Dag van de Arbeid

1 mei: Dag van de Arbeid

Ieder jaar staat 1 mei wereldwijd in het teken van de Dag van de Arbeid. In Nederland is het (nog) geen vrije dag. Dat zou wel moeten!

Op 1 mei in 1890 gaan zowel in Europa als in de Verenigde Staten mensen massaal de straat op voor de achturige werkdag, betere arbeidsvoorwaarden, en het behoud van vrede.

Feestdag

In veel Europese landen is 1 mei een officiële, doorbetaalde feestdag. In Nederland is dat (nog) niet het geval. Dat komt deels omdat vroeger Koninginnedag op 30 april viel, en wij voornamelijk op kerkelijke feestdagen, zoals Pasen en kerst, vrij zijn. Een andere reden is dat de confrontaties tussen vakbonden en de overheid in ons land een stuk minder heftig waren dan in bijvoorbeeld Frankrijk of Spanje. Ons poldermodel heeft de scherpe randjes van de protesten gehaald, waardoor de Dag van de Arbeid in de loop der jaren eigenlijk meer naar de achtergrond is verdwenen.

Vieren én herdenken

In Nederland zou de Dag van de Arbeid ook een vrije dag moeten zijn. Niet alleen om de werknemers te vieren, maar ook om te herdenken, en onze internationale solidariteit te tonen. Zolang dat niet nationaal is geregeld, proberen vakbonden daar in de cao’s afspraken over te maken. Zo is bijvoorbeeld in de cao Schoonmaak wel afgesproken dat de werknemers vrij zijn op 1 mei.

De FNV heeft de organisatie voor de Dag van de Arbeid op zich genomen. Ook dit jaar wordt 1 mei groots gevierd in Amsterdam. Kom je ook? Klik hier voor meer informatie.


Wtva

Rechter buigt zich voor het eerst over studiekosten sinds invoering Wtva

Per 1 augustus 2022 is de Wet Transparante en Voorspelbare Arbeidsvoorwaarden (Wtva) van kracht. Het doel van deze wet is om arbeidsvoorwaarden van werknemers te verbeteren door ze duidelijker en voorspelbaarder te maken. 

De nieuwe regels hebben in de tussentijd gezorgd voor veel onduidelijkheden. Op 10 januari 2023 heeft de Rechtbank Utrecht zich voor het eerst uitgesproken over een kwestie rondom de Wtva.

Wat is er veranderd?

Voor we het hebben over de uitspraak van de Rechtbank Utrecht gaan we een paar stappen terug.

Met de inwerkingtreding van de Wtva moeten werkgevers verplichte scholing kosteloos aanbieden. Het gaat om scholing die verplicht moet worden aangeboden op grond van de wet of cao. Je mag geen afwijkende afspraken maken; die zijn nietig. In de praktijk blijkt dat het vooral onduidelijk is wat er onder ‘verplichte scholing’ moet worden verstaan.

Onze wet kende voor de invoering van de Wtva al een algemene scholingsplicht, geregeld in artikel 7:611a lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, die als zo’n wettelijke verplichting moet worden gezien. Dat wil zeggen dat een werkgever scholing moet aanbieden die noodzakelijk is voor de uitoefening van de functie van de werknemer. De kosten van de scholing rusten dan op de werkgever. Een studieovereenkomst of -beding met andere afspraken is dus niet geldig.

Uitspraak Rechtbank Utrecht

Op 4 november 2022 is tussen een werkgever en een werknemer een studieovereenkomst tot stand gekomen. In de studieovereenkomst staat een terugbetalingsregeling vermeld waarvan de werknemer bij uitdiensttreding de lening aan werkgever moet terugbetalen. De lening wordt na drie jaar kwijtgescholden na het afronden van het theoretische gedeelte van de opleiding. De werknemer is van mening dat de studieovereenkomst die hij was aangegaan met zijn werkgever nietig was op grond van de Wtva. Hij stelde dat hier sprake was van ‘een noodzakelijke opleiding’. Volgens hem zou zijn werkgever hem hebben aangenomen met de bedoeling om hem (in de toekomst) als registeraccountant werkzaamheden te laten verrichten. Voor die functie was de opleiding noodzakelijk. De werknemer zou als registeraccountant onder meer zijn handtekening zou kunnen zetten onder jaarstukken.

Volgens de werkgever klopte dit niet. De werkgever stelde dat ten eerste de werknemer niet met die bedoeling was aangenomen. Ten tweede, voegde de werkgever toe, zelfs al was de werknemer met die bedoeling aangenomen, dan was de opleiding vooralsnog niet noodzakelijk geweest. De opleiding zou dus niet noodzakelijk zijn voor het werk van de werknemer waarvoor hij is aangenomen en evenmin vereist om de functie van registeraccountant te verrichten. Daarbij komt bij dat de werknemer op eigen verzoek de opleiding is gaan volgen, aldus de werkgever.

De kantonrechter oordeelde dat uit niets bleek dat de werknemer was aangenomen met het doel om registeraccountant te worden en dat de opleiding waarvoor de studieovereenkomst is aangegaan noodzakelijk zou zijn voor die beoogde functie of de huidige functie van werknemer. De rechtbank oordeelde dat hier geen sprake was van een ‘noodzakelijke opleiding’ en werknemer de studiekosten aan werkgever moet terugbetalen.

Wat staat er in de cao?

Onder het kopje 'Scholing voor behoud van vakmanschap', op bladzijde 59 van de cao Bouw & Infra, staat dat de werkgever een opleidings- en scholingsbeleid ontwikkelt, en dit uitvoert. Ieder kalenderjaar stelt hij een scholingsplan vast. Bij het opstellen van dit plan houdt de werkgever rekening met de wensen van de werknemers, en die worden drie maanden voor het invoeren van het plan over de inhoud geïnformeerd. Andere verplichtingen van de werkgever:

  • De werkgever stelt de werknemer in staat functiegerichte scholing te volgen. Komt de functie van de werknemer te vervallen? Of is de werknemer niet meer in staat zijn functie te vervullen? Dan stelt de werkgever hem in staat scholing te volgen die het mogelijk maakt de arbeidsovereenkomst voort te zetten. Dit laatste voor zover dit redelijkerwijs van de werkgever verlangd kan worden. Hiermee voldoet de werkgever aan zijn wettelijke scholingsplicht van artikel 7:611a lid 1 BW.
  • De werkgever betaalt alle kosten van deze scholing. Hij mag die kosten niet verrekenen met de transitievergoeding.
  • De werknemer volgt de functiegerichte scholing indien mogelijk tijdens werktijd. Als dit niet mogelijk is, wordt de tijd dat de scholing wordt gevolgd gezien als arbeidstijd.

Heb jij een studieovereenkomst en heb je hier vragen over? Neem dan contact op met ons via uta@fnv.nl


Menstruatieverlof is pas realistisch als taboe weg is

De vrouwelijke cyclus is iets wat niet vaak op de werkvloer besproken wordt. Maar of het invloed heeft op het werk is een ander verhaal. Vorig jaar kwam het menstruatieverlof in de media naar boven omdat Spanje als eerste land in Europa vrouwen in staat stelde om tot vijf dagen menstruatieverlof op te nemen. Moet dat er in Nederland ook komen? Dat was een vraag die veel heerste.

Om een goed beeld te krijgen van wat de werknemers in Nederland vinden van menstruatieverlof heeft FNV een enquête afgenomen onder bijna 3000 jongeren mensen onder de 35 jaar.

Wat blijkt? Van de jonge mensen die menstrueren, geeft 89 procent aan hun werk minder goed te doen in die periode van de maand. Maar echt ziekmelden doet slechts 7 procent regelmatig en 39 procent heel af en toe.

Taboe

Onze deskundige Hacer Karadeniz, vakbondsbestuurder bij FNV, geeft aan dat het belangrijk is om het probleem snel aan te pakken. Echter, in Nederland is dit onderwerp nog altijd taboe. "De eerste stap die gezet moet worden is het bespreekbaar maken van dit onderwerp’’.

Karadeniz: "Dat taboe kan best grote gevolgen hebben, juist als je een onzeker contract hebt, wat bij veel jonge mensen helaas het geval is. Werknemers zijn niet verplicht om de reden van ziekmelding aan hun leidinggevende te vertellen. Maar als je regelmatig ziek bent vanwege menstruatieklachten, dan is de kans groot dat je contract niet wordt verlengd of dat je niet meer wordt opgeroepen voor werk"

Lees hier het het interview met Hacer Karadeniz in Flair, en bekijk hier de Talkshow Khalid & Sophie, waar Hacer het met anderen heeft over menstruatieverlof.

FNV wil graag dat dit onderwerp meer besproken wordtop de werkvloer. Heb jij zelf last van menstruatieklachten tijden het werken en wil je weten wat je het beste kunt doen? Neem dan contact op met ons door een mail te sturen naar uta@fnv.nl.


2023: Nieuw jaar, nieuwe regels

2023 | Nieuw jaar, nieuwe regels

2023, een nieuw jaar met nu al veel veranderingen. Wij houden je graag op de hoogte van wat er tot nu toe allemaal is veranderd. Je zal het misschien nog niet door hebben gehad maar zowel op cao-niveau als op landelijk niveau zijn per 1 januari al veranderingen opgetreden. Hieronder geven wij je een kort overzicht met een aantal belangrijke veranderingen:

Loonsverhoging

Alle werknemers die vallen onder de cao Bouw en Infra krijgen per 1 januari 2023 een loonsverhoging van 2,5 procent. Op 1 juli 2023 zal er een tweede loonsverhoging zijn van wederom 2,5 procent. Dit is de hoogste loonsverhoging ooit in deze cao. De reden van deze hoge loonsverhoging is met name omdat wij als vakbond het noodzakelijk vonden om werknemers zekerheid te bieden.   

Reiskostenvergoeding

Voor reiskosten geldt er een maximum vergoeding wat een werkgever onbelast kan uitkeren. Dit maximum was 19 eurocent per kilometer. Dit is per 2023 verhoogd naar 21 cent per kilometer. Volgens de cao heb je recht op een reiskostenvergoeding van 32 cent bruto. Daarvan mocht vorig jaar dus 19 cent netto worden vergoed, nu is die netto vergoeding 21 cent. Voor jou betekent dit dus dat je direct recht hebt op de verhoging. Je moet de reiskostenverhoging op je loonstrook kunnen terugzien. Ben je lid en twijfel je eraan of het goed is doorgevoerd, dan kan je ons ook vragen even met je mee te kijken.

Minimumloon

Het minimumloon is iets wat jaarlijks stijgt. Dit jaar zal het minimumloon éxtra stijgen vanwege de inflatie. Werknemers hebben dit jaar recht op een brutoloon van minimaal €1.934,40 per maand. Dat is €12,40 euro per uur bij een 36-urige werkweek.  

Thuiswerkvergoeding

De corona pandemie heeft het thuiswerken erg aantrekkelijk gemaakt. Op veel plekken waar voorheen gezegd werd dat thuiswerken niet mogelijk was, is het tegendeel bewezen. Sinds 2022 is het mogelijk om een belasting vrije vergoeding te geven aan werknemers voor de kosten die gemaakt worden bij het thuiswerken. De hoogte van de vergoeding was €2,- per dag. Dit bedrag is per 2023 verhoogd naar €2,15 per dag. Het is mogelijk om een vaste vergoeding af te spreken met je werkgever op basis van jouw verwachte thuiswerkdagen. Op deze manier hoef je niet per dag bij te houden of je op kantoor of thuis je werkzaamheden verricht.  

Kinderopvangtoeslag

Na veel commotie heeft het kabinet besloten om de kinderopvangtoeslag meer te gaan verhogen dan eigenlijk op de agenda stond. De kinderopvangtoeslag zou per 2023 wel omhoog gaan, maar de verhoging die eerst op de agenda stond was gebaseerd op oude cijfers. De kinderopvangtoeslag zou 5,6 procent omhoog gaan. Door de sterk stijgende kosten heeft het kabinet net voor de jaarwisseling besloten om het percentage te verhogen naar 6,6 procent. Dat betekent dat de vergoeding voor een kinderdagverblijf nu €9,06 per uur is. Voor buitenschoolse opvang is dat €7,79 per uur. Wanneer de extra verhoging precies dit jaar wordt uitgekeerd is onduidelijk.  


Artikel Langdurig Zitten

Sta hier eens bij stil: we zitten te veel

Uit onderzoek van TNO blijkt dat 57 procent van de UTA’ers teveel zit. Langdurig zitten brengt gezondheidsrisico’s met zich mee. Zo heb je een grotere kans op vroegtijdig overlijden, en meer kans op hart- en vaatziekten. Tijd om te bewegen!

“Draai een keer in het rond, stamp met je voeten op de grond, zwaai je armen in de lucht, en ga nu zitten met een zucht”. Waarschijnlijk zit jij nu met dit kinderliedje in je hoofd. En in plaats van dit lied de rest van de dag te zingen, is het misschien verstandig om het dansje erbij te gaan doen. 57 procent van het UTA-personeel zit namelijk te veel, zo vertelde Lidewij Renaud van TNO tijdens de Volandis Deskundigendag afgelopen 17 november. Geen verkeerd idee dus om wat vaker te bewegen, want er zitten enkele gezondheidsrisico’s aan langdurig zitten.

Hoelang is te lang?

In 2021 hebben Nederlandse volwassenen van 18 t/m 64 jaar gemiddeld 9,6 uur van de dag zittend doorgebracht, aldus TNO. Men zit in het weekend minder lang dan doordeweeks. In het weekend is dit namelijk 8,4 uur en doordeweeks 10,1 uur. Meer dan de helft van het zitten vindt plaats tijdens het werk. Het gaat hier om gemiddeld 4,6 uur per dag. In de vrije tijd zit men ongeveer 3,2 uur. De overige tijd (1 uur) zitten we in de auto voor het woon-werkverkeer. In 2015 en 2017 waren Nederlanders ‘Europees kampioen zitten’. Het gaat echt om zitten, dus activiteiten met een laag energiegebruik in zittende of (half)liggende houding, maar niet slapend.

In Nederland geldt de algemene beweegrichtlijn om minimaal 150 minuten per week matig-intensief te bewegen. Je kunt hierbij denken aan wandelen en fietsen. Daarnaast wordt ook geadviseerd om minstens twee keer per week spier- en botversterkende activiteiten te doen.
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) adviseert om zitten te vervangen door fysieke activiteit. Het maakt hierbij niet uit hoe intensief je beweegt, omdat iedere activiteit beter is dan zitten. Voor mensen met een zittend beroep is het goed om regelmatig, bij voorkeur elk halfuur, het zitten te onderbreken met staan of lopen.

Gezondheidsrisico’s

Langdurig zitten hangt samen met een risico op vroegtijdig overleiden, aldus de Gezondheidsraad. Meer dan acht uur zitten per dag kan leiden tot 27 procent meer kans op vroegtijdig overlijden dan als men minder dan vier uur zit. Daarnaast heb je door langdurig te zitten een hoger risico op hart- en vaatziekten. De kans op hart- en vaatziekten is namelijk 74 procent hoger voor mensen die meer dan 8 uur zitten per dag en weinig bewegen, in vergelijking met mensen die minder dan vier uur per dag zitten en erg veel bewegen. Daarnaast zou langdurig zitten ook de kans op diabetes type II, depressieve klachten en sommige vormen van kanker verhogen. Wanneer het zitten met beeldschermwerk wordt gecombineerd, is er ook sprake van een verhoogde kans op klachten aan armen, nek en schouders.

Kom in beweging

Je kunt meer bewegen een onderdeel van je werkdag te maken door elk halfuur even op te staan en door je huis, werkruimte of buiten te lopen. Leg de lat niet te hoog voor jezelf, door meteen aan de beweegnorm te voldoen. Begin met kleine stapjes en kijk naar wat jij leuk vindt om te doen. Het gebruik van een stappenteller kan al een leuke motivator zijn om meer stappen op een dag te zetten. Of ga eens een rondje wandelen in je pauze, of pak wat vaker de fiets of trap. Je kan er ook voor kiezen om de meest favoriete collega te worden door steeds koffie voor anderen te gaan halen.

Ga vooral ook eens in gesprek met je leidinggevende. Je kan bijvoorbeeld vragen om hulpmiddelen, zoals een zit-stabureau of een beweegschema. Uiteindelijk heeft je werkgever er baat bij dat het personeel meer beweegt. Goed voorbeeld doet volgen.

Het moet organisatorisch wel mogelijk zijn om het zitten te onderbreken. Geef niet meteen op als het niet mogelijk is om te gaan staan, maar kijk wat er mogelijk is binnen jouw werk. Zwaai bijvoorbeeld een paar keer met je armen, of haal je schouders een aantal keer op. Heb je alle ruimte? Draai dan een keer in het rond, en doe een dansje. Niet alleen goed voor je gezondheid, maar ook nog eens voor je concentratie en stemming.


Samenvatting Webinars UTA-knelpuntenonderzoek

Afgelopen donderdag 24 november en 1 december vonden de webinars rondom UTA-knelpunten plaats. We spraken met de deelnemende UTA’ers over onder andere overuren, vierdaagse werkweek, waardering, en werkdruk.

De nieuwe cao Bouw&Infra gaat in januari 2023 in. In deze cao is afgesproken dat de knelpunten onder UTA-medewerkers onderzocht worden. Dit onderzoek gaat in januari van start. Tijdens de webinars hebben wij informatie over verschillende onderwerpen opgehaald. Deze input gebruiken wij om de juiste vragen aan je te stellen tijdens het onderzoek.

In deze samenvatting lees je over welke knelpunten we het met jullie hebben gehad en hoe mede UTA’ers denken over deze onderwerpen.

Werkdruk

Het moge inmiddels iedereen duidelijk zijn dat de werkdruk hoog ligt onder de UTA-medewerkers. Tijdsdruk door te krappe planningen en een te kort aan gekwalificeerd personeel zijn de voornaamste redenen die genoemd worden. Daarnaast heerst er een groot verantwoordelijkheidsgevoel, waardoor het werk nooit af is, en je nooit echt vrij bent. Werkdruk is hoogstwaarschijnlijk het grootste probleempunt bij UTA.

Vierdaagse werkweek

Wij vroegen de deelnemers of zij een vierdaagse werkweek zou willen. Het overgrote deel wil dit wel, maar heeft zo zijn bedenkingen. Een vierdaagse werkweek moet dan ook daadwerkelijk betekenen dat er maar vier dagen gewerkte wordt, en niet dat er vijf dagen in vier gepropt worden. Om dit te bewerkstelligen zijn er meer handjes nodig.

Vakantie en vrije dagen

Een groot deel van de vakantiedagen wordt collectief vastgesteld. Dit gebeurt in de zomer, maar ook in de kerstperiode. De voorkeur is om meer flexibel met de vakantiedagen om te kunnen gaan. De  UTA’ers die we spraken ervaren de dagen voor een vakantie veel stress om alle werkzaamheden af te krijgen. De vakanties zijn ook echt nodig om het werk even helemaal los te kunnen laten.

Zwaarwerkregeling

Het werk van een UTA’er is fysiek, maar ook vooral mentaal erg zwaar. Over het algemeen is de verwachting dat UTA’er niet fit de AOW-leeftijd zal kunnen bereiken. Dit kan natuurlijk niet. Wij vroegen de deelnemers naar mogelijke oplossingen hiervoor. Een terechte vraag vanuit de webinar over dit onderwerp was of uitvoeders en technische beroepen niet onder de bouwregeling zouden moeten vallen. Andere ideeën zijn om het aantal dienstjaren binnen de bouw te laten tellen.

Thuiswerken

Zoveel mensen, zoveel meningen. De deelnemers aan dit webinar waren erg verdeeld. Er zijn werkgevers waar men veel werkzaamheden vanuit huis kan doen. De werkgever betaalt hiervoor een vergoeding en/of zorgt voor een geschikte thuiswerkplek. Door enkelen wordt thuiswerken als een ‘extraatje’ gezien, een bijkomend voordeel. Over het algemeen vinden de deelnemers dat thuiswerken niet goed is voor de saamhorigheid binnen het bedrijf. Ook wordt er gezegd dat de werkdruk door het thuiswerken nóg meer zal toenemen, doordat de scheiding tussen werk en privé komt te vervallen.

Werk- en overuren

Over het algemeen hebben alle deelnemers veertig contracturen in de week. Opvallend was dat de UTA’er die we spraken tot wel 10 overuren per week maken. Volgens de cao Bouw & Infra is het niet toegestaan om de UTA-medewerker structureel te laten overwerken. Op de vraag wat er gebeurt met de overuren wordt verschillend gereageerd. Soms krijgen UTA’ers tijd voor tijd, maar dan moeten ze wel zelf de uren registreren. Bij anderen wordt een verzoek tot uitbetaling alleen gehonoreerd als er vooraf is aangegeven dat er overuren gemaakt gaan worden.

Wat is er nodig om niet structureel over te moeten werken? Wij stelden de vraag wat er nodig is om niet structureel over te werken. Iedereen was het ermee eens dat er meer personeel moet komen, maar we waren ook op zoek naar andere oplossingen, zoals het werk aantrekkelijker maken voor jongeren, en het werk op te splitsen en te verdelen over meerdere collega’s waardoor ook de werkdruk verveeld wordt.

Waardering

Het blijkt dat de ene UTA’er zich meer gewaardeerd voelt door de werkgever dan de ander. Degenen die zich niet gewaardeerd voelen, hebben niet het idee dat er ruimte is voor complimenten. Er is een hoop stress binnen het bedrijf door het personeelstekort, waardoor waardering niet uitgesproken wordt. Het gaat alleen over het werk en er is weinig aandacht voor de persoon.
Er waren ook UTA’ers die zich wel gewaardeerd voelen. Vrijheid, het niet maken van overuren, en betaalde lunches met alle collega’s op vrijdag zijn factoren die aan dit gevoel bijdragen. Hieruit blijkt het uiten waardering niet per se ligt in salaris, maar in persoonlijke aandacht en autonomie.

Hoe nu verder?

We gaan alle informatie bundelen en daarmee zorgen dat de juiste vragen in het onderzoek komen. We houden jullie op de hoogte via de Nieuwsflits, waar jullie ook de link naar het onderzoek in het eerste kwartaal van 2023 ontvangen.

Het belooft een lang proces te worden om de werkproblematiek van UTA’ers aan te pakken. Daarom hebben we een kerngroep gevormd die samen met ons ervoor zorgt dat dit onderzoek en de uitkomsten ervan prioriteit behouden. Als jij ook tot deze kerngroep wil behoren (of je aan wil melden voor het UTA-panel) kun je dit doen door op deze link te klikken.

We bedanken alle deelnemers voor hun input! Heb je ook iets te melden over deze onderwerpen? Of zijn er hele andere zaken waar FNV|UTA aandacht aan moet besteden? Neem dan contact met ons op via uta@fnv.nl .


Week van de werkstress

Van 14 tot en met 18 november is het de Week van de Werkstress. Werkstress resulteert in slapeloosheid, burn-out, een te hoge bloeddruk en hartklachten. 1 op de 3 werknemers meldt zich ziek door werkdruk-/werkstressgerelateerde klachten. Dat maakt werkstress beroepsziekte nummer 1.

1,3 miljoen mensen in Nederland hebben last van burn-outklachten. Dit is 17 procent van alle Nederlanders! Uit onderzoek van TNO blijkt dat 42 procent van alle werknemers vindt dat er maatregelen nodig zijn tegen werkstress. Bekijk hier de Factsheet Werkstress van TNO.

Doe de test

Te hoge werkdruk is vaak een kwestie van structureel te veel werk en te weinig tijd. Maar er zijn veel meer factoren die bij kunnen dragen aan werkdruk en werkstress. Structureel te hoge werkdruk leidt tot fysieke en mentale problemen. Het is belangrijk om alert te zijn op de symptomen, en om hulp te vragen wanneer je dit nodig hebt! FNV heeft de Sneltest Werkdruk ontwikkeld, waarmee je inzicht krijgt in jouw werksituatie, en geeft wanneer nodig een persoonlijk advies.

Wat te doen?

Heb jij structureel last van werkdruk en/of werkstress? Dit zijn enkele voorbeelden van wat jij en je werkgever zouden kunnen doen:

  • Ga in gesprek met je werkgever
    Wanneer je een hoge werkdruk ervaart is het van belang om hierover op tijd in gesprek te gaan. Maar een afspraak met je werkgever en bedenk van te voren wat je met het gesprek wilt bereiken. Je werkgever is bij wet verplicht om problemen met werkdruk op te lossen, en wil dat waarschijnlijk ook graag! Als jij je werk niet af krijgt of ziek wordt, heeft je werkgever namelijk ook een probleem. Daarom is het raadzaam om samen een oplossing te bedenken die voor jullie allebei, maar met name voor jou, werkt. Het gaat immers om jouw gezondheid.
  • Pak samen met je collega's de werkdruk aan
    Samen sta je sterker. Vraag aan je collega's of zij ook een te hoge werkdruk ervaren,
  • Zorg voor genoeg pauze en beweging
    Doe je zitten werk, zorg dan ook voor voldoende 'beweegpauzes'. Ga bij een telefoontje bijvoorbeeld een stukje lopen. Of maak een wandeling tijdens je lunchpauze. De fysieke en mentale effecten van werkstress verminderen door beweging. Het belangrijkste is om tijdens je pauze je werk even helemaal los te laten. Dit kan door over niet-werkgerelateerde dingen te praten met je collega's, door even een rondje te lopen, of iets voor jezelf te doen. Zo reset je je hersenen en kun je na je pauze weer aan de slag.

Werk-privébalans

Of je nog steeds vanuit huis werkt of niet, sinds corona is de werkdruk in de bouwsector een heel stuk hoger geworden. Dit komt misschien door reorganisaties, dat je minder collega's hebt om dezelfde hoeveelheid werk te doen, of omdat je woonkamer nu ook je werkruimte is. Het kan daarom moeilijk zijn om je werk los te laten, ook als je werktijd voorbij is. Hieronder vind je wat tips om werk en privé beter gescheiden te houden:

  • Vergeet niet om te stoppen met werken. Dat lijkt een open deur, maar op je werk zijn vertrekkende collega’s een mentaal signaal dat het tijd is om naar huis te gaan. Werk je thuis, zet dan bijvoorbeeld een wekker zodat je precies weet wanneer het tijd is om te stoppen.
  • Houd je werktijden in de gaten, en kom voor jezelf op als je te vaak, te lang moet doorwerken.
  • Ga na je werkdag even naar buiten, of doe iets waardoor je ontspant. Zo sluit je mentaal de werkdag af.
  • Eet in een andere ruimte dan waar je werkt. Zo voorkom je dat je in je vrije tijd met je werk bezig bent als je zit te eten.

Kwaliteit van werk

Kwaliteit van werk maakt werkgever aantrekkelijk

Werknemers eisen in toenemende mate dat werk hen uitdaagt en waarin ze zich kunnen blijven ontwikkelen. Ze verwachten van een werkgever dat hij dit alles faciliteert. Als dat niet het geval is, dan lopen werknemers weg.

Frank Pot (emeritus hoogleraar) stelt dat kwaliteit van werk in Nederland veel beter kan dan nu het geval is. Werk dat bestaat uit slechts korte handelingen, waarbij de werknemer geen eigen besluitruimte heeft en overleg met collega’s beperkt is, voldoet niet aan onze normen over kwalitatief goed werk.

Frank Pot laat zien dat kwalitatief goed werk werknemers motiveert om te blijven bij een werkgever. En dat is in tijden van grote krapte op de arbeidsmarkt veel waard. In een interview met het blad Solar Magazine licht hij zijn opvatting helder toe.

Het hele artikel is hier te lezen.


Gastcollege Construct your Future groot succes!

Op 12 september jongstleden heeft FNV|UTA het gastcollege Construct your Future verzorgd voor de minor Bouwtechnische Bedrijfskunde op de Avans Hogeschool in Tilburg.

Consulenten Ramon en Daniëlle hebben de studenten een gastcollege gegeven over onder andere de FNV, cao’s, solliciteren, onderhandelen en ondernemen. We zijn het college begonnen met een kennismaking. We zijn als FNV|UTA namelijk erg benieuwd wie de studenten zijn, of ze al weten wat ze na hun studie willen gaan doen en of zij al eens hebben kunnen onderhandelen over bijvoorbeeld hun salaris. Een meerderheid van de studenten volgt de opleiding duaal en werkt en leert tegelijk. Ongeveer een derde van de studenten studeert voltijd. De functie van projectleider werd het meeste genoemd als toekomstige droombaan. Door enkele studenten is in het verleden al eens onderhandeld waarvan bij een aantal studenten met succes. Daar waar de ene student een dekkende reiskostenvergoeding voor elkaar bokste, heeft een andere student onderhandeld over het volgen van een opleiding op kosten en tijd van de werkgever. Hartstikke goed!

FNV | UTA helpt mij verder in mijn carrière

Weten de studenten van de Avans Hogeschool eigenlijk wel wat de FNV is en wat FNV|UTA doet? Dit wordt toegelicht in een introductie over de FNV. Zo is bijvoorbeeld benadrukt wat FNV|UTA kan betekenen voor (toekomstige) UTA-medewerkers. Ook zijn de studenten meegenomen in de wereld van cao’s. Dat was een eyeopener voor veel studenten. De studenten realiseerden zich dat het bekijken van hun cao handig is, omdat ze meer rechten (en plichten) hebben dan dat ze alvorens dachten.

Tijdens het gastcollege waren de studenten geïnteresseerd, actief betrokken en werden er veel vragen gesteld. Vooral over het onderwerp onderhandelen werden veel vragen gesteld. Het meest gewaardeerd was de tip om je loonstrook niet af te geven bij het arbeidsvoorwaardengesprek. Want wat je al verdient is helemaal niet relevant voor de functie waarop je solliciteert. Een student gaf aan dat zijn moeder haar loonstrook juist expres had meegenomen, omdat ze uit het bedrijfsleven kwam met een aanzienlijk hoger salaris dan de functie waarop ze gesolliciteerd had. In zo’n geval is je loonstrook meenemen wel een goede zet.

Door de oprechte interesse van de studenten was het een feestje om het gastcollege te verzorgen. Al snel na afloop van het gastcollege kwamen de eerste WhatsAppjes met vragen al binnen. Ook de docenten waren erg onder de indruk en hopen ons elk jaar weer te mogen verwelkomen. Een prachtig compliment voor een fantastisch gastcollege!

Klik hier als jij ook wilt dat we een gastcollege verzorgen op jouw opleiding!


Recht op negen weken betaald ouderschapsverlof

Waar je als ouders voorheen recht had op 26 weken onbetaald ouderschapsverlof, kunnen ouders door een nieuwe Europese richtlijn vanaf 2 augustus negen weken betaald ouderschapsverlof opnemen. In dit artikel lees je meer over de voorwaarden van betaald ouderschapsverlof, hoe je betaald ouderschapsverlof aanvraagt en of je in aanmerking komt voor betaald ouderschapsverlof (ook als je kind vóór de invoering van de wet is geboren).

Sinds de invoering van het ouderschapsverlof is er altijd sprake geweest van onbetaald ouderschapsverlof, tenzij hier andere afspraken over zijn gemaakt in jouw cao. Een grote verandering dus, maar niet op eigen initiatief. Het was namelijk de EU die alle lidstaten een wettelijke minimumstandaard oplegde van minimaal vier maanden ouderschapsverlof waarvan minimaal twee maanden betaald. Ook Nederland moest dus aan de bak.

Negen weken betaald ouderschapsverlof

Ouders krijgen straks gedurende negen weken ouderschapsverlof een UWV-uitkering ter hoogte van 70 procent van hun dagloon (tot 70 procent van het maximum dagloon). Voorwaarde is dat zij deze negen weken opnemen in het eerste levensjaar van het kind. Deze negen weken betaald verlof komen bovenop de zestien weken zwangerschaps- en bevallingsverlof voor de moeder en de zes weken geboorteverlof voor de partner.

Betaald ouderschapsverlof bij kinderen die al geboren zijn vóór de invoering van de wet zijn geboren

Het ouderschapsverlof geldt ook voor sommige ouders die vóór 2 augustus 2022 en kind krijgen of hebben gekregen. Het kind moet op het moment dat de wet ingaat jonger zijn dan één jaar. Daarnaast moeten ouders op dat moment in loondienst zijn en nog niet het volledige recht op ouderschapsverlof hebben opgenomen.

Voorbeeld

Een werknemer is op 2 augustus 2022 ouder van een zes maanden oude baby. Hij of zij heeft al negentien weken (wettelijk onbetaald) ouderschapsverlof opgenomen. Deze werknemer heeft nog zes maanden om zeven weken ouderschapsverlof op te nemen. Dan is het kind één jaar oud. Tijdens die zeven weken heeft hij of zij recht op een uitkering.

Hoe vraag ik betaald ouderschapsverlof aan?

De werkgever kan vanaf 2 augustus 2022 de aanvraag voor gedeeltelijk betaald ouderschapsverlof indienen bij het UWV. De werknemer dient het betaald en onbetaald ouderschapsverlof ten minste twee maanden van te voren, schriftelijk aan te vragen bij de werkgever.

Betaald ouderschapsverlof bij adoptie- of pleegouderschap

In het geval van adoptie- of pleegouderschap is betaald ouderschapsverlof ook mogelijk voor kinderen onder de acht jaar. Dit geldt alleen voor het eerste jaar na de dag van de feitelijke adoptie of plaatsing.

ZZP’ers

Zelfstandigen kunnen helaas geen aanspraak maken op het ouderschapsverlof; betaald of onbetaald.

De feiten kort op een rij

  • Beide ouders/verzorgers hebben recht op ouderschapsverlof,
  • Je hebt per kind recht op 26 weken ouderschapsverlof, maal het aantal uren dat je per week werkt,
  • Het ouderschapsverlof kun je inzetten tot het achtste levensjaar van je kind, daarna vervalt het niet-ingezette ouderschapsverlof,
  • Vanaf 2 augustus 2022 hebben ouders/verzorgers recht op negen weken betaald ouderschapsverlof tegen 70 procent van hun dagloon. Dit percentage kan ook hoger liggen, mits opgenomen in de cao,
  • Voorwaarde van het betaalde ouderschapsverlof is dat het wordt opgenomen in het eerste levensjaar van het kind,
  • De resterende 17 weken ouderschapsverlof zijn onbetaald, tenzij anders opgenomen in de cao,
  • Een werknemer die valt onder de cao Bouw & Infra heeft bij de bevalling van de partner recht op één dag betaald verlof. De werkgever betaalt het vast overeengekomen loon of salaris,
  • Het ouderschapsverlof komt bovenop de 16 weken zwangerschaps- en bevallingsverlof van de moeder,
  • Het ouderschapsverlof komt ook bovenop de zes weken partnerverlof van de partner. Het partnerverlof bestaat uit twee delen. - Partnerverlof van eenmaal het aantal werkuren per week. De werkgever betaalt het vast overeengekomen loon of het salaris (100 procent),
  • Aanvullend partnerverlof van maximaal vijfmaal het aantal werkuren per week. Het UWV betaalt een uitkering van 70 procent van het dagloon.