Stemmen kan tot 18 juli

Wordt dit je nieuwe cao Bouw & Infra? Stemmen kan tot 18 juli

Onlangs hebben wij laten weten dat er een onderhandelingsresultaat ligt voor een nieuwe cao Bouw & Infra. Vorige week hebben onze leden de oproep gekregen om te gaan stemmen over het onderhandelingsresultaat. Graag horen wij hoe jij over het onderhandelingsresultaat denkt. Je kan wanneer je lid bent van de FNV hier op stemmen tot 18 juli.

Nog even de afspraken op hoofdlijnen:

  • De looptijd van de cao is 1 jaar: van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023,
  • Loonsverhoging van 5%: per 1 januari 2,5% en per 1 juli 2,5%,
  • Onafhankelijk onderzoek knelpunten UTA-werknemers (arbeidstijden, overuren, reisuren),
  • Verhoging van de vergoedingen (met uitzondering van de reiskostenvergoeding): per 1 januari 2,5% en per 1 juli 2,5%.

Bekijk het volledige onderhandelingsresultaat

Reactie Cao-adviescommissie

De cao-adviescommissie adviseert ons rondom de cao-onderhandelingen. In deze commissie zitten kaderleden die onder de cao Bouw & Infra werken. Wij hebben gevraagd wat zij vinden van het onderhandelingsresultaat. Hun reactie: “ In de huidige economische omstandigheden vinden wij het bereikte akkoord passend.”

Stem voor 18 juli

Wij zijn ook benieuwd wat de rest van onze leden van het akkoord vinden. Laat wanneer je lid bent voor 18 juli weten hoe jij over het onderhandelingsresultaat denkt door op onderstaande knop te klikken.

Nog geen lid maar wil je wel meebeslissen? Word dan nu lid!

Wil jij ook inspraak hebben in jouw cao? Word dan nu lid van de FNV en breng je stem over het onderhandelingsresultaat uit. Want alleen de stemmen van de leden tellen mee in de uitslag. Klik hier om lid te worden! 


Onderzoek naar knelpunten UTA-werknemers

Onderzoek naar knelpunten UTA-werknemers

Onlangs is bekend geworden dat er een onderhandelingsresultaat ligt voor de Cao Bouw & Infra. Een van de afspraken is dat er onafhankelijk en representatief onderzoek gedaan gaat worden naar de positie van UTA-werknemers.

Het onderzoek gaat zich richten op de praktijk in de bedrijven en de ervaringen en wensen van UTA-werknemers met betrekking tot de thema’s arbeidstijden, overuren en reisuren. Het doel hiervan is werknemers gezond en fit te houden en een aantrekkelijke sector te zijn.

Voorwaarden onderzoek

Het onderzoek start uiterlijk begin 2023 en is binnen een tijdsbestek van een half jaar afgerond. Na oplevering van het onderzoek gaan cao-partijen binnen een termijn van drie maanden serieus met elkaar in gesprek over de positie van UTA-werknemers en de eventueel geconstateerde knelpunten.

Voor de onderzoeksopzet gelden de volgende voorwaarden:

  • Onafhankelijke en neutrale onderzoeker, instemming van cao partijen,
  • De onderzoeker stelt een vragenlijst op naar aanleiding van interviews met cao-partijen, er zijn geen blokkades op vragen,
  • Diversiteit aan functiegroepen wordt benaderd voor het onderzoek,
  • Cao-partijen kunnen voordrachten doen voor de selectiekaders. De onderzoeker maakt de uiteindelijke selectie, maar houdt rekening met de voorgedragen selectie,
  • Anonimiteit van respondenten wordt gegarandeerd,
  • Respondenten wordt gevraagd prioriteiten binnen de thema’s aan te geven. Partijen volgen die prioritering.

Overwerk

Er is in het onderhandelingsresultaat een apart stuk gewijd aan het onderwerp overwerk. In de huidige cao is vastgelegd dat in beginsel moet worden vermeden dat een UTA-werknemer structureel overwerkt. Afgesproken is wanneer structureel overwerk wel wordt geconstateerd (binnen functiegroepen), dat cao-partijen met elkaar in overleg gaan over de mogelijkheden om dit overwerk te beperken en om afspraken te maken die voorkomen dat deze tijden gewerkt wordt. Hierbij ligt onder andere ook de betaling van overwerk als bespreekpunt op tafel.

Conclusie: Aan de hand van de resultaten van het onderzoek moeten werkgevers serieus met ons in onderhandeling over hoe de knelpunten te ondervangen in de volgende cao-afspraak!


Beroepenbijeenkomst Calculator 31 mei 2022

Overweeg je een overstap als calculator? Of ben je als bedrijf op zoek naar een calculator? Bedrijven in de bouw, infra en techniek investeren in mensen. Deze sectoren blijven groeien en hebben in de komende jaren veel mensen nodig. Steeds vaker stappen mensen succesvol over naar een baan in de bouw, infra of techniek, mede dankzij het persoonlijke traject 'Je gaat het maken'. Op 31 mei 2022 wordt de Beroepenbijeenkomst Calculator gehouden.

Als potentiële zij-instromer hoor je de ervaringen van een calculator en krijg je informatie over de opleiding. Als bedrijf hoor je de ervaringen van een collega-bedrijf. We vertellen je alles over het persoonlijke traject en de mogelijkheden die de sector heeft voor zowel zij-instromers als bedrijven. Daarnaast is de adviseur arbeidsmarkt, die het persoonlijk aanspreekpunt is voor zowel zij-instromers als bedrijven aanwezig. En natuurlijk is er tijdens de lunch tijd voor zij-instromers en bedrijven om met elkaar kennis te maken.

Meld je aan

Ben je geïnteresseerd in een overstap naar de functie en de opleiding tot calculator? Ben je ondernemer en wil je de ervaringen horen van een collega? Of wil je een geïnteresseerde zij-instromer of bedrijf ontmoeten?
Vul hier het aanmeldformulier in. Ken je iemand voor wie deze bijeenkomst interessant is? Geef het door!

Praktische informatie

Datum: 31 mei 2022, 11.00 – 13.30 uur
Locatie: bouwonderneming in omgeving Eindhoven

Meer informatie

Klik hier voor meer informatie over het persoonlijke zij-instroomtraject en filmpjes van mensen die al een overstap hebben gemaakt. Of neem alvast contact op met de adviseur arbeidsmarkt in jouw regio.


woningnood

Leegstaand vastgoed ombouwen tegen woningnood

De woningnood kan een stuk sneller worden opgelost door het sneller ombouwen van leegstaand vastgoed tot woningen.

'Woningnood? 39 miljoen vierkante meter vastgoed staat leeg'. Zo meldt Sebastiaan Hameleers, CEO van transformatiebouwer Respace, in deze publicatie van Cobouw. Er is een groot gebrek aan woningen, en dit neemt toe. Adviesbureau Capital Value zegt dat het tekort groeit van nu 270.000 woningen, naar meer dan 300.000 woningen in 2024. Ondertussen moeten gemeenten komend jaar woonruimte vinden voor 13.500 statushouders en loopt het aantal vluchtelingen uit Oekraïne wekelijks op.

De druk op de woningmarkt is dus hoog. Onderweg naar de productie van jaarlijks 100.000 woningen is minister De Jonge bezig met het maken van afspraken met corporaties en gemeenten. Hij kijkt daarbij niet alleen naar nieuwbouw, maar wil het probleem ook deels oplossen door leegstaande gebouwen te transformeren tot woningen.

Regelgeving

Waar de minister uitgaat van maximaal 15.000 van die getransformeerde woningen per jaar, menen koplopers in de bouwsector dat dit aantal kan worden verdubbeld, mits De Jonge ‘verstikkende’ regeltjes aanpakt. Een deel van de oplossing is dat gemeenten meer ruimte zouden moeten krijgen om de bestemming van vastgoed makkelijker te wijzigen. Hameleers zegt dat de potentie van transformatie groter is dan nu veelal wordt aangenomen. Hij baseert zich op de Leegstandsmonitor 2021 van het CBS. “Nu al staat er 39 miljoen vierkante meter vastgoed leeg. Twintig miljoen daarvan heeft al een woonbestemming, de overige 19 miljoen bestaat uit lege kerken, bedrijfshallen en retail. Kortom. Het huidige woningtekort kun je al oplossen door die gebouwen te transformeren.”

Arbeidsmarkt

Is het gezien de bouwarbeidsmarkt wel mogelijk om dit idee uit te voeren? Volgens onderzoek van het EIB zal de spanning op de bouwarbeidsmarkt de komende tijd verder toenemen, vanwege de stevige productiestijging in 2022 en 2023. De nieuwbouw vormt hiervan de motor, in het bijzonder bij de woningbouw. De vergunningen voor woningnieuwbouw zijn in 2020 en 2021 sterk toegenomen en dit leidt met vertraging tot meer bouwproductie. Aangezien andere onderdelen van de bouw en infrasector naar verwachting ook bijdragen aan de groei, ontstaat een dynamisch productiebeeld voor de komende twee jaar.

Het productiebeeld zorgt ervoor dat de arbeidsvraag duidelijk verder toeneemt de komende twee jaar. De spanning op de arbeidsmarkt is al enige tijd voelbaar. Volgens het EIB (?) zijn er twee aspecten die de spanning iets kan doen afnemen. Ten eerste kan het ziekteverzuim naar verwachting weer terugkeren naar pre-coronaniveaus en daarmee de arbeidsproductiviteit stijgen. Ten tweede zullen de buitenlandse arbeidskrachten geleidelijke terugkeren. In 2021 waren al de eerste tekenen hiervan waar te nemen, en de verwachting is dat deze beweging ook dit jaar en in 2023 wordt doorgezet.

Niettemin blijft er een serieuze opgave om voldoende arbeidscapaciteit te realiseren in de bouwsector. Hierbij speelt mee dat de instroom uiteraard niet alleen de groei, maar ook de vervanging van arbeidskrachten moet opvangen. Bij dit laatste gaat het volgens het EIB om mensen die de sector verlaten vanwege pensionering of arbeidsongeschiktheid. Dit houdt in dat er de komende twee jaar zo’n 30.000 nieuwe arbeidskrachten moeten worden gemobiliseerd, naast ongeveer 8.000 extra buitenlandse arbeidskrachten. De woningopgave en de gespannen situatie op de arbeidsmarkt houden elkaar dus de komende jaren in de greep.

 


Digitalisering in de bouw is niet meer weg te denken

Digitalisering in de bouw is niet meer weg te denken

De bouw moet de komende jaren meters maken: opschalen naar 100.000 woningen per jaar bouwen, bouwen voor verschillende doelgroepen, en het verduurzamen van woningen. Iedereen in de bouwwereld ziet in dat dat niet kan zonder het bouwproces ingrijpend te vernieuwen en te veranderen. In de kern komt het neer op het zoveel mogelijk digitaliseren van het bouwproces, data gedreven bouwen en het industrialiseren van de bouw.

Werken in de bouw gaat er anders uitzien, wel met de aantekening dat er nog veel in ontwikkeling is. FNV Bouwen &Wonen volgt deze ontwikkelingen op de voet om een vakbondsperspectief te ontwikkelen.

Slim bouwen en beheren

In een notendop gaven we het al aan. Het digitaliseren van de bouw gebeurt in een hoog tempo: wie een bouwbeurs bezoekt ziet dat er vele innovaties worden gedaan in de bouw. Om een voorbeeld te geven: het parametrisch ontwerpen. Waar de ontwerper voorheen zelf een gebouw ontwierp en alle elementen intekende, zien we dat bij het parametrisch ontwerpen een groot deel van het ontwerpen is gedigitaliseerd. De ontwerper geeft verschillende parameters in (zoals omvang gebouw, vloeren, ramen etc.) en een computerprogramma ontwerpt het gebouw en rekent door welke materialen nodig zijn. Het spreekt voor zich dat dit een model oplevert waar de ontwerper en later de klant, virtueel door heen kan lopen.

Data in de bouw gaat een steeds grotere rol spelen bij het ontwerp, de uitvoering, het onderhoud en beheer en bij het hergebruik van materialen. BIM (Bouw Informatie Management) speelt een aanjagende functie bij het data gedreven bouwen. Bouwen vindt twee keer plaats: één keer keer digitaal en één keer fysiek. De term digital twins komt hierbij steeds vaker voor. Door eerst digitaal te bouwen wordt nagegaan of het gebouw helemaal klopt, het ontwerp geen tegenstrijdige elementen heeft en bekend is welke materialen nodig zijn. Met BIM bots kan het ontwerp getoetst worden aan geldende regelgeving om ervoor te zorgen dat het ontwerp daaraan voldoet. De laatste stap is het bouwen zelf, waarbij met dronebeelden de voortgang in de gaten wordt gehouden. Door het aanbrengen van sensoren in het gebouw is het na de bouw mogelijk om onderhoud en beheer efficiënt in te richten.

Fabrieksmatig bouwen

Een andere ontwikkeling die FNV Bouwen & Wonen ziet is fabrieksmatig bouwen. Dat kan gaan om complete woningen of om delen van woningen. Men vervoert deze woningen naar de bouwplaats en zet ze hier in elkaar. Bouwen op locatie wordt daarmee steeds meer assemblage werk. Bij complete woningen is het aansluiten op de infrastructuur een kwestie van plug-and-play. Bouw en installatie zijn steeds minder van elkaar te onderscheiden. Het bouwen in de fabriek vraagt om programmeurs en operators, die robots en/of machines bedienen.

Niet al het bouwen zal op deze manier gaan verlopen. Nederland kent een forse woningvoorraad en een deel daarvan vraagt om traditioneel onderhoud. De aloude vakman in de bouw verdwijnt niet helemaal. Maar als het gaat om renovatie en nieuwbouw, nemen we aan dat de traditionele vakman steeds minder zullen zien.

Ander werk in de bouw

Zoals hierboven al benoemd: Werk in de bouw verandert en gaat nog meer veranderen. En het digitaliseren zal voortdurend zijn omdat de innovaties permanent zijn. Dat vraagt veel van medewerkers: zij zullen steeds weer nieuwe vaardigheden moeten leren om bij te blijven bij de vernieuwingen. Bouwbedrijven moeten fors investeren in de kennis en vaardigheden van hun medewerkers. Niet alleen via trainingen en cursussen, maar ook in en tijdens het werk. We zien dat daar de schoen wringt. Er zijn te weinig mensen in de bouw, waardoor iedereen zoveel mogelijk ‘aan het werk’ is. Maar het is een vergissing om alleen op de korte termijn te kijken, want daarmee is het risico de aansluiting op de vernieuwing te missen. Het is noodzakelijk dat alle partijen zich goed realiseren dat investeren in medewerkers van groot belang is.

Het gaat niet alleen om het investeren in mensen, maar ook om het investeren in innovatieve organisatievormen. Het digitaliseren van het bouwproces leidt tot veel meer samenwerken binnen bedrijven en tussen bedrijven. Samenwerken op basis van vertrouwen in elkaar vormt de basis, waarbij medewerkers gezamenlijk voldoende mogelijkheden hebben om beslissingen te nemen in en over hun werk. Technologische innovaties moeten samengaan met sociale innovaties. We roepen partijen daarom op om serieus werk te maken van deze combinatie. Wij zijn ervan overtuigd dat dit een belangrijke stap is in het realiseren van de bouwopgave.


Vragenlijst Fabrieksmatig Bouwen

Enquête Fabrieksmatig Bouwen

Met enige regelmaat doet FNV|UTA onderzoek naar innovaties in de bouwsector. Deze keer hebben we een enquête ontwikkeld over fabrieksmatig bouwen. Vul jij hem ook in?

In dit onderzoek stellen we vragen rondom het proces van fabrieksmatig bouwen. De vragen gaan over de mate waarin er bij jouw werkgever fabrieksmatig gebouwd wordt en welke gevolgen dit heeft. We zijn ook benieuwd hoe jij persoonlijk tegen fabrieksmatig bouwen aankijkt.

Volgens Hugo de Jonge, Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, is deze manier van bouwen een goede manier om de woningproductie te verhogen. Onderdelen van woningen (prefab) of zelfs complete woningen in een fabriek gemaakt. Volgens De Jonge kan het bouwproces daardoor sneller verlopen tegen lagere bouwkosten en met minder personeel.

Meer fabrieksmatig bouwen heeft invloed op de werkgelegenheid en de inhoud van werk. Daarom is het van belang om als vakbond  goed op de hoogte te zijn van de huidige ontwikkelingen. En het is natuurlijk belangrijk om van jou als werknemer te horen hoe jij over deze ontwikkelingen denkt. De opgehaalde informatie uit deze enquête zal, naast het verkrijgen van inzicht, ook gebruikt worden voor het vaststellen van de cao-doelen voor tijdens de aankomende de cao-onderhandelingen van Bouw&Infra.

Het invullen van de vragenlijst neemt ongeveer 10 minuten in beslag, alvast hartelijk bedankt!

Klik hier om naar de vragenlijst te gaan.


Innovaties: BIM in de Bouw - compleet document

De BIM-experts hebben in zes bijeenkomsten hun kennis en inzichten met ons gedeeld. Door het delen van hun kennis hebben wij de notitie ‘BIM in de Bouw’ kunnen opstellen.

FNV|UTA consulenten Ernst van den Berg en George Evers bespraken in een werkgroep met BIM-experts welke digitaliseringsontwikkelingen bij bouwbedrijven spelen. Daarbij hadden we als verwachting dat BIM, in de regel omschreven als het Bouw Informatie Model, zal leiden tot de nodige veranderingen in de bouw. De BIM-experts konden ons vanuit hun kijk op het vakgebied meenemen in de veranderingen die zij zien en verwachten in de bouw. Deze BIM-experts werken bij bedrijven die we kunnen kenmerken als koplopers of zijn adviseurs die bedrijven ondersteunen bij de implementatie van BIM. De experts zaten in de werkgroep op persoonlijke titel.

Wij wilden met deze experts vooral discussiëren over de veranderingen in de organisatie en het werk door de implementatie van BIM. Waarbij we ons realiseren dat de huidige ontwikkelingen snel gaan en er bijna wekelijks een nieuwe ontwikkeling valt te melden.

Inzicht in ontwikkelingen

Wij hebben als FNV goed inzicht gekregen in welke ontwikkelingen zich voordoen en op welke wijze het werk in de bouw door (onder andere) BIM gaat veranderingen. Deze kennis delen we met de sector, vanuit de gedachte dat de geschetste ontwikkelingen in een steeds hoger tempo voortgaan. We verwachten dat elke organisatie en elke functie met BIM te maken gaat krijgen. Daarom roepen wij op iedereen in de bouw zich goed te laten informeren. Het is belangrijk je af te vragen wat dit voor jou gaat betekenen. Relevante vragen zijn daarbij: gaat mijn werk veranderen? Op welke wijze? Ben ik voldoende digivaardig? En wat kan ik doen om bij te blijven (denk aan opleidingen, stages, cursussen etc.)?

Klik op onderstaande button om het formulier in te vullen en ontvang binnen enkele ogenblikken de notitie ‘BIM in de Bouw’ in je mailbox!

Notitie ‘BIM in de Bouw’ aanvragen

Vul hieronder je e-mailadres in en je ontvangt binnen enkele ogenblikken een e-mail met de link naar het interactieve PDF bestand ‘BIM in de Bouw’.

Je gegevens worden ruim een jaar opgeslagen om je in de toekomst op de hoogte te houden.

Pas als je akkoord gaat met deze voorwaarden kun je dit formulier verzenden.


Bouwsector positiever over economie

Bouwsector positiever over economie

Uit de cijfers van de BouwMonitor blijkt dat de bouwsector in januari 2022 weer wat optimistischer tegen de economie aankijkt, dan in de maanden hiervoor.

De BouwMonitor is een onderzoek dat wordt uitgevoerd door Cobouw en USP Marketing Consultancy. In dit doorlopende onderzoek wordt onder deelnemende bedrijven regelmatig een enquête uitgezet over hoe het bedrijf ervoor staat en wat de impact is van onder andere stikstof, PFAS, en corona. Het onderzoek is steeds een momentopname om zo de ontwikkelingen over een langere periode in kaart te kunnen brengen. De onderzoeksronde van januari telde 833 deelnemers.

Positief

Belangrijke bevindingen uit de Bouwmonitor waaruit blijkt dat de sector weer wat positiever naar de economie kijkt, zijn onder andere de gestegen werkvoorraad (orderportefeuilles), veiligheid, en de omzet. Zo ligt de omzet bij bouwers 2,3 procent hoger ten opzichte van vorig jaar.

Het afgelopen jaar lijkt veiligheid een steeds belangrijker thema te zijn geworden in de bouwsector. Bouwers zijn op verschillende manieren bezig met veiligheid. Vooral het participeren in trainingen en toolboxmeetings worden veel genoemd door de respondenten van de BouwMonitor. Met de stelling ‘Er wordt steeds vaker gevraagd naar veiligheidscertificaten (zoals VCA), was 58 procent van de deelnemers aan het onderzoek het eens. En 83 procent van de respondenten vindt dat er voldoende informatie beschikbaar is over het maken van een veilige bouwomgeving.

Download hier de BouwMonitor januari 2022.   


Annemiek Suijkerbuijk

‘Het gevoel dat ik bij een stageplek krijg, is het allerbelangrijkst’

Het zal je maar overkomen, dat jouw stagebegeleider na één werkdag aangeeft dat ze je toch niet kunnen begeleiden. Annemiek Suijkerbuijk (24) weet hier alles van. Gelukkig vond ze direct na deze misser de leukste stageplek waar ze tot nu toe gezeten heeft, bij bouwbedrijf Vrolijk in Breda.

Annemiek Suijkerbuijk
Annemiek Suijkerbuijk

Annemiek is vierdejaars student aan het Avans en studeert daar Human Resource Management. Op dit moment is zij bezig met haar afstudeerstage in de bouwsector, waarin zij onderzoek doet naar werkdruk. Annemiek was aan het begin van dit schooljaar al gestart met een andere stage, in de technische sector, maar haar stagebegeleider liet haar na één dag weten dat ze haar niet konden begeleiden. "Het is zó belangrijk om op je gevoel af te gaan. Want het voelde al niet helemaal goed toen ik daar op gesprek ging, maar ik wilde gewoon zo snel mogelijk een stageplaats regelen, omdat ik de hele zomer in Griekenland zou gaan werken," vertelt Annemiek. "Maar ik heb er de hele zomer een slecht gevoel bij gehad. En terecht."

Bouwsector

Annemiek moest dus dringend op zoek naar een andere stageplaats en heeft hierbij de hulp van haar ouders ingeschakeld. Zo is ze in de bouwsector terecht gekomen. Haar vader werkt namelijk ook in de bouw en is een klant van Vrolijk. Hij heeft hen gevraagd of ze nog een stagiair nodig hadden en toen mocht Annemiek op gesprek komen. Dat klikte meteen van twee kanten en gelukkig kon ze daar direct aan de slag. "Het is dus eigenlijk helemaal toevallig dat ik in de bouwsector terecht ben gekomen. Maar ik vind het wel hartstikke leuk! Mijn vader zit natuurlijk ook in de bouw, dus ik krijg van jongs af aan wel wat mee over de bouw en nu zie ik ook echt wat ze daar allemaal doen, dus dat vind ik wel heel leuk om te zien." Ook haar vader vindt het tof om zijn dochter als stagiair in de bouwsector aan de slag te zien. Zo kwam hij hoogstpersoonlijk het kerstpakket brengen op kantoor, die Annemiek in ontvangst mocht nemen, zo komen ze elkaar nog eens tegen.

Dag op kantoor

De (werk)sfeer en het contact met collega’s sluit helemaal aan bij hoe Annemiek het graag ziet. Het team is heel hecht en iedereen kent elkaar. Dat is iets wat zij ook erg belangrijk vindt bij een volgende werkgever.

Hoewel Annemiek in een mannenwereld terecht is gekomen, merkt ze hier op kantoor niet veel van. "Ik heb hier voornamelijk vrouwen om mij heen, waarschijnlijk omdat ik aan de administratieve kant zit op het kantoor. Ik weet het niet precies, maar ik denk dat de verhouding hier op kantoor zo’n 85/15 is."

Annemiek draait (zoals bij een werkstage) niet mee op de werkvloer, maar voert een onderzoek uit. Ze is daarom twee dagen in de week aanwezig op kantoor, op maandag en vrijdag, waarop zij aan haar onderzoek werkt. Haar twee andere collega’s op de HR-afdeling lichten haar in over wat er allemaal gebeurd is binnen het bedrijf, welke zaken belangrijk zijn en daarnaast woont ze meetings bij. Ook heeft ze de afgelopen periode veel stakeholders gesproken, zoals het hoofd van de bouwstudies op Avans, Bouwend Nederland, FNV, studenten van de Bouwschool, een detacheringsbureau en natuurlijk de mensen op kantoor. Alle informatie die hieruit voortkomt verwerkt zij vervolgens in haar afstudeeronderzoek.

Annemiek geeft aan veel verschillende dingen interessant te vinden en vind het dan ook het leukst om zich met verschillende onderwerpen bezig te houden. "Als ik kijk naar wat ik zelf interessant vind, dan zijn dat vaak de uitdagingen, de punten die om verbetering vragen. Zoals werkdruk, of waarom een bedrijf een hoog ziekteverzuim heeft en hoe we dat kunnen oplossen. Dat vind ik altijd wel leuk."

Afstudeeronderzoek

Annemiek is met de organisatie in gesprek gegaan over waar zij het beste onderzoek naar zou kunnen doen. Direct kwam het onderwerp werkdruk ter sprake, dit is een belangrijk punt in de gehele bouwsector, zo ook voor het stagebedrijf. Dit komt natuurlijk helemaal overeen met wat Annemiek interessant vindt. Daarom focust ze zich in haar onderzoek op de werkdruk en het behouden van personeel/ het vinden van nieuw personeel. "In de bouw is het lastig om werknemers te vinden, dus mijn hoofdvraag is: Hoe houden we de voordeur open en hoe houden we de achterdeur dicht? Want iedereen hier wordt benaderd via LinkedIn door andere bedrijven, omdat zij ook een personeelstekort hebben en een hoge werkdruk. Mijn volgende gedachte is dan gelijk: Hoe kunnen we de werkdruk verlagen als we niet aan nieuwe werknemers kunnen komen?"

Annemiek heeft voor alsnog twee deelvragen opgesteld om dit verder uit te zoeken:

  1. Waarom kan Vrolijk op dit moment niet aan voldoende werknemers komen?
  2. Zijn de huidige werknemers van Vrolijk tevreden met de huidige situatie? En zo niet, hoe kunnen ze hun huidige medewerkers dan wel tevreden houden?

Annemiek loopt nog tot eind mei stage en heeft twee van de vier deadlines achter de rug. Onlangs heeft ze het onderdeel diagnose ingeleverd, waarin haar hele onderzoek is uitgewerkt. "Hieruit kan ik al wat conclusies trekken, dus daarmee kan ik al wel een beetje bedenken wat voor advies ik ga geven. Maar dat advies moet natuurlijk wel goed passen binnen de organisatie." Over zeven weken moet Annemiek dit advies inleveren en zeven weken daarna moet ook het deel implementatie klaar zijn.

Stage kiezen: waar moet je op letten?

Annemiek let vooral op het gevoel dat zij bij een bedrijf krijgt. “In de maand dat ik geen stageplaats had, heb ik best wel wat aanbiedingen gekregen en ben ik ook op gesprek geweest bij een aantal bedrijven. Maar het voelde steeds niet goed. Dus ik dacht ‘Ja, dan kan ik wel een stageplaats kiezen bij een bedrijf waar ik totaal geen goed gevoel bij heb, omdat ik anders vertraging oploop óf ik wacht gewoon even op het juiste moment’. En dat heb ik gedaan. Het gevoel dat ik bij een stagebegeleider of bedrijf krijg, vind ik wel echt het allerbelangrijkste.” Ook een goede werksfeer vindt Annemiek erg belangrijk, maar ze geeft aan dat je dat natuurlijk lastig kunt zien tijdens een voorgesprek. "Het eerste gesprek bij Vrolijk was gelijk goed, dat speelde ook een rol. Ze vertelden me niet zo zeer wat zij van mij verwachtten, maar ik mocht juist aangeven waar mijn interesses lagen en wat ik graag wilde onderzoeken. Ik had daar dus echt inspraak in."

Annemiek heeft over haar stage bij Vrolijk dan ook niks negatiefs te zeggen. "Dit is echt een van de betere stages die ik gehad heb. Nu denk ik dat ik daar altijd wel geluk mee heb gehad, maar als ik mezelf de vraag stel van ‘Bij welk bedrijf waar ik stage heb gelopen zou ik wel willen werken?’ dan zou deze wel het meest bij me passen." Deze stage zet voor haar dan ook zeker de deur open om in de bouwsector te gaan werken.

Stagetip van Annemiek | Ga op je gevoel af. Voelt het niet helemaal goed? Ga dan op zoek naar een andere stageplaats waar je je wel op je gemak voelt.

Ben jij benieuwd naar de uitkomsten van het onderzoek van Annemiek? Dat komt goed uit, want wij ook! In juni spreken we haar nog een keer over de bevindingen uit haar onderzoek.


Resultaten onderzoek naar digitalisering in de bouw

Eind 2021 en begin 2022 is via het BIM Loket een vragenlijst uitgezet over digitalisering in de bouw. Digitalisering is inmiddels niet meer weg te denken in de bouw. BIM, bouw informatie management, speelt bij digitalisering een belangrijke aanjagende rol. Eén van de belangrijkste elementen bij BIM is, dat er gegevens beschikbaar komen die in elke fase van het bouwproces gebruikt kunnen worden.

Deze datastroom onder het bouwproces zal de komende jaren, zo is de verwachting, een belangrijke rol gaan spelen. Bouwdata zal een grote rol krijgen bij het stroomlijnen van het bouwproces, het verminderen van fouten en bij het hergebruik van materialen.

Wij verwachten dat het werk in de bouw door digitalisering gaat veranderen, alleen is er nog relatief weinig bekend hoe dat zal zijn. Met deze vragenlijst wilden we informatie krijgen over hoe er wordt gedacht over de veranderingen van het werk in de bouw.

De vragenlijst is door 48 personen geopend, waarbij het aantal deelnemers per vraag verschillend is. De deelnemers werken met name in de bouw en infra en de meesten hebben een HBO opleiding gevolgd. Het merendeel is man en de gemiddelde leeftijd is 40 jaar. Tenslotte geven de meeste deelnemers aan dat zij een BIM gerelateerde functie hebben.

Visie op digitalisering

Ruim tweederde van de deelnemers aan het onderzoek geeft aan dat de directie een visie heeft op digitalisering in het bedrijf, dat meerdere jaren omvat. Een kwart antwoordt dat dit niet het geval is. De belangrijkste onderdelen van die visie zijn: a) digitalisering is de toekomst voor het bedrijf b) datagedreven werken is binnen enkele jaren normaal c) digitalisering is bedoeld om het bouwproces efficiënter te maken (verminderen van de faalkosten) en d) het bedrijf moet wel mee met de digitaliseringsontwikkeling om toekomstbestendig te zijn.

De deelnemers aan het onderzoek onderschrijven bijna allemaal de geformuleerde visie van de directie. Zij geven aan dat het draagvlak binnen het bedrijf voor deze visie groot is.

De belangrijkste digitaliseringsontwikkelingen

Welke vormen van digitalisering komen voor in het bouwbedrijf? Uit figuur 1 blijkt dat BIM de belangrijkste ontwikkeling is in het bouwbedrijf, op enige afstand gevolgd door het gebruik van de iPad en de smartphone. Wat minder vaak wordt aangegeven is het gebruik van algoritmen. Het minst genoemd is de inzet van robots en het vastleggen van de voortgang met drones en camera’s.

Figuur 1: Belangrijkste digitaliseringsontwikkelingen in procenten. (Klik op de afbeelding om te vergroten)

Figuur 1: Belangrijkste digitaliseringsontwikkelingen in procenten

Implementatie van digitalisering

Voor het implementeren van digitalisering is er een speciale afdeling of een team van collega’s gevormd (44%). In iets minder gevallen verloopt het implementatieproces geleidelijk (39%). In heel weinig gevallen is er sprake van het inkopen van kant-en-klare digitaliseringsoplossingen of worden er externen ingehuurd (beiden 5%).

Wie zijn in het bedrijf betrokken bij de implementatie van digitalisering? Figuur 2 laat zien wie dat zijn. Het meest genoemd zijn de medewerkers, gevolgd door het management, maar het verschil is gering. De OR en HR zijn volgens de deelnemers aan het onderzoek zo goed als niet betrokken bij de implementatie van digitalisering.

Figuur 2: Wie zijn betrokken bij de implementatie in procenten. (Klik op de afbeelding om te vergroten)

Figuur 2: Wie zijn betrokken bij de implementatie in procenten.

Veranderingen door digitalisering

Gaat het werk in de bouw door digitalisering veranderen en als zo is op welke manier zal dat dan zijn. De overgrote meerderheid (89%) verwacht dat digitalisering impact zal hebben op het werk. Gedacht wordt dat de inhoud van het werk verandert, dat er nieuwe functies ontstaan en dat het routinematige werk zal verdwijnen. Enkele voorbeelden zijn:

  • Bepaalde routinematige werkzaamheden en controle taken worden geautomatiseerd. Robots kunnen werk overnemen, de invloed van kunstmatige intelligentie is nog niet duidelijk, maar die gaat zeker ook de niet-standaard taken overnemen.
  • Nieuwe functies ontstaan, zoals data analisten en andere functies die met data kunnen werken. Er is meer ICT kennis nodig.
  • Er zullen andere competenties gevraagd worden, waaronder beduidend meer digivaardigheden.

De komst van steeds meer nieuwe digitale toepassingen vraagt van medewerkers dat zij goed op de hoogte zijn en bijblijven. Wat doet een bedrijf hiervoor? Figuur 3 laat zien hoe medewerkers zich kunnen ontwikkelen op het terrein van digitalisering.

De belangrijkste manier waarop dit gebeurt is dat medewerkers worden betrokken (zie ook eerder) en dat er een uitgebreid scholings- en opleidingsprogramma aanwezig is in het bedrijf. Verder kunnen we zien dat stagiaires een rol spelen door het ‘meenemen’ van de laatste kennis en inzichten rond digitalisering. Het bezoeken van vakbeurzen en kijken bij andere bedrijven is ook een mogelijkheid om op de hoogte te blijven.

Onder het kopje anders noemen de deelnemers de volgende zaken:

  • Er is een speciaal programma waarmee medewerkers inzicht krijgen in welke specifieke vaardigheden zij moeten ontwikkelen. Daarmee kunnen zij gericht cursussen volgen.
  • Er worden interne en externe trainingen aangeboden om de digivaardigheden te vergroten.
  • Er zijn mogelijkheden om medewerkers te informeren, maar dat is nog niet geborgd.

Figuur 3: Kunnen medewerkers zich mee ontwikkelen in procenten. (Klik op de afbeelding om te vergroten)

Figuur 3: Kunnen medewerkers zich mee ontwikkelen in procenten.

Uitdagingen

Voor welke uitdagingen staan bedrijven voor zover het gaat om digitaal te gaan bouwen? De volgende uitdagingen zijn genoemd:

  • Het management en de medewerkers overtuigen en meekrijgen met nut en noodzaak van digitale ontwikkelingen. Aangegeven wordt dat de veranderingen ten dele technisch zijn, maar dat de veranderbereidheid van de mens de belangrijkste factor is. Het vraagt om een groot aanpassingsvermogen van medewerkers om de digitaliseringsontwikkelingen te implementeren.
  • Het samenwerken in de keten en het delen van kennis en informatie. Een belangrijke voorwaarde is a) dezelfde taal gebruiken b) standaardisatie van data en c) bereidheid om data te delen binnen bedrijven, tussen bedrijven en in de keten. Software leveranciers spelen hierbij een belangrijke rol en er zijn twijfels of zij het data delen willen of kunnen faciliteren.

Tenslotte

Digitalisering in de bouw zal zorgen voor belangrijke veranderingen. De vraag is hoe de bouw er over 10 jaar uit zal zien. Om naar die toekomst te kijken is het van belang dat directie en medewerkers zich oriënteren op deze veranderingen. Dat kan door de digitaliseringsontwikkelingen voortdurend te agenderen, door medewerkers op te leiden zodat zij hun digivaardigheden op orde hebben. De implementatie van digitalisering is dus veel meer dan een technische aangelegenheid. Het gaat erom dat medewerkers zich kunnen meeontwikkelen.

Tegen deze achtergrond is het opvallend (en teleurstellend) dat HR zo’n kleine rol speelt. Naar onze mening is het HR de afdeling die expert is op het terrein van organisatieontwikkeling en -verandering. Het ligt voor de hand dat HR zich snel gaat positioneren in het digitaliseringsdebat binnen bedrijven.