Hybride werken is de toekomst

Sinds maart 2020 is thuiswerken door corona het nieuwe normaal geworden. Veel van de UTA’ers hebben het afgelopen jaar ook thuis gewerkt, zo bleek uit onderzoek van FNV|UTA. De overgrote meerderheid wil dit na de pandemie voortzetten. Het blijkt productief, efficiënt en bespaart de nodige reistijd. Maar liefst 52 procent van de UTA’ers wil twee dagen per week thuis blijven werken, en 30 procent heeft een voorkeur voor drie dagen per week.

Recent onderzoek van FNV sluit hierbij aan;  slechts 10 procent van de deelnemers wil weer helemaal terug naar kantoor. 20 procent wil alleen nog maar thuiswerken. 70 procent wenst een afwisseling tussen thuis werken en op kantoor.

Kitty Jong, vicevoorzitter van FNV: “Ongeveer de helft van de beroepsbevolking heeft tijdens de coronapandemie thuis kunnen werken. Deze leden zijn thuiswerken allesbehalve zat; drie op de vijf zijn er zelfs positiever over dan een jaar geleden. 78 procent werkt gewoon prettig thuis, dat was bij ons onderzoek vorig jaar nog 66 procent. Ouderen werken iets liever thuis dan jongeren, maar ook van de jongeren ziet 65 procent het thuiswerken helemaal zitten. Wel zien we dat veruit de meeste mensen een afwisseling willen in thuis werken en op kantoor werken. Wij willen daar dan ook graag afspraken over gaan maken.”

Een hybride vorm

Zoals uit eerder onderzoek van FNV|UTA bleek, bevalt het thuiswerken goed. Zowel thuiswerken als op kantoor heeft voor de meeste deelnemers aan beide onderzoeken de voorkeur. Een groot gemis tijdens de coronacrisis is voor velen het sociale contact. Er is af en toe face-to-face contact nodig voor een goede werkrelatie en dat is tijdens de coronacrisis soms moeilijk of niet realiseerbaar. Even bijpraten is er vaak nauwelijks bij. Daarom geven zij aan dat een hybride vorm, een combinatie van kantooruren met thuiswerkdagen, de meest ideale en gewenste situatie is.

De deelnemers aan het FNV-onderzoek werd gevraagd naar welke werkzaamheden het beste op kantoor, en welke het beste thuis kunnen plaatsvinden. De dagelijkse werkzaamheden worden door de leden liever thuis uitgevoerd. Thuis is de concentratie hoger. Voor activiteiten als een brainstormsessie, het inwerken van nieuwe collega’s of informeel contact is het kantoor de beste plek.

Verder blijkt uit het FNV-onderzoek dat 30 procent van de mensen geen of te weinig zeggenschap ervaart in het bepalen van de werklocatie. Slechts 35 procent ervaart wél genoeg zeggenschap. Een grote meerderheid, 63 procent, wil een stevigere positie voor werknemers om te bepalen waar het werk plaatsvindt; zij willen dit wettelijk geregeld hebben.

Goed werkgeverschap

Uit het FNV|UTA onderzoek bleek dat UTA werknemers het belangrijk vinden dat de werkgever zorgt voor goede afspraken en thuiswerkfaciliteiten (materieel en financieel). Ook is voorlichting vanuit de werkgever van belang. Als aan deze voorwaarden in voldaan dan zijn werknemers in de regel meer tevreden over hun werkgever. Een werkgever heeft niet alle omstandigheden in de hand die maken dat thuiswerken positief wordt ervaren. Maar kan, zoals duidelijk wordt in dit artikel, een heleboel doen om het thuiswerkklimaat positief te beïnvloeden en bij te dragen aan goed werkgeverschap. Een thuiswerkvergoeding hoort daar bijvoorbeeld ook bij.

De respondenten van het onderzoek zouden graag het onderwerp ‘onbereikbaarheid buiten werkuren’ wettelijk vastgelegd zien, zoals dit ook het geval is in Frankrijk. 77 procent stemt hiervoor. Ook het Europees Parlement wil dit recht graag gerealiseerd zien. In Nederland is hiervoor een wetsvoorstel van de PvdA in voorbereiding.

Kitty Jong: “Wij hebben hierover al afspraken gemaakt in sommige cao’s, maar een wettelijk recht geeft ons een betere positie hierin. Door de coronapandemie zijn werk en privé meer door elkaar gaan lopen. Mensen werken ook iets meer uren, blijkt uit ons onderzoek. Dan liggen burn-outklachten op de loer. Bovendien wordt niet iedere werknemer thuis goed gefaciliteerd door de werkgever, met een laptop, bureaustoel, beeldscherm en toetsenbord.”

In het afgelopen jaar hebben veel van de UTA-medewerkers gezien dat die faciliteiten zijn verbeterd door inspanningen van zowel henzelf en/of de werkgever. Maar ook werd duidelijk dat de werkplek thuis Arbo technisch niet vaak zo goed was als de werkplek op kantoor. Daar liggen dus nog kansen voor werkgevers om werkomstandigheden thuis te verbeteren.

Steviger positie

Kitty Jong: “Onze leden spreken zich duidelijk uit en geven aan thuis productiever te zijn. Een steviger positie voor werknemers, zoals ook D66 en GroenLinks in een wet willen regelen, is dan ook mijn inzet bij het SER-advies dat de politiek hierover heeft gevraagd. Die steviger positie kan zich dan weer vertalen in afspraken per bedrijf of organisatie, waar een afweging van belangen kan worden gemaakt. En niet zoals nu dat alleen de werkgever bepaalt. Vergelijk het met de wet, waarbij de werknemer kan vragen minder uren te werken. De werkgever moet dan met zwaarwegende argumenten komen als dat niet kan. Op dit moment moet de werknemer die meer thuis of juist op kantoor wil werken, nog genoegen nemen met een onbeargumenteerde afwijzing van de werkgever.”

Blijf jij voorlopig ook thuiswerken? Lees dan nog eens onze tips voor prettig en gezond thuiswerken.