met wat in andere sectoren gebeurt;
  • De bouw is goed in staat nieuwe digitale technologieën te adopteren. Gelijk als in andere sectoren leidt de adoptie van deze nieuwe technologieën nog niet in alle gevallen tot fundamenteel andere vormen van waardecreatie en andere strategische en/of organisatorische veranderingen;
  • De instabiliteit van de omgeving en het tempo van veranderingen blijkt lager dan in andere sectoren, wat het traditionele karakter van de bouw onderstreept;
  • Tenslotte geven de deelnemers in het onderzoek aan dat managementinnovatie iets lager is dan in andere sectoren. Managementinnovatie is gericht op het implementeren van nieuwe management vormen.

Downloads:
De publicatie 'Innovatie in de bouwnijverheid'
De publicatie 'Het Nederlandse innovatie landschap in roerige tijden'


Wonen in een Tiny House

Een nieuwe woonvorm die past in de filosofie van eenvoudiger leven, meer vrijheid, minder spullen en minder belasting voor het milieu: een Tiny House. Het zijn kleine, volwaardige en vrijstaande woningen met een vloeroppervlak van maximaal 50 vierkante meter, met een zo klein mogelijke ecologische voetafdruk. Jan-Willem en Noortje bouwden hun eigen Tiny House.

In de afgelopen jaren is de Tiny House beweging wereldwijd gegroeid tot een duurzame trend, waar men inmiddels niet meer omheen kan. En what’s not to love? Tiny Houses, letterlijk kleine huizen, zijn tot stand gekomen als milieuvriendelijke woonoplossing. Niet alleen om het huidige tekort aan woonruimte te bestrijden, maar ook om goedkoper te kunnen leven en om weer wat dichter bij de natuur te kunnen staan. De wereld is je achtertuin.

Jan-Willem (studeerde bouwkunde in Delft) en Noortje (heeft museologie gestudeerd en werkt nu als zelfstandige voor culturele evenementen) bouwden zelf hun Tiny House. “We wilden uniek wonen zonder hypotheek en het liefst in een zelfgebouwd huis,” zegt Jan-Willem. “We dachten dat zoiets pas rond je 45e mogelijk zou zijn, maar toen we meer te weten kwamen over de Tiny House beweging zagen wij kans onze wensen direct waar te maken.”

Zo gezegd, zo gedaan. Jan-Willem en Noortje wonen sinds mei 2017 in hun eigen Tiny House, dat 7 meter lang is, en 2,5 meter breed. Door de ruimte slim in te delen hebben ze ongeveer 18 m2 aan woonoppervlak. “Je moet zorgen dat je niet alles wil,” zegt Jan-Willem. “Je moet op zoek gaan naar de essentie van jouw wooncomfort.”

Zelf een Tiny House bouwen: hoe doe je dat?

Volgens Jan-Willem is praten met anderen over je plannen de meest eenvoudige eerste stap. “Vanaf dat moment krijg je vragen die ervoor zorgen dat jij steeds realistischer gaat nadenken over je plannen,” zegt Jan-Willem. “Vanaf dat moment ga je ontwerpen, onderzoeken, sparen en de bouw voorbereiden.”

Bij het ontwerpen van een Tiny House is het belangrijk om eerlijk naar jezelf te blijven. Als je een bankhanger bent moet je de bank ook ontwerpen, en als je een grote verzameling snowglobes hebt waar je aan verknocht bent, dan zal je een plekje hiervoor moeten meenemen in je ontwerp. In totaal hebben Noortje en Jan-Willem ongeveer 35.000 euro aan materiaalkosten gemaakt voor hun Tiny House.

Bij binnenkomst in het Tiny House van Jan-Willem en Noortje vind je links een multifunctionele entresolvloer, waar het stel onder slaapt. Hierboven hebben ze nu een kinderkamer gemaakt. De trap is niets meer dan drie planken, die tegelijkertijd dienst doen als kledingkast. Als je in de woning naar rechts kijkt zie je je de tafel staan, met daarachter de keuken. In de badkamer staan een minibad en een composttoilet. Rechts van de keuken staat de kachel, en daarmee ben je weer terug bij de voordeur.

Wonen in een Tiny House - binnen

Noortje en Jan-Willem zijn het meest blij met de entresolverdieping, omdat deze ruimte zo flexibel inzetbaar is. Sinds ze er wonen is het een kantoor, loungeplek en slaapkamer geweest. Nu gaan ze de ruimte gebruiken als kinderkamer.

Het vinden van een geschikte locatie voor je Tiny House is een van de belangrijkste dingen om over na te denken. Gemeenten in de regio tasten voorzichtig de mogelijkheden rondom het plaatsen van Tiny Houses af. Een geschikte locatie blijkt met alle wet- en regelgeving het grootste obstakel. Daarnaast gaat verhuizen niet zo makkelijk als bijvoorbeeld met een caravan. “We moeten het hele huis leeghalen om te voldoen aan het toelaatbare gewicht om te verplaatsen,” zegt Jan-Willem. “Ondertussen verzamel je ook behoorlijk wat  spullen in de buitenruimte, zoals planten, een veranda en andere bouwsels. Dat moet ook allemaal weer afgebroken worden en eventueel mee gaan.”
Jan-Willem en Noortje hebben op een aantal verschillende plekken gewoond, waaronder op een tijdelijke plek in Rotterdam op Heijplaat, een aantal dagen op een dak, bij een verzamelgebouw en uiteindelijk zijn ze terecht gekomen op een landgoed van 52 hectare.

De voor- en nadelen van een Tiny House

Een van de grootste voordelen van leven in een Tiny House zijn de zeer lage maandlasten. “We kunnen nu doen wat we willen,” zegt Jan-Willem. “Dit geeft ook een behoorlijke rust in tijden van crisis, zoals nu met corona.” Andere voordelen zijn dat je als bewoner weinig hoeft schoon te maken, en vanwege de compactheid heb je alles bij de hand.

Door te wonen in een Tiny House leef je sneller buiten, en sta je dichter bij de natuur.

Er lopen geen leidingen van en naar het Tiny House van Jan-Willem en Noortje. Ze hebben zonnepanelen, regenwatertanks, een composttoilet en een houtkachel. Op de voedselvoorziening na zijn ze volledig zelfvoorzienend. Dit is een enorm voordeel, maar ook direct een nadeel. Jan-Willem benoemd dat je toch altijd actief bezig moet zijn om je buffers op peil te houden, waaronder stroom en water.

Anderen helpen

Noortje en Jan-Willem helpen ook anderen met het realiseren van hun Tiny droom. Het eerste idee was het maken van casco’s en deze te verkopen. Omdat Jan-Willem de nieuwe economie wilde omarmen, is er uiteindelijk gekozen om een service aan te bieden. De Tiny House Academy richt zich op educatie. “Kennis kun je van vorm blijven veranderen,” zegt Jan-Willem. “Dat maakt het flexibeler en toekomstbestendig.” De Tiny House Academy geeft verschillende soorten lessen aan cursisten, waaronder een ontwerpcursus, tekenen met SketchUp 3D en klimaatcomfort.

Wonen in een Tiny House - buiten

Hoe ziet de toekomst eruit?

Tijdens de coronacrisis is het voor Noortje en Jan-Willem lastig om cursisten les te geven. Wanneer de regels worden versoepeld verwachten ze een hoop nieuwe mensen. “Meestal zorgt een crisis voor nieuwe inzichten bij mensen,” zegt Jan-Willem.

“Voor ons persoonlijk mag de toekomst alle vormen hebben,” zegt Jan-Willem. “We dromen wel van een boerderij met een aantal huisjes, dat we in een kleine hechte community mogen leven waar onze huidige buren deel van uitmaken.” Naar verwachting zal de tiny house-beweging over gaan in een geaccepteerde vorm van wonen. Jan-Willem: “Stiekem ben ik al op zoek naar het volgende wat mij zal bewegen.”

Wonen in een Tiny House - hoofdafbeelding


digitale controle thuiswerkers

Digitale controle op thuiswerkers

Door de coronacrisis zijn we in korte tijd massaal gaan thuiswerken. Tegelijkertijd is er een nieuw soort dienstverlening bijgekomen, dat erop gericht is om werknemers op afstand in de gaten te houden. Op de servers van de werkgever, op laptops en telefoons kan deze software worden geïnstalleerd.

Door deze software kan de werkgever onder andere inzien wanneer er door de werknemer wordt ingelogd, hoeveel e-mails er worden verstuurd, hoeveel toetsaanslagen er worden gemaakt en wat het surfgedrag op het internet is. Daarnaast kunnen er schermafbeeldingen worden gemaakt en webcamfoto’s om te kijken of de werknemer aan zijn of haar laptop zit.

Met deze digitale controle kan de werkgever inzichtelijk krijgen of de werknemer, die nu op afstand werkzaam is, de werkzaamheden uitvoert. Deze controle is niet anders dan wat de werkgever op de werkvloer doet. Echter is deze controle zichtbaar en weten de werknemers hier van. In de regel weten thuiswerkers niet welke digitale controlemogelijkheden de werkgever inzet om toezicht te houden op de medewerkers. Ook weten de thuiswerkers niet of dit allemaal past binnen de kaders van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG).

Wat kun je doen?

Vraag aan je werkgever of er controleprogramma’s zijn geïnstalleerd op je apparaten en om welke programma’s het gaat. Ook kun je vragen hoe lang de gegevens worden bewaard. In verschillende bedrijven zijn er afspraken met de ondernemingsraad gemaakt over het vastleggen van werknemersgegevens. Wellicht is dit ook het geval binnen jouw bedrijf. Ga na of er een dergelijke afspraak is gemaakt en wat de precieze inhoud van die afspraak is.

Als een werkgever transparantie verlangt van medewerkers over wat ze gedurende de werkdag uitvoeren, dan is het ook dat er transparantie is over wat er aan gegevens wordt verzameld. Ga in ieder geval het gesprek aan en kom op zo’n manier tot een oplossing.

Wij horen graag jouw ervaringen met controleprogramma’s, neem contact met ons op via uta@fnv.nl .