UTA-onderzoek | Continue bereikbaarheid
UTA-onderzoek | Continue bereikbaarheid
Continue bereikbaarheid, ook buiten kantooruren, kan belastend zijn. Nog even een mailtje beantwoorden in de avonduren, of bellen met een collega over je werk op je vrije dag; het is voor veel werknemers de normaalste zaak van de wereld geworden.
Het UTA-onderzoek is in volle gang. Hét moment om jouw wensen en ervaringen kenbaar te maken wat betreft bereikbaarheid. Wat gaat er goed? Wat kan er beter? Laat van je horen en neem deel aan het onderzoek. De resultaten nemen we mee naar de komende cao-onderhandelingen.
Continue bereikbaarheid
De smartphone heeft ervoor gezorgd dat het mogelijk is om voortdurend bereikbaar te zijn. De 24-uurseconomie heeft ervoor gezorgd dat het lijkt alsof het soms niet anders kán. In veel bedrijven krijgen werknemers apparatuur van de werkgever zoals een telefoon of laptop waarmee ze ook buiten werktijden bereikbaar kunnen zijn. Het is belangrijk dat er afspraken worden gemaakt over wanneer je als werknemer ‘aan’ staat en wanneer uit, zodat de werk-privé balans niet wordt verstoord.
Negatief effect op welzijn
Al dat bereikbaar zijn heeft een negatief effect op het welzijn van mensen. Ze worden minder fit wakker en voelen zich minder actief, ontspannen en opgewekt. Het is belangrijk om aan het einde van de dag afstand van werk te nemen, om zo de volgende ochtend weer vol energie aan de nieuwe dag te beginnen. Iedereen heeft dat nodig. Als je dat niet doet, gaat je welzijn achteruit, zo blijkt uit onderzoek van de Erasmus Universiteit.
Recht op onbereikbaarheid
Als iemand na werktijd nog bereikbaar dient te zijn, kan dit worden gezien als overwerk. En hierbij zit de kans er dik in dat een vereiste van ‘overwerk’ is dat dat de werknemer de opdracht tot overwerk heeft gehad, om aanspraak te kunnen maken op een vergoeding.
Continue bereikbaarheid kan dus leiden tot onbetaald overwerk. Bij werknemers met een hoog salaris wordt het overwerk eerder geacht te zijn inbegrepen. In de cao Bouw&Infra staat dat de werknemer niet verplicht is om over te werken, en dat in beginsel moet worden vermeden dat de UTA-werknemer structureel overwerkt. Hoe ziet de praktijk er bij jou uit? Laat het weten!
Er zijn ook bedrijven die intern afspraken maken over het verminderen van de bereikbaarheid buiten kantoortijd. Zo heeft BMW Duitsland de afspraak dat de werknemer mailen buiten werkuren mag opschrijven als overwerk. Bij Volkswagen wordt sinds 2011 de e-mailserver buiten werktijd zelfs op stand-by gezet. Werknemers ontvangen daardoor geen e-mails.
Laat van je horen
Wil je meepraten over dit onderwerp? Of over reisuren, overwerk, werkdruk of andere arbeidsvoorwaarden? Je hebt tot 9 juni om het UTA-onderzoek in te vullen. Jouw antwoorden zijn van belang voor het komende cao-traject. Het UTA-onderzoek vind je hier.
Wil je op de hoogte gehouden worden over het UTA-onderzoek en de uitkomsten hiervan? Onder de video kun je je aanmelden voor de nieuwsbrief.
UTA-onderzoek: blijf op de hoogte!
UTA-onderzoek: blijf op de hoogte!
UTA-onderzoek | Vierdaagse werkweek, drie dagen vrij
UTA-onderzoek | Vierdaagse werkweek, drie dagen vrij
Een vierdaagse werkweek zou de stress die werknemers ervaren en burn-outklachten verminderen. Dit blijkt uit een onderzoek dat heeft plaatsgevonden in het Verenigd Koninkrijk. Ook angst, vermoeidheid en slaapproblemen nemen af. De fysieke en mentale conditie verbeteren daarentegen juist.
Het UTA-onderzoek is van start! Een mooi moment om je wensen en bedenkingen kenbaar te maken omtrent de vierdaagse werkweek. Zou je minder dagen willen werken? Of vind je het prima om vijf dagen in de week te werken? Laat van je horen en neem deel aan het onderzoek. De resultaten nemen we mee naar de komende cao-onderhandelingen.
Vierdaagse werkweek met fulltime salaris
Het afgelopen jaar hebben meerdere bedrijven meegewerkt aan een pilot waarbij de vierdaagse werkweek is getest. Hier werd onderzocht of je 100 procent van het werk kunt doen, in 80 procent van de tijd, maar wel tegen 100 procent van het salaris. De pilot was een succes: 92 procent van de 61 Britse bedrijven die aan het onderzoek meededen willen de vierdaagse werkweek doorzetten. De werknemers ervaren door de vierdaagse werkweek minder stress. Dit komt onder andere door een betere nachtrust, fysieke en geestelijke gezondheid, en kwaliteit van relaties. Daarnaast verbeterde de werk/ -privébalans aanzienlijk. Men kon een beter sociaal leven onderhouden en was beter in staat om de zorg voor kinderen en familie te combineren met het werk.
Doordat men minder uren werkt, wordt men creatiever in het verbeteren van de productiviteit en flexibiliteit. Zo worden vergaderingen bijvoorbeeld korter, zodat er meer tijd overblijft om de werkzaamheden uit te voeren.
Meer of minder werken
Momenteel zijn er al verschillende opties om minder uren te gaan werken. Als jij meer of minder uren wil gaan werken, kun je daarvoor een schriftelijk verzoek bij je werkgever indienen. Dit verzoek moet aan een aantal voorwaarden voldoen. Je werkgever mag dit verzoek alleen weigeren als hij daar een goede reden voor heeft. Dit volgt uit de Wet flexibel werken. Let wel, dit betekent dat ook je salaris mee verandert.
Vierdaagse werkweek voor 55+
In de cao Bouw&Infra is een regeling opgenomen voor medewerkers van 55 jaar of ouder. Als je 55 jaar of ouder bent, kun je op verzoek vier dagen (gemiddeld 32) uur gaan werken. Je arbeidsovereenkomst blijft ongewijzigd. Dat betekent dat er geen gevolgen voor de opbouw van je pensioen, vakantietoeslag, aantal vakantiedagen, en (extra) roostervrije dagen zijn.
De praktijk
Afgelopen jaar hebben wij webinars georganiseerd om input op te halen voor het UTA-onderzoek. Hier stelden wij verschillende UTA-medewerkers de vraag of zij een vierdaagse werkweek zouden willen. Het grootste deel van de aanwezigen zou dit wel willen, maar heeft toch enkele bedenkingen. Een vierdaagse werkweek moet dan ook daadwerkelijk betekenen dat er maar vier dagen gewerkt wordt. Men is bang dat vijf dagen werk in vier dagen gepropt moet worden. Om een echte vierdaagse werkweek te bewerkstelligen, zijn er meer handjes nodig.
Wil je meepraten over dit onderwerp? Of over reisuren, overwerk, werkdruk of andere arbeidsvoorwaarden? Je hebt tot 9 juni om het UTA-onderzoek in te vullen. Jouw antwoorden zijn van belang voor het komende cao-traject. Het UTA-onderzoek vind je hier.
Wil je op de hoogte gehouden worden over het UTA-onderzoek en de uitkomsten hiervan? Onder de video kun je je aanmelden voor de nieuwsbrief.
UTA-onderzoek: blijf op de hoogte!
UTA-onderzoek: blijf op de hoogte!
UTA-onderzoek | Deel jouw ervaringen rondom werkdruk
UTA-onderzoek | Deel jouw ervaringen rondom werkdruk
Het UTA-onderzoek is van start! Een van de belangrijkste onderwerpen waarover jij je ervaringen kunt delen is werkdruk. 1 op de 3 Nederlanders meldt zich wel eens ziek door werkdruk gerelateerde klachten. Dat maakt het beroepsziekte nummer 1. In de bouw staat een burn-out op de tweede plek.
Ervaren jij en/of je collega’s wel eens werkdruk? Of zie je om je heen UTA’ers met burn-outklachten? Laat van je horen en neem deel aan het onderzoek. De resultaten nemen we mee naar de komende cao-onderhandelingen!
Wat staat er in de cao?
In de cao Bouw & Infra 2023 staat er in het hoofdstuk over arbeidsomstandigheden en veiligheid in artikel 7.4 ‘Werkdruk UTA-werknemer’, dat wanneer een UTA’er dreigt uit te vallen of al uitgevallen is, hij of zij recht heeft op advies en begeleiding. Het cao-artikel meldt tevens dat de bedrijfstak daar een voorziening voor heeft getroffen, waar de werknemer kosteloos gebruik van kan maken. Dit is de voorziening ‘Werkdruk en Stress’. Voor meer informatie hierover neem je contact op met je bouwarts. Je kunt op de website van Volandis ook een stresstest doen.
De praktijk
In Nederland groeit het percentage ziekteverzuim door psychische aandoeningen, zoals een burn-out en overspanning. De helft van de UTA-medewerkers geeft aan hoge tot zeer hoge werkdruk te ervaren. Laat in het UTA-onderzoek weten wat jouw ervaringen zijn, en welke mogelijkheden er zijn binnen jouw bedrijf om werkdruk te verminderen of te voorkomen.
Standpunt FNV
Een (te) hoge werkdruk beïnvloedt de efficiëntie en effectiviteit van het werkproces nadelig. Het gevolg van werkdruk is dat er fouten gemaakt worden. Dit is voor zowel werknemer als werkgever vervelend, daarom moet de werkdruk zoveel mogelijk beperkt worden. Er zijn oplossingen voor dit probleem. Uit onderzoek van iValue Improvement blijkt bijvoorbeeld dat het delen van werk de beste oplossing is om een burn-out te voorkomen. Door de werkzaamheden en daarmee ook de verantwoordelijkheid te verdelen over meer dan één persoon, worden mensen ontlast. Het lijkt een open deur, maar nog niet eerder is deze conclusie door middel van wetenschappelijk onderzoek bewezen. Ook opleiding en begeleiding hebben een enorm positieve invloed op de mentale gesteldheid van medewerkers. Kortom; het werk moet anders georganiseerd worden.
Wil je op de hoogte gehouden worden over het UTA-onderzoek en de uitkomsten hiervan? Onder de video kun je je aanmelden voor de nieuwsbrief.
UTA-onderzoek: blijf op de hoogte!
UTA-onderzoek: blijf op de hoogte!
UTA-onderzoek | Maak jij overuren en krijg je ze betaald?
UTA-onderzoek: maak jij overuren en krijg je ze betaald?
Het UTA-onderzoek is van start! Een van de onderwerpen die terugkomt in het onderzoek is overwerk. Soms moet je werken buiten de uren die je met je werkgever hebt afgesproken. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren als het heel druk is of als je een collega moet vervangen. De werkgever moet hier een goede reden voor hebben. Wat zijn de afspraken voor UTA-medewerkers?
Moet jij wel eens overwerken? Krijg jij deze uren betaald? Of wordt deze tijd op een andere manier vergoed? Laat van je horen en neem deel aan het onderzoek. De resultaten nemen we mee naar de komende cao-onderhandelingen!
Overwerk
Als je besluit om meer uren te werken dan in je contract staat en je werkgever dit niet van je gevraagd heeft, wordt dit niet altijd als overwerk gezien. Je werkgever hoeft deze uren niet te vergoeden. Daarom is het handig om hier afspraken over te maken met je werkgever. Vaak zijn over de uitbetaling van overuren afspraken vastgelegd in de cao, het bedrijfsreglement, of je arbeidsovereenkomst.
Overwerk als UTA-medewerker in de bouw
Voor UTA’ers zijn er enkele afspraken gemaakt in de cao Bouw&Infra. Er is sprake van overwerk als je op een dag meer werkt dan volgens het rooster dat is vastgesteld volgens de cao. Verplichte extra uren uit het spaarurenmodel zijn geen overwerk. Uit de cao volgt ook dat in beginsel moet worden vermeden dat de UTA-werknemer structureel overwerkt. Structureel overwerk betekent dat je er regelmatig meer uren worden gewerkt dan de afgesproken contacturen.
Structureel overwerken kan nadelige gevolgen hebben voor je gezondheid en welzijn. Het kan namelijk bijdragen aan het gevoel van stress en angst of leiden tot een depressie. Daarnaast kan het ervoor zorgen dat je slecht slaapt, vermoeid bent en een verminderde productiviteit en concentratie hebt. Laat daarom aan je werkgever weten dat je te veel werk in weinig uur moet doen. Mogelijk kan je werk anders ingedeeld worden.
Als je als UTA-werknemer overwerk van aanmerkelijke omvang doet en dit gebeurt in opdracht van de werkgever, dan moet jouw werkgever jou laten weten hoe hij dit compenseert. Als je werkgever dit niet doet of als de compensatie per uur lager is dan het uursalaris, dan hebben werknemers met een functie tot en met niveau 3 ten minste recht op een uur vrije tijd of een uur salaris per uur overwerk. We adviseren je om altijd zelf bij te houden hoeveel uren je werkt en overwerkt. Als je deze uren niet betaald krijgt, kun je eens de overwerkcalculator gebruiken om te berekenen hoeveel geld je misloopt.
De praktijk
Tijdens de webinars die wij hebben gehouden om input op te halen bij jullie voor het uta-onderzoek stelden wij de vraag hoeveel overuren de aanwezige UTA’ers maken. Het werd duidelijk dat sommigen van jullie tot wel 10 overuren per week maken. Soms worden deze uren vergoed in tijd voor tijd, maar dan moeten deze uren wel zelf bijgehouden worden. Bij anderen wordt een verzoek tot uitbetaling alleen gehonoreerd als er vooraf is aangegeven dat er overuren gemaakt gaan worden.
De deelnemers waren het er met zijn allen over eens dat er meer personeel moet komen om niet meer structureel over te moeten werken. Daarnaast werden ook andere oplossingen aangedragen, zoals het werk aantrekkelijker naken voor jongeren en het werk opsplitsen en verdelen over meerdere collega’s om de werkdruk te verdelen.
Tijd voor meer duidelijkheid omtrent overuren en -werk dus om tot goede, structurele oplossingen te komen. Laat van je horen!
Wil je op de hoogte gehouden worden over het UTA-onderzoek en de uitkomsten hiervan? Onder de video kun je je aanmelden voor de nieuwsbrief.
UTA-onderzoek: blijf op de hoogte!
UTA-onderzoek: blijf op de hoogte!
Digitalisering | Investeer in vaardigheden van mensen
Meer woningen, digitalisering, de energietransitie, een duurzame gebouwde omgeving: om alle urgente ambities te realiseren is digitale (keten)samenwerking cruciaal. Vanuit FNV Bouwen & Wonen dragen we daar graag aan bij.
https://youtu.be/ZbSSN0tYEj4
Kitty van den Hoven, bestuurder bij FNV Bouwen & Wonen: “De wereld om ons heen verandert, daardoor ontstaan ook nieuwe technieken en werkwijzen. Er is veel aandacht voor de technische innovatie, maar veel minder voor de sociale innovatie. Dit terwijl de veranderingen voor de mens/werknemers groot zijn. Er komen nieuwe functies, er verdwijnen functies en er veranderen functies. En als er aandacht is voor de sociale innovatie is deze vaak gericht op studenten/jonge werknemers, terwijl we alle werknemers hierin mee moeten nemen. Juist ook de huidige groep werknemers.”
Wat zie je gebeuren in de praktijk?
Kitty: “Iemand die nu 40 is, had tijdens zijn schooltijd nog nauwelijks ervaring met internet. Hij heeft ongetwijfeld bijgeleerd door het gebruik van zijn mobiele telefoon. Maar de diepere achtergronden - hoe werkt het, wanneer werkt iets wel en wanneer niet, hoe staat het met de digitale veiligheid? - kennen de meeste 35-ers niet. Dan heb je het wel over een grote groep die nog ruim 25 jaar moet werken. De meeste digitale bijscholing richt zich op werknemers met een hbo- of wo-opleiding. Maar dat zijn niet degenen die het werk op de bouwplaats doen.”
Wat is er nodig in de sector?
Kitty: “We moeten weten waar we nu staan, en waar we naar toe willen. We hebben een visie van bedrijven nodig op digitalisering en welke impact dat heeft op de organisatie en het werk. Ik zie hier een belangrijke rol weggelegd voor HR en de OR.”
Wat kunnen werkgevers doen?
Kitty: “Werkgevers moeten flink investeren in de kennis en vaardigheden van hun werknemers. De sector kan hier ondersteuning bieden door dit gezamenlijk op te pakken. Zo zorgen we samen voor goed opgeleid personeel en daarmee goed werk. Leren hoeft niet in de schoolbanken, maar kan ook gerealiseerd worden door bijvoorbeeld iemand stage laten lopen binnen het eigen bedrijf. Bedrijven moeten ruimte geven aan de werknemers om zich te kunnen ontwikkelen. Laat werknemers meedenken, meepraten, en ook meebeslissen. Dan zijn ze een stuk gemotiveerder om mee te gaan in alle ontwikkelingen. Wij pleiten voor een innovatieve organisatie waar technologische innovatie en sociale innovatie samengaan.”
Wat zie je gebeuren in de toekomst?
Kitty: “Opdrachtgevers gaan steeds meer eisen stellen, dus het is voor bedrijven eigenlijk onmogelijk om niet mee te gaan met deze ontwikkelingen. En ook, door sommige technologische ontwikkelingen neemt de fysieke belasting voor werknemers af. Dat is goed! Maar het mag niet gaan leiden tot een slechte kwaliteit van werk: veel van hetzelfde, eentonigheid, et cetera. Voor werknemers wordt het werk interessanter als ze meer vaardigheden hebben en daardoor breed inzetbaar zijn. Kortom zich kunnen blijven ontwikkelen. Niemand vindt saai werk leuk!”
Bedrijven en werknemers kunnen contact opnemen met FNV Bouwen & Wonen voor ondersteuning op het gebied van sociale innovatie via uta@fnv.nl.
Nachtwerkers meer kans op slechte werk-privébalans
Door de globalisering en technologische vooruitgang werken we steeds minder op standaard werktijden. De verwachting is dat deze trend de komende decennia nog verder toenemen. Nachtwerkers hebben meer kans op een slechte werk-privé balans.
In 2019 werkten ruim 1,2 miljoen Nederlanders soms of regelmatig in de nacht, zo luidt de data van het CBS. In het onderzoek betekent nachtwerk dat er minimaal 1 uur gewerkt wordt tussen 00:00 ’s nachts en 06:00 ’s ochtends.
Mensen die in de nacht werken, hebben meer dan 2,5 keer zoveel kans op een slechte werk-privébalans. Zij vinden het lastiger om werk en privé te combineren dan mensen die alleen overdag werken. Dat is een van de resultaten uit het onderzoek van het RIVM en TNO, naar de impact van nachtwerken en mogelijke oplossingen. De nachtwerkers geven in de interviews verder aan dat zij door nachtwerk minder tijd met hun familie of partner kunnen doorbrengen en dat ze zich geïsoleerd voelen. Ook hebben ze door vermoeidheid op vrije dagen minder behoefte aan sociale contacten hebben of mijden ze deze zelfs, omdat ze zich moeten voorbereiden op een nachtdienst. Dit geldt overigens niet voor alle nachtwerkers. Sommigen geven aan dat zij privétaken juist beter kunnen combineren wanneer zij nachtdiensten draaien dan tijdens dagdiensten.
Dag-nachtritme
Het menselijk lichaam heeft een biologische klok. Hierdoor hebben we allemaal een dag-nachtritme van dat ongeveer 24 uur duurt. Dit ritme wordt ook wel het circadiane ritme genoemd, wat ‘circa één dag’ betekent. Het ritme is te zien in het slaap-waakritme, maar ook in een groot aantal andere lichaamsprocessen. Zo heeft je biologische klok invloed op je hormoonafgifte (onder andere melatonine en cortisol) en je glucosehuishouding.
Verschillende functies van het lichaam, waaronder lichaamstemperatuur, honger, en verzadiging, worden ook gereguleerd door de biologische klok. Je klok zorgt er dus voor dat de processen in je lichaam op het juiste moment plaatsvinden.
Effecten op gezondheid
De impact die nachtwerken op de gezondheid van iemand heeft wordt waarschijnlijk medebepaald door verschillende karakteristieken. Denk aan de duur van de nachtdiensten en hoe vaak men in diensten werkt. Ook het rooster of patroon waarin verschillende typen diensten elkaar opvolgen speelt mogelijk een rol.
Werken in de nacht verstoort het dag-nachtritme (de biologische klok) van het lichaam. Volgens de Gezondheidsraad leidt (langdurig) nachtwerk tot een verhoogd risico op slaapproblematiek, diabetes type 2, en hart- en vaatziekten.
In het onderzoek melden de respondenten dat zij verschillende gezondheidsklachten ervaren. De fysieke klachten zijn onder andere vermoeidheid, hoofdpijn, maag-darmklachten, en spier- of gewrichtsklachten. Ook is er sprake van verschillende mentale gezondheidsgevolgen, zoals gevolgen voor het cognitief functioneren (verminderde focus, alertheid, geheugen, en concentratie), prikkelbaar zijn, eenzaamheid en somberheid, en stress.
Werknemers met nachtwerk hebben ongeveer 1,5 keer zoveel kans op arbeidsongevallen (gedurende de dag of nacht) dan werknemers zonder nachtwerk. Dit blijkt uit de analyses op basis van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) van TNO en CBS onder bijna 400.000 werknemers. Hierbij zijn geen grote verschillen tussen sectoren te zien. Het is echter onbekend of de ongevallen plaatsvinden tijdens een dag- of een nachtdienst. Ook werd de terugreis naar huis na een nachtdienst (waarbij de kans bestaat dat nachtwerkers zitten te knikkebollen achter het stuur) niet meegenomen in de NEA.
Waarom toch ’s nachts werken?
64 procent van de werkgevers gaf in het onderzoek van het RIVM en TNO aan dat de belangrijkste reden voor nachtwerk is dat het werk direct uitgevoerd moet worden. Denk hierbij aan werk in de zorg, bij de politie, of de brandweer. Economische redenen, zoals het behalen van productiedoelstellingen en de optimale inzet van machines, en praktische redenen zoals machines die 24 uur per dag moeten draaien, zijn voor ongeveer een derde van de werkgevers (zeer) belangrijke redenen.
Oplossingen
Het RIVM en TNO hebben in het onderzoek ook gekeken naar oplossingen om de risico’s voor gezondheid en welzijn van nachtwerkers te verminderen. Hier valt ook de werk-privébalans onder. Uit de resultaten blijkt dat zowel werkgevers als werknemers en bedrijfsartsen weinig mogelijkheden zien om minder werk in de nacht te doen.
Werkgevers benoemen bereikbaarheidsdiensten en het inzetten van nieuwe technologie (denk aan automatisering) als opties om het nachtwerk misschien voor een klein deel te verminderen.
De nachtwerkers zelf zijn niet te spreken over de bereikbaarheidsdiensten, omdat deze mogelijk een negatief effect hebben op de slaapkwaliteit en op de werk-privébalans. Dat is dus geen oplossing, maar het verplaatsen van het probleem. Nachtwerkers zelf benoemen verschillende oplossingen, zoals het beperken van de hoeveelheid taken in de nacht, of onderling ervaringen delen.
Tijdens het symposium over het onderzoek van het RIVM en TNO afgelopen 16 maart, sprak een verpleegkundige die regelmatig nachtdiensten draait over de oplossingen die haar ziekenhuis biedt aan nachtwerkers. Zo krijgen de nachtwerkers ’s nachts een gezonde maaltijd en snack aangeboden, en bestaat er de mogelijkheid om een powernap te doen tijdens de dienst.
Volgens het RIVM en TNO is het gezien de beperkte mogelijkheden om nachtwerk te verminderen, nodig dat er meer kennis komt over mogelijke oplossingen en hoe deze oplossingen op een goede manier gerealiseerd kunnen worden.
Biedt jouw werkgever oplossingen voor nachtwerk? Heb je vragen, of wil je jouw eigen ervaringen met werken in de nacht delen? Stuur een e-mail naar uta@fnv.nl en we nemen contact met je op.
Column Hans Crombeen | Trekhaak

"Lang geleden zijn de toen bestaande cao’s voor de Bouwnijverheid en voor UTA medewerkers samengevoegd tot één cao. Met als doel om in de jaren erna de arbeidsvoorwaarden te harmoniseren. Maar werkgevers en vakbonden hebben de jaren daarna hele andere plannen gehad met die harmonisatie. Dat zorgde ervoor dat de bestaande verschillen niet werden opgelost. Ook zorgde de samenvoeging ervoor dat er minder specifiek aandacht was voor de arbeidsvoorwaarden in het UTA deel.
We hebben heel veel voorstellen gedaan om daar verandering in aan te brengen. Werkgevers hebben dat steeds afgedaan als niet relevant. Zij gaan er immers vanuit dat door het ontbreken van afspraken in de cao de werkgevers in de praktijk al heel veel afgesproken hebben met hun werknemers. Een cao afspraak op hetzelfde gebied zou dan ervoor zorgen dat de mensen twee keer compensatie zouden krijgen voor hetzelfde. Ja, er zal best veel worden overgewerkt, zeggen de werkgevers. Maar daar ontvangen de werknemers dan ook een hoger loon voor. Of een dertiende maand. Of een grotere lease auto dan de standaard. Of zelfs een extra in de vorm van een trekhaak achter die auto. En reistijdvergoeding? Of een zwaarwerkregeling? Of….? Allemaal niet nodig, werknemers krijgen al allerlei extra’s, aldus de werkgevers.
In 2021 hebben we behoorlijk wat uitvragen gedaan bij onze achterban rondom de cao onderhandelingen. Volgend op eerdere onderzoeken die we onder onze leden hebben gedaan. Zelfs het EIB heeft onderzoek verricht naar de arbeidsvoorwaarden. Maar geen enkel onderzoek werd ‘geloofd’. Daarom hebben we in de laatste cao afgesproken om SAMEN een onafhankelijk onderzoek te doen. Met de voorbereiding daarvoor zijn we nu druk. In het eerste kwartaal van 2023 gaat dit live. Iedereen die als UTA medewerker in de sector werkt (en werkgevers) mogen hem invullen. Help je ons straks door hem in te vullen? Voor de cao onderhandelingen van 2024 zal het van groot belang zijn dat dat gebeurt."
Kan continu verbeteren werkdruk voorkomen?
In Nederland groeit het percentage ziekteverzuim door psychische aandoeningen, zoals een burn-out en overspanning. Tijdens de Volandis Deskundigendag vertelde Mirjam Bouten van iValue Improvement over haar onderzoek naar werkdruk, en hoe continu verbeteren hier invloed op kan hebben.
Continu verbeteren geeft medewerkers de tools die ze nodig hebben om problemen op te lossen waar ze in hun werk tegenaan lopen. Denk bijvoorbeeld aan de implementatie van oplossingen als zelfsturing, de verdeling van werk, en een geordende werkplek. Het doel van het onderzoek van Mirjam Bouten, uitgevoerd voor Hogeschool Avans, was om te onderzoeken of er een relatie is tussen implementatie van verschillende continu verbeter-tools, en werkdruk.
Burn-out
Om een burn-out te voorkomen is de beste oplossing het delen van werk, zo blijkt uit het onderzoek. Door de werkzaamheden en daarmee ook de verantwoordelijkheid te verdelen over meer dan één persoon, worden mensen ontlast. Het lijkt een open deur, maar nog niet eerder is deze conclusie door middel van wetenschappelijk onderzoek bewezen.
Verrassender is het resultaat waaruit blijkt dat het maken van veel overuren maar weinig invloed heeft op de werkstress die medewerkers ervaren. Echter, het maken van overuren heeft wel degelijk te maken met het krijgen van een burn-out.
Positieve invloed
Het antwoord op de vraag ‘Kan continu verbeteren werkdruk voorkomen?’ is: ja. Volgens de voorlopige resultaten van het onderzoek van Mirjam Bouten valt het grote goed te halen bij het onderdeel ‘respect voor de mens’. Opleiding en begeleiding hebben een enorm positieve invloed op de mentale gesteldheid van medewerkers. Uit de gegevens blijkt dat in vrijwel iedere sector minder werkdruk wordt ervaren, wanneer er voldoende begeleiding mogelijk is tijdens de werkzaamheden. Ook zelfsturing heeft een positief effect.
Andere continu verbeter-elementen waarvan blijkt dat ze werkdruk verminderen zijn:
- Duidelijke visuele en haalbare doelen,
- De mogelijkheid om mee te denken.
Er zijn ook verbeter-methodieken die volgens het onderzoek geen of nauwelijks aantoonbare correlatie hebben met werkdruk. Zo heeft de overlegfrequentie niets te maken met de hoeveelheid werkdruk die iemand vaart. Ook heeft een geordende werkplek (dus geen visuele stress) geen invloed op de hoeveel werkdruk die iemand ervaart.
Het onderzoek loopt nog, om definitieve conclusies te kunnen trekken. Er wordt al gekeken naar een vervolgonderzoek, waarin mogelijk branches met elkaar worden vergeleken.
Tessa Meij: ‘Prefab heeft negatief imago’
De bouw heeft Tessa Meij altijd getrokken, omdat het een mooie combinatie van het inzetten van creativiteit en de technische mogelijkheden. "Overal om ons heen is het belang van de bouw te zien. Het is mooi om te mogen bijdragen aan deze gebouwde omgeving." FNV|UTA interviewde Tessa over de belangrijkste bevindingen uit haar afstudeeronderzoek.
Tessa Meij is afgestudeerd aan de Technische Universiteit Delft. Haar afstudeeronderzoek tijdens haar opleiding Management in the Built Environment ging over de mogelijkheden die industrialisatie van de woningmarkt biedt. Over dit onderwerp heeft ze veel kennis opgedaan tijdens haar periode bij Heijmans. De hoofdvraag van het onderzoek was: "Welke aanpassingen zijn nodig in het proces om de productie van industriële woningen op te schalen in Nederland?"
Onderzoek

Tessa: "Na overleg met mijn begeleider prof. Peter Boelhouwer ben ik tot het onderwerp industrieel bouwen gekomen; een relevant onderwerp met de huidige forse bouwopgave. Tijdens mijn onderzoek heb ik verschillende partijen geïnterviewd en ben ik begeleid vanuit Heijmans. Ik heb voor Heijmans gekozen omdat zij één van de partijen zijn die stappen aan het zetten zijn rondom industrialisatie van de woningbouw. Maar ook andere partijen hebben bijgedragen aan mijn onderzoek." In haar scriptie wijst Tessa op het belang van kennisdeling in de sector en op de noodzaak van een cultuurverandering binnen de bouw. Dit jaar won Tessa een prijs die het Ministerie van BZK sinds 2017 uitreikt voor de meest originele en beleidsrelevante wetenschappelijke masterscriptie op het terrein van de woning- en vastgoedmarkt.
Negatief imago
Eén van de dingen die Tessa opviel voorafgaand aan haar onderzoek is dat er in Nederland een negatief imago heerst over prefab bouwen. De gedachte is namelijk al snel dat dit samengaat met grootschalige nieuwbouw met maar weinig variatie in architectuur. Daarbij heerst het beeld van de Vinex-wijken in Nederland. Dat is volgens Tessa niet terecht: "Er bestaat veel verwarring bestaat over de term industrieel bouwen. Velen denken dat we al industrieel bouwen door het gebruik van prefab materialen. Echter is Prefab al zeker 50 jaar de standaard, en gaat industrialisatie veel verder. Het off-site produceren van losse onderdelen is niet de enige innovatie die we nodig hebben voor industriële woningbouw. Industrieel bouwen gaat over de industrialisatie van het product en het proces. Dit betekent een fabrieksmatige aanpak (herhalen, automatiseren, robotiseren, voorwaardelijke omstandigheden) en innovatie in het product (gestandaardiseerde variatie, digitalisering)."

"Om dit productieproces in gang te zetten, moeten bouwers investeren in de realisatie van een fabriek. Dit betekent een hoge eenmalige investering, die daarom alleen is weggelegd voor de grotere organisaties en pas rendabel wordt vanaf een minimale productie. De omvang van deze investering zorgt voor aarzeling bij bedrijven, want ze moeten toekomst zien in de markt om deze stap te durven maken. Een aantal bouwers hebben al een industrieel product ontwikkeld, maar zij lopen tegen het probleem dat het productieproces nog niet klaar is voor opschaling. In dit proces zijn nog verschillende andere actoren betrokken, zoals woningbouwcoöperaties, investeerders en publieke partijen. Tussen deze verschillende partijen is momenteel nog gebrek aan structurele samenwerking met verschillende belemmeringen om optimaal gebruik te maken van het productieproces." Aldus Tessa.
Versnippering
De bouw is erg versnipperd en er werken veel partijen, die allemaal gewend zijn op hun eigen manier te werken. Tessa: "Als je kijkt naar de informatiesystemen die worden gebruikt dan kun je vaststellen dat veel bedrijven hun eigen systemen hebben. Kennisdelen en samenwerken is dan lastig, want deze systemen communiceren niet altijd even makkelijk met elkaar. Misschien nog belangrijker dan dit technische deel is dat er in de bouwsector geen cultuur bestaat van kennisdelen en gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor projecten."
In de bouw lopen de grote bedrijven voorop en is het voor kleinere bedrijven lastig om investeringen te doen die noodzakelijk zijn. "Ik kan me voorstellen dat grote bouwfabrieken, waarvan er nu enkele in aanbouw zijn, uiteindelijk producten gaan maken voor andere bouwbedrijven die niet over deze mogelijkheden beschikken," zegt Tessa. "Voorwaarde voor een goed functionerende fabriek is dat er voldoende vraag is naar huizen en dat de industriële productie van huizen op gang komt. Duidelijk is dat de overheid en corporaties hierbij een belangrijke rol spelen als opdrachtgever."
Betrokkenheid medewerkers
Volgens Tessa zijn medewerkers door de verschillende lagen nog te weinig betrokken bij de ontwikkelingen rondom industrieel bouwen. "Industrieel bouwen heeft impact op werkzaamheden van medewerkers, alle partijen zullen een nieuwe rol aannemen in het proces. Voor medewerkers van de bouwbedrijven kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het werken in een ploegdienst in de fabriek. Om een fabriek rendabel te laten draaien ligt een 24/7 productie voor de hand, echter in de bouw wordt normaliter niet met een ploegendienst gewerkt. Het bouwen in de fabriek heeft als voordeel dat werkzaamheden minder zwaar en veiliger zijn. Je kunt je wel afvragen wat het effect hiervan is op de kwaliteit van het werk. Zal dit werk nog wel uitdagend genoeg zijn voor medewerkers?"
Onderdeel van de industrialisatie van de bouw is de rol van digitalisering, die steeds belangrijker zal worden. Dit betekent dat data een steeds grotere rol gaat spelen in het bouwproces. Op basis van data wordt het mogelijk om de voorkeuren van klanten inzichtelijk te krijgen en op basis daarvan meer maatwerk te leveren. Deze veranderingen zullen volgens Tessa ook op de bouwplaats te zien zijn: "Over 10 jaar zal het werken op de industriële bouwplaats er heel anders uitzien dan op de huidige traditionele bouwplaats is mijn verwachting. Niet alleen in de manier van bouwen van traditioneel naar industrieel, maar ook het kunnen werken met digitale apparatuur. Het is van belang om medewerkers mee te krijgen in deze slag naar digitalisering."
Toekomst
Industrialisatie zal in de aankomende jaren een steeds groetere rol gaan spelen in de bouw. De vraag naar woningen is de komende jaren groot en industrieel bouwen is één van de manieren waarmee er een die toekomstige vraag voldaan kan worden is de stellige opvatting van Tessa. "Dat vraagt om een forse investeringsslag in het industrieel bouwen, veel meer ketensamenwerking en het meenemen en investeren in de kennis van medewerkers bij deze ontwikkeling."
En de toekomst van Tessa? Na haar afstuderen is zij bij Heijmans Vastgoed aan de slag gegaan. Zij wil de komende jaren vooral inzicht krijgen in het verloop van het gehele bouwproces. Wie werkt er op welk moment in het proces en hoe verloopt de samenwerking? Over enige tijd heeft zij een eigen bouwproject waardoor ze aan den lijve kan ondervinden wat er nodig is om het bouwproces goed te laten verlopen.
Je kunt de scriptie van Tessa hier downloaden.
Webinars knelpunten-onderzoek: Laat nu van je horen!
Webinars knelpunten-onderzoek: Laat nu van je horen!
Laat nu van je horen en bepaal jouw toekomst!
De cao-partijen hebben afgesproken om de knelpunten van UTA’ers rond arbeidsvoorwaarden, -tijden, en -uren te onderzoeken. Tijdens twee Webinars op 24 november en 1 december kun jij aangeven wat jij belangrijk vindt. Want wie weet er nu beter wat er in jouw werk verbeterd moet worden dan jijzelf? Beslis mee en meld je aan!
Jouw ervaringen zijn van belang om oplossingen voor de knelpunten in je werk te krijgen. Wat zijn jouw wensen voor de toekomst van UTA? Voordat het knelpunten-onderzoek start, gaan wij samen met jou bepalen welke vragen er in dit onderzoek gesteld moeten gaan worden. Op deze manier zorg jij ervoor dat er onderzocht wordt wat écht belangrijk is voor de toekomst van UTA.
FNV|UTA organiseert twee Webinars waarin het onderzoek uitgelegd wordt, en waar ook jouw input van belang is.
De eerste Webinar was op donderdag 24 november van 19:30 tot 20:30. Deze avond hebben we het gehad over:
- Werkdruk
- Thuiswerkvergoeding
- RVU
- Vierdaagse werkweek
- Vakantie en vrije dagen
De tweede Webinar is op donderdag 1 december van 19:30 tot 20:30. Deze avond kun jij alles delen omtrent:
- Werkuren
- Overuren
- Reisuren voor ambulante functies
- Toeslagen
Andere knelpunten en originele oplossingen mogen beide avonden natuurlijk ook gedeeld worden. Graag zelfs!
Waar moet volgens jou de focus op liggen? Laat jouw mening meetellen. Meld je hieronder aan. Je kunt je inschrijven voor één of beide avonden. Kun je niet op deze data? Je kunt ook een mail sturen naar uta@fnv.nl .
Zoveel mensen, zoveel meningen. Maar elke mening is belangrijk. Daarom zijn jouw collega’s ook welkom om deel te nemen. Je hoeft geen lid te zijn, dus nodig ze vooral uit!
Aanmelden UTA webinar
Aanmelden UTA webinar