Column Hans Crombeen | Trekhaak

Hans Crombeen
Hans Crombeen

"Lang geleden zijn de toen bestaande cao’s voor de Bouwnijverheid en voor UTA medewerkers samengevoegd tot één cao. Met als doel om in de jaren erna de arbeidsvoorwaarden te harmoniseren. Maar werkgevers en vakbonden hebben de jaren daarna hele andere plannen gehad met die harmonisatie. Dat zorgde ervoor dat de bestaande verschillen niet werden opgelost. Ook zorgde de samenvoeging ervoor dat er minder specifiek aandacht was voor de arbeidsvoorwaarden in het UTA deel.

We hebben heel veel voorstellen gedaan om daar verandering in aan te brengen. Werkgevers hebben dat steeds afgedaan als niet relevant. Zij gaan er immers vanuit dat door het ontbreken van afspraken in de cao de werkgevers in de praktijk al heel veel afgesproken hebben met hun werknemers. Een cao afspraak op hetzelfde gebied zou dan ervoor zorgen dat de mensen twee keer compensatie zouden krijgen voor hetzelfde. Ja, er zal best veel worden overgewerkt, zeggen de werkgevers. Maar daar ontvangen de werknemers dan ook een hoger loon voor. Of een dertiende maand. Of een grotere lease auto dan de standaard. Of zelfs een extra in de vorm van een trekhaak achter die auto. En reistijdvergoeding? Of een zwaarwerkregeling? Of….? Allemaal niet nodig, werknemers krijgen al allerlei extra’s, aldus de werkgevers.

In 2021 hebben we behoorlijk wat uitvragen gedaan bij onze achterban rondom de cao onderhandelingen. Volgend op eerdere onderzoeken die we onder onze leden hebben gedaan. Zelfs het EIB heeft onderzoek verricht naar de arbeidsvoorwaarden. Maar geen enkel onderzoek werd ‘geloofd’. Daarom hebben we in de laatste cao afgesproken om SAMEN een onafhankelijk onderzoek te doen. Met de voorbereiding daarvoor zijn we nu druk. In het eerste kwartaal van 2023 gaat dit live. Iedereen die als UTA medewerker in de sector werkt (en werkgevers) mogen hem invullen. Help je ons straks door hem in te vullen? Voor de cao onderhandelingen van 2024 zal het van groot belang zijn dat dat gebeurt."


Tessa Meij: ‘Prefab heeft negatief imago’

De bouw heeft Tessa Meij altijd getrokken, omdat het een mooie combinatie van het inzetten van creativiteit en de technische mogelijkheden. "Overal om ons heen is het belang van de bouw te zien. Het is mooi om te mogen bijdragen aan deze gebouwde omgeving." FNV|UTA interviewde Tessa over de belangrijkste bevindingen uit haar afstudeeronderzoek.

Tessa Meij is afgestudeerd aan de Technische Universiteit Delft. Haar afstudeeronderzoek tijdens haar opleiding Management in the Built Environment ging over de mogelijkheden die industrialisatie van de woningmarkt biedt. Over dit onderwerp heeft ze veel kennis opgedaan tijdens haar periode bij Heijmans. De hoofdvraag van het onderzoek was: "Welke aanpassingen zijn nodig in het proces om de productie van industriële woningen op te schalen in Nederland?"

Onderzoek

Tessa meij
Tessa Meij

Tessa: "Na overleg met mijn begeleider prof. Peter Boelhouwer ben ik tot het onderwerp industrieel bouwen gekomen; een relevant onderwerp met de huidige forse bouwopgave. Tijdens mijn onderzoek heb ik verschillende partijen geïnterviewd en ben ik begeleid vanuit Heijmans. Ik heb voor Heijmans gekozen omdat zij één van de partijen zijn die stappen aan het zetten zijn rondom industrialisatie van de woningbouw. Maar ook andere partijen hebben bijgedragen aan mijn onderzoek." In haar scriptie wijst Tessa op het belang van kennisdeling in de sector en op de noodzaak van een cultuurverandering binnen de bouw. Dit jaar won Tessa een prijs die het Ministerie van BZK sinds 2017 uitreikt voor de meest originele en beleidsrelevante wetenschappelijke masterscriptie op het terrein van de woning- en vastgoedmarkt.

Negatief imago

Eén van de dingen die Tessa opviel voorafgaand aan haar onderzoek is dat er in Nederland een negatief imago heerst over prefab bouwen. De gedachte is namelijk al snel dat dit samengaat met grootschalige nieuwbouw met maar weinig variatie in architectuur. Daarbij heerst het beeld van de Vinex-wijken in Nederland. Dat is volgens Tessa niet terecht: "Er bestaat veel verwarring bestaat over de term industrieel bouwen. Velen denken dat we al industrieel bouwen door het gebruik van prefab materialen. Echter is Prefab al zeker 50 jaar de standaard, en gaat industrialisatie veel verder. Het off-site produceren van losse onderdelen is niet de enige innovatie die we nodig hebben voor industriële woningbouw. Industrieel bouwen gaat over de industrialisatie van het product en het proces. Dit betekent een fabrieksmatige aanpak (herhalen, automatiseren, robotiseren, voorwaardelijke omstandigheden) en innovatie in het product (gestandaardiseerde variatie, digitalisering)."

Visualisatie 'Verbandontwikkeling Industrieel Bouwen' uit het onderzoek van Tessa Meij.

"Om dit productieproces in gang te zetten, moeten bouwers investeren in de realisatie van een fabriek. Dit betekent een hoge eenmalige investering, die daarom alleen is weggelegd voor de grotere organisaties en pas rendabel wordt vanaf een minimale productie. De omvang van deze investering zorgt voor aarzeling bij bedrijven, want ze moeten toekomst zien in de markt om deze stap te durven maken. Een aantal bouwers hebben al een industrieel product ontwikkeld, maar zij lopen tegen het probleem dat het productieproces nog niet klaar is voor opschaling. In dit proces zijn nog verschillende andere actoren betrokken, zoals woningbouwcoöperaties, investeerders en publieke partijen. Tussen deze verschillende partijen is momenteel nog gebrek aan structurele samenwerking met verschillende belemmeringen om optimaal gebruik te maken van het productieproces." Aldus Tessa.

Versnippering

De bouw is erg versnipperd en er werken veel partijen, die allemaal gewend zijn op hun eigen manier te werken. Tessa: "Als je kijkt naar de informatiesystemen die worden gebruikt dan kun je vaststellen dat veel bedrijven hun eigen systemen hebben. Kennisdelen en samenwerken is dan lastig, want deze systemen communiceren niet altijd even makkelijk met elkaar. Misschien nog belangrijker dan dit technische deel is dat er in de bouwsector geen cultuur bestaat van kennisdelen en gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor projecten."

In de bouw lopen de grote bedrijven voorop en is het voor kleinere bedrijven lastig om investeringen te doen die noodzakelijk zijn. "Ik kan me voorstellen dat grote bouwfabrieken, waarvan er nu enkele in aanbouw zijn, uiteindelijk producten gaan maken voor andere bouwbedrijven die niet over deze mogelijkheden beschikken," zegt Tessa. "Voorwaarde voor een goed functionerende fabriek is dat er voldoende vraag is naar huizen en dat de industriële productie van huizen op gang komt. Duidelijk is dat de overheid en corporaties hierbij een belangrijke rol spelen als opdrachtgever."

Betrokkenheid medewerkers

Volgens Tessa zijn medewerkers door de verschillende lagen nog te weinig betrokken bij de ontwikkelingen rondom industrieel bouwen. "Industrieel bouwen heeft impact op werkzaamheden van medewerkers, alle partijen zullen een nieuwe rol aannemen in het proces. Voor medewerkers van de bouwbedrijven kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het werken in een ploegdienst in de fabriek. Om een fabriek rendabel te laten draaien ligt een 24/7 productie voor de hand, echter in de bouw wordt normaliter niet met een ploegendienst gewerkt. Het bouwen in de fabriek heeft als voordeel dat werkzaamheden minder zwaar en veiliger zijn. Je kunt je wel afvragen wat het effect hiervan is op de kwaliteit van het werk. Zal dit werk nog wel uitdagend genoeg zijn voor medewerkers?"

Onderdeel van de industrialisatie van de bouw is de rol van digitalisering, die steeds belangrijker zal worden. Dit betekent dat data een steeds grotere rol gaat spelen in het bouwproces. Op basis van data wordt het mogelijk om de voorkeuren van klanten inzichtelijk te krijgen en op basis daarvan meer maatwerk te leveren. Deze veranderingen zullen volgens Tessa ook op de bouwplaats te zien zijn: "Over 10 jaar zal het werken op de industriële bouwplaats er heel anders uitzien dan op de huidige traditionele bouwplaats is mijn verwachting. Niet alleen in de manier van bouwen van traditioneel naar industrieel, maar ook het kunnen werken met digitale apparatuur.  Het is van belang om medewerkers mee te krijgen in deze slag naar digitalisering."

Toekomst

Industrialisatie zal in de aankomende jaren een steeds groetere rol gaan spelen in de bouw. De vraag naar woningen is de komende jaren groot en industrieel bouwen is één van de manieren waarmee er een die toekomstige vraag voldaan kan worden is de stellige opvatting van Tessa. "Dat vraagt om een forse investeringsslag in het industrieel bouwen, veel meer ketensamenwerking en het meenemen en investeren in de kennis van medewerkers bij deze ontwikkeling."

En de toekomst van Tessa? Na haar afstuderen is zij bij Heijmans Vastgoed aan de slag gegaan. Zij wil de komende jaren vooral inzicht krijgen in het verloop van het gehele bouwproces. Wie werkt er op welk moment in het proces en hoe verloopt de samenwerking? Over enige tijd heeft zij een eigen bouwproject waardoor ze aan den lijve kan ondervinden wat er nodig is om het bouwproces goed te laten verlopen.

Je kunt de scriptie van Tessa hier downloaden.


Stephanie Samson: “Bouwsector is dynamisch, complex en persoonlijk uitdagend”

Stephanie Samson heeft op haar 30ste al een uitgebreid CV opgebouwd. Zo heeft zij voor grote opdrachtgevers in de publieke en private sector gewerkt op verschillende management posities. Naast haar werk als interim- en tendermanager was zij bij het Bouwnetwerk het jongste bestuurslid ooit. Stephanie is trots op haar rol als jonge zakenvrouw in de bouw. Zij hoopt dan ook meer jonge vrouwen te inspireren voor een carrière in deze dynamische, spannende en snel veranderende bouwwereld!

Ik heb gezien dat je aan de TU Delft Architecture en Construction Management and Engineering hebt gestudeerd. Kun je vertellen waarom je voor deze studie gekozen hebt?
“In eerste instantie wilde ik graag architect worden, vandaar de Bachelor (BSc) Bouwkunde. Dit was midden in de economische crisis en ongeveer een derde van de bestaande architecten was op dat moment werkloos. Dit heeft mij aan het denken gezet en het leek mij een verstandige keuze om op zoek te gaan naar een andere Master (MSc). De MSc Construction Management & Engineering (CME) sprak mij enorm aan omdat het managen van deze bouwprojecten zoveel complexer is dan alleen de bebouwde omgeving. Alles komt bij elkaar in de civiele techniek. En uiteindelijk is wel gebleken dat dit veel beter bij mijn ambities en persoonlijkheid past.”

Wat maakt de bouwsector voor jou zo leuk?
“De bouwsector is dynamisch, complex en daarmee voor mij persoonlijk uitdagend. Neem bijvoorbeeld de bouw van de nieuwe grote Zeesluis bij IJmuiden waar honderden miljoenen mee gemoeid zijn of de energietransitie waar TenneT het komende decennia aan werkt. Ik werk voornamelijk op project- en tenderbasis aan strategische projecten waarvan de uitkomst vooraf nog niet bekend is. Dit houdt mij scherp.”

Is er iemand in de sector door wie jij echt geïnspireerd bent?
“In eerste instantie was dit Neelie Kroes. Niet perse iemand uit de sector wel een hele inspirerende vrouw. In mijn Rijkswaterstaat tijd kwam ik in aanraking met Michèle Blom, de Directeur-Generaal van Rijkswaterstaat. Dit is iemand die mij echt heeft geïnspireerd in de sector. Met die reden heb ik haar ook geïnterviewd voor het boek ‘Bouw Vak Vrouw’. Een boek dat we in 2019 hebben uitgegeven voor het Bouwnetwerk. Wat ik zo sterk aan haar vind? Haar visie is duidelijk en helder. Geen moeilijke woorden. Belangrijke issues knipt ze op en ze wil niet alles in beton gieten om de flexibiliteit te behouden. Dit is wat mij betreft een voorbeeld van vrouwelijk leiderschap.”

Op je LinkedIn staat dat je een mooi cv hebt. Naast je baan, zat je de afgelopen drie jaar in het bestuur van het Bouwnetwerk. Hoe ben je hier terechtgekomen en waarom wilde je graag bij dit netwerk aansluiten?
“Bedankt, ik ben hier ook erg trots op en mijn stelling was vanaf het begin om zo  snel mogelijk mijn vlieguren te maken. Voor dit cv heb ik dan de afgelopen jaren keihard gewerkt. Als eerste generatie werkende vrouw kwam ik erachter dat er in mijn omgeving genoeg inspirerende mannen waren maar ik was op zoek naar een vrouwelijke rolmodel. En dan met name omdat ik erg geïnteresseerd was in de persoonlijke loopbaan, hoe zag deze loopbaan eruit? Hadden deze vrouwen een carrièreplan?  Hoe zijn zij in de bouw terecht gekomen? Deze vragen hebben we ook gesteld in het boek ‘Bouw Vak Vrouw’.

Om deze reden ben ik in 2016 ook op zoek gegaan naar een netwerk. Dit was nog niet zo makkelijk te vinden. Het Bouwnetwerk was het derde netwerk dat ik bezocht. Ik vond het best spannend om naar een netwerkbijeenkomst te gaan zonder dat ik iemand kende. Omdat het Bouwnetwerk altijd kwalitatief hoogwaardige bijeenkomsten organiseert gaat het netwerken tijdens de borrels eigenlijk organisch. Meteen tijdens de eerste bijeenkomst voerde ik al de juiste discussies met mensen zoals over het verloop van mijn en hun carrière. Ik ging met meer energie en ideeën naar huis waardoor ik lid ben geworden.

Het idee achter het Bouwnetwerk in 1984 was: Vrouwen helpen in hun professionele ontwikkeling. En dat is in deze tijd nog steeds keihard nodig. Het Bouwnetwerk is opgericht als sociale infrastructuur voor carrièrevrouwen om contact te maken met elkaar en kennis uit te wisselen. We leven nu in een andere tijd maar het contact met elkaar is nog steeds erg belangrijk en dat is waar het Bouwnetwerk voor staat!”

Wat waren je belangrijkste doelen toen je in het bestuur begon?
“Ik geloof er in dat als je goed bent voor je netwerk, dan is je netwerk ook goed voor jou. En daardoor was mijn belangrijke doel: Mensen met elkaar verbinden middels een mentorprogramma – wat zich heeft geresulteerd in het: persoonlijk ontwikkelprogramma. – Mijn tweede net zo belangrijke doel was verjonging van het netwerk. We hebben veel trouwe leden die al heel erg lang lid zijn en daar zijn we erg trots op. Maar ik vond dat het tijd werd om hier een nieuwe generatie jonge ambitieuze vrouwen aan toe te voegen.

Dit mentorprogramma was ook de reden waarom ik in het bestuur ben gegaan in 2018 met als verantwoordelijkheid de programmering. Ik was zelf nog steeds op zoek naar verbinding met vrouwelijke rolmodellen en had een pitch voorbereid voor het huidige bestuur destijds.”

Wat was het meeste memorabele moment dat je in de afgelopen drie jaar hebt gehad?
“Toch wel de publicatie van het boek ‘Bouw Vak Vrouw’ in de zomer van 2019. Dit was het 35 jarige bestaan van het Bouwnetwerk. Als commissie, waar ik onderdeel van was als bestuurslid, wilden we meer doen dan alleen een lustrumfeest. Vandaar dat we het ambitieuze plan in ons hoofd hadden gehaald om ook een boek te publiceren. Natuurlijk wilde we dit presenteren tijdens het lustrumfeest op pampus in mei en niet aan het einde van het jaar. Een belachelijk ambitieus plan, maar het is ons gelukt en daar ben ik trots op!

Misschien was dit voor mij wel extra memorabel omdat ik hoogzwanger (38 weken) was en absoluut niet van plan was om dit moment te missen.”

"Ik werk soms zo hard, dat ik wel eens vergeet om van mijn successen te genieten."

Zijn er dingen die je achteraf anders had willen doen?
“Ik werk soms zo hard, dat ik wel eens vergeet om van mijn successen te genieten. Als initiator van het mentorprogramma (nieuw onderdeel binnen het Bouwnetwerk programma) was ik met name met de organisatorische kant bezig. Ik wilde graag dat iedereen op zijn gemak was en dat het programma een succes zou zijn. Op die momenten vervloek ik mezelf ook weleens waarom ik meteen tijdens mijn eerste bestuursjaar een nieuw ambitieus programma initieer en niet gewoon eerst rustig rond kijk wat er allemaal speelt. Dit is nu eenmaal hoe ik ben, als ik een idee heb dan pak ik meteen door.

Toch vind ik  het belangrijk om beter op deze balans te letten. Het is niet erg om ambitieus te zijn en hard te werken, maar plezier en evenwicht is ook belangrijk.”

Hoe kijk je in het algemeen terug op de afgelopen drie jaar?
“Met heel veel plezier en dankbaarheid. Dankbaar dat ik de ruimte heb gekregen van het vorige bestuur en het netwerk. Ik was nog maar 27 en had net een aantal jaar werkervaring. Ik ben super blij dat ik het risico durfde te nemen om deze positie te bekleden en trots dat het me gelukt is.”

Wat wil je meegeven aan vrouwen die (overwegen te) starten in de bouw?
“Doen! De bouw is zo veelzijdig en ik geloof in de kracht van diversiteit. Het is leuk en uitdagend om in divers samengestelde teams te werken. Twijfel je nog of heb je vragen? Heel veel mensen staan open om een keer (digitaal) koffie te drinken en iets te vertellen over zijn of haar carrière. Neem de tijd om uit te zoeken aan welke kant je graag werkt: opdrachtgever, opdrachtnemer of liever als adviseur. Sta open voor nieuwe uitdagingen. Weten wat je niet wilt is ook een meerwaarde. Ga voor die ambitie en wees niet bang om ergens keihard voor te werken. Des te leuker als je het gehaald hebt!

Je mag mij altijd berichten op LinkedIn voor vragen, ik draag graag bij aan het bevorderen van ambitieuze vrouwen in de bouw.”