Tessa Meij: ‘Prefab heeft negatief imago’

De bouw heeft Tessa Meij altijd getrokken, omdat het een mooie combinatie van het inzetten van creativiteit en de technische mogelijkheden. "Overal om ons heen is het belang van de bouw te zien. Het is mooi om te mogen bijdragen aan deze gebouwde omgeving." FNV|UTA interviewde Tessa over de belangrijkste bevindingen uit haar afstudeeronderzoek.

Tessa Meij is afgestudeerd aan de Technische Universiteit Delft. Haar afstudeeronderzoek tijdens haar opleiding Management in the Built Environment ging over de mogelijkheden die industrialisatie van de woningmarkt biedt. Over dit onderwerp heeft ze veel kennis opgedaan tijdens haar periode bij Heijmans. De hoofdvraag van het onderzoek was: "Welke aanpassingen zijn nodig in het proces om de productie van industriële woningen op te schalen in Nederland?"

Onderzoek

Tessa meij
Tessa Meij

Tessa: "Na overleg met mijn begeleider prof. Peter Boelhouwer ben ik tot het onderwerp industrieel bouwen gekomen; een relevant onderwerp met de huidige forse bouwopgave. Tijdens mijn onderzoek heb ik verschillende partijen geïnterviewd en ben ik begeleid vanuit Heijmans. Ik heb voor Heijmans gekozen omdat zij één van de partijen zijn die stappen aan het zetten zijn rondom industrialisatie van de woningbouw. Maar ook andere partijen hebben bijgedragen aan mijn onderzoek." In haar scriptie wijst Tessa op het belang van kennisdeling in de sector en op de noodzaak van een cultuurverandering binnen de bouw. Dit jaar won Tessa een prijs die het Ministerie van BZK sinds 2017 uitreikt voor de meest originele en beleidsrelevante wetenschappelijke masterscriptie op het terrein van de woning- en vastgoedmarkt.

Negatief imago

Eén van de dingen die Tessa opviel voorafgaand aan haar onderzoek is dat er in Nederland een negatief imago heerst over prefab bouwen. De gedachte is namelijk al snel dat dit samengaat met grootschalige nieuwbouw met maar weinig variatie in architectuur. Daarbij heerst het beeld van de Vinex-wijken in Nederland. Dat is volgens Tessa niet terecht: "Er bestaat veel verwarring bestaat over de term industrieel bouwen. Velen denken dat we al industrieel bouwen door het gebruik van prefab materialen. Echter is Prefab al zeker 50 jaar de standaard, en gaat industrialisatie veel verder. Het off-site produceren van losse onderdelen is niet de enige innovatie die we nodig hebben voor industriële woningbouw. Industrieel bouwen gaat over de industrialisatie van het product en het proces. Dit betekent een fabrieksmatige aanpak (herhalen, automatiseren, robotiseren, voorwaardelijke omstandigheden) en innovatie in het product (gestandaardiseerde variatie, digitalisering)."

Visualisatie 'Verbandontwikkeling Industrieel Bouwen' uit het onderzoek van Tessa Meij.

"Om dit productieproces in gang te zetten, moeten bouwers investeren in de realisatie van een fabriek. Dit betekent een hoge eenmalige investering, die daarom alleen is weggelegd voor de grotere organisaties en pas rendabel wordt vanaf een minimale productie. De omvang van deze investering zorgt voor aarzeling bij bedrijven, want ze moeten toekomst zien in de markt om deze stap te durven maken. Een aantal bouwers hebben al een industrieel product ontwikkeld, maar zij lopen tegen het probleem dat het productieproces nog niet klaar is voor opschaling. In dit proces zijn nog verschillende andere actoren betrokken, zoals woningbouwcoöperaties, investeerders en publieke partijen. Tussen deze verschillende partijen is momenteel nog gebrek aan structurele samenwerking met verschillende belemmeringen om optimaal gebruik te maken van het productieproces." Aldus Tessa.

Versnippering

De bouw is erg versnipperd en er werken veel partijen, die allemaal gewend zijn op hun eigen manier te werken. Tessa: "Als je kijkt naar de informatiesystemen die worden gebruikt dan kun je vaststellen dat veel bedrijven hun eigen systemen hebben. Kennisdelen en samenwerken is dan lastig, want deze systemen communiceren niet altijd even makkelijk met elkaar. Misschien nog belangrijker dan dit technische deel is dat er in de bouwsector geen cultuur bestaat van kennisdelen en gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor projecten."

In de bouw lopen de grote bedrijven voorop en is het voor kleinere bedrijven lastig om investeringen te doen die noodzakelijk zijn. "Ik kan me voorstellen dat grote bouwfabrieken, waarvan er nu enkele in aanbouw zijn, uiteindelijk producten gaan maken voor andere bouwbedrijven die niet over deze mogelijkheden beschikken," zegt Tessa. "Voorwaarde voor een goed functionerende fabriek is dat er voldoende vraag is naar huizen en dat de industriële productie van huizen op gang komt. Duidelijk is dat de overheid en corporaties hierbij een belangrijke rol spelen als opdrachtgever."

Betrokkenheid medewerkers

Volgens Tessa zijn medewerkers door de verschillende lagen nog te weinig betrokken bij de ontwikkelingen rondom industrieel bouwen. "Industrieel bouwen heeft impact op werkzaamheden van medewerkers, alle partijen zullen een nieuwe rol aannemen in het proces. Voor medewerkers van de bouwbedrijven kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het werken in een ploegdienst in de fabriek. Om een fabriek rendabel te laten draaien ligt een 24/7 productie voor de hand, echter in de bouw wordt normaliter niet met een ploegendienst gewerkt. Het bouwen in de fabriek heeft als voordeel dat werkzaamheden minder zwaar en veiliger zijn. Je kunt je wel afvragen wat het effect hiervan is op de kwaliteit van het werk. Zal dit werk nog wel uitdagend genoeg zijn voor medewerkers?"

Onderdeel van de industrialisatie van de bouw is de rol van digitalisering, die steeds belangrijker zal worden. Dit betekent dat data een steeds grotere rol gaat spelen in het bouwproces. Op basis van data wordt het mogelijk om de voorkeuren van klanten inzichtelijk te krijgen en op basis daarvan meer maatwerk te leveren. Deze veranderingen zullen volgens Tessa ook op de bouwplaats te zien zijn: "Over 10 jaar zal het werken op de industriële bouwplaats er heel anders uitzien dan op de huidige traditionele bouwplaats is mijn verwachting. Niet alleen in de manier van bouwen van traditioneel naar industrieel, maar ook het kunnen werken met digitale apparatuur.  Het is van belang om medewerkers mee te krijgen in deze slag naar digitalisering."

Toekomst

Industrialisatie zal in de aankomende jaren een steeds groetere rol gaan spelen in de bouw. De vraag naar woningen is de komende jaren groot en industrieel bouwen is één van de manieren waarmee er een die toekomstige vraag voldaan kan worden is de stellige opvatting van Tessa. "Dat vraagt om een forse investeringsslag in het industrieel bouwen, veel meer ketensamenwerking en het meenemen en investeren in de kennis van medewerkers bij deze ontwikkeling."

En de toekomst van Tessa? Na haar afstuderen is zij bij Heijmans Vastgoed aan de slag gegaan. Zij wil de komende jaren vooral inzicht krijgen in het verloop van het gehele bouwproces. Wie werkt er op welk moment in het proces en hoe verloopt de samenwerking? Over enige tijd heeft zij een eigen bouwproject waardoor ze aan den lijve kan ondervinden wat er nodig is om het bouwproces goed te laten verlopen.

Je kunt de scriptie van Tessa hier downloaden.


Gastcollege Construct your Future groot succes!

Op 12 september jongstleden heeft FNV|UTA het gastcollege Construct your Future verzorgd voor de minor Bouwtechnische Bedrijfskunde op de Avans Hogeschool in Tilburg.

Consulenten Ramon en Daniëlle hebben de studenten een gastcollege gegeven over onder andere de FNV, cao’s, solliciteren, onderhandelen en ondernemen. We zijn het college begonnen met een kennismaking. We zijn als FNV|UTA namelijk erg benieuwd wie de studenten zijn, of ze al weten wat ze na hun studie willen gaan doen en of zij al eens hebben kunnen onderhandelen over bijvoorbeeld hun salaris. Een meerderheid van de studenten volgt de opleiding duaal en werkt en leert tegelijk. Ongeveer een derde van de studenten studeert voltijd. De functie van projectleider werd het meeste genoemd als toekomstige droombaan. Door enkele studenten is in het verleden al eens onderhandeld waarvan bij een aantal studenten met succes. Daar waar de ene student een dekkende reiskostenvergoeding voor elkaar bokste, heeft een andere student onderhandeld over het volgen van een opleiding op kosten en tijd van de werkgever. Hartstikke goed!

FNV | UTA helpt mij verder in mijn carrière

Weten de studenten van de Avans Hogeschool eigenlijk wel wat de FNV is en wat FNV|UTA doet? Dit wordt toegelicht in een introductie over de FNV. Zo is bijvoorbeeld benadrukt wat FNV|UTA kan betekenen voor (toekomstige) UTA-medewerkers. Ook zijn de studenten meegenomen in de wereld van cao’s. Dat was een eyeopener voor veel studenten. De studenten realiseerden zich dat het bekijken van hun cao handig is, omdat ze meer rechten (en plichten) hebben dan dat ze alvorens dachten.

Tijdens het gastcollege waren de studenten geïnteresseerd, actief betrokken en werden er veel vragen gesteld. Vooral over het onderwerp onderhandelen werden veel vragen gesteld. Het meest gewaardeerd was de tip om je loonstrook niet af te geven bij het arbeidsvoorwaardengesprek. Want wat je al verdient is helemaal niet relevant voor de functie waarop je solliciteert. Een student gaf aan dat zijn moeder haar loonstrook juist expres had meegenomen, omdat ze uit het bedrijfsleven kwam met een aanzienlijk hoger salaris dan de functie waarop ze gesolliciteerd had. In zo’n geval is je loonstrook meenemen wel een goede zet.

Door de oprechte interesse van de studenten was het een feestje om het gastcollege te verzorgen. Al snel na afloop van het gastcollege kwamen de eerste WhatsAppjes met vragen al binnen. Ook de docenten waren erg onder de indruk en hopen ons elk jaar weer te mogen verwelkomen. Een prachtig compliment voor een fantastisch gastcollege!

Klik hier als jij ook wilt dat we een gastcollege verzorgen op jouw opleiding!


FNV|UTA Gastcollege Aanvragen

Gastcollege aanvragen

Je gegevens worden ruim een jaar opgeslagen om je in de toekomst op de hoogte te houden.

Pas als je akkoord gaat met deze voorwaarden kun je dit formulier verzenden.


Annemiek Suijkerbuijk

‘Het gevoel dat ik bij een stageplek krijg, is het allerbelangrijkst’

Het zal je maar overkomen, dat jouw stagebegeleider na één werkdag aangeeft dat ze je toch niet kunnen begeleiden. Annemiek Suijkerbuijk (24) weet hier alles van. Gelukkig vond ze direct na deze misser de leukste stageplek waar ze tot nu toe gezeten heeft, bij bouwbedrijf Vrolijk in Breda.

Annemiek Suijkerbuijk
Annemiek Suijkerbuijk

Annemiek is vierdejaars student aan het Avans en studeert daar Human Resource Management. Op dit moment is zij bezig met haar afstudeerstage in de bouwsector, waarin zij onderzoek doet naar werkdruk. Annemiek was aan het begin van dit schooljaar al gestart met een andere stage, in de technische sector, maar haar stagebegeleider liet haar na één dag weten dat ze haar niet konden begeleiden. "Het is zó belangrijk om op je gevoel af te gaan. Want het voelde al niet helemaal goed toen ik daar op gesprek ging, maar ik wilde gewoon zo snel mogelijk een stageplaats regelen, omdat ik de hele zomer in Griekenland zou gaan werken," vertelt Annemiek. "Maar ik heb er de hele zomer een slecht gevoel bij gehad. En terecht."

Bouwsector

Annemiek moest dus dringend op zoek naar een andere stageplaats en heeft hierbij de hulp van haar ouders ingeschakeld. Zo is ze in de bouwsector terecht gekomen. Haar vader werkt namelijk ook in de bouw en is een klant van Vrolijk. Hij heeft hen gevraagd of ze nog een stagiair nodig hadden en toen mocht Annemiek op gesprek komen. Dat klikte meteen van twee kanten en gelukkig kon ze daar direct aan de slag. "Het is dus eigenlijk helemaal toevallig dat ik in de bouwsector terecht ben gekomen. Maar ik vind het wel hartstikke leuk! Mijn vader zit natuurlijk ook in de bouw, dus ik krijg van jongs af aan wel wat mee over de bouw en nu zie ik ook echt wat ze daar allemaal doen, dus dat vind ik wel heel leuk om te zien." Ook haar vader vindt het tof om zijn dochter als stagiair in de bouwsector aan de slag te zien. Zo kwam hij hoogstpersoonlijk het kerstpakket brengen op kantoor, die Annemiek in ontvangst mocht nemen, zo komen ze elkaar nog eens tegen.

Dag op kantoor

De (werk)sfeer en het contact met collega’s sluit helemaal aan bij hoe Annemiek het graag ziet. Het team is heel hecht en iedereen kent elkaar. Dat is iets wat zij ook erg belangrijk vindt bij een volgende werkgever.

Hoewel Annemiek in een mannenwereld terecht is gekomen, merkt ze hier op kantoor niet veel van. "Ik heb hier voornamelijk vrouwen om mij heen, waarschijnlijk omdat ik aan de administratieve kant zit op het kantoor. Ik weet het niet precies, maar ik denk dat de verhouding hier op kantoor zo’n 85/15 is."

Annemiek draait (zoals bij een werkstage) niet mee op de werkvloer, maar voert een onderzoek uit. Ze is daarom twee dagen in de week aanwezig op kantoor, op maandag en vrijdag, waarop zij aan haar onderzoek werkt. Haar twee andere collega’s op de HR-afdeling lichten haar in over wat er allemaal gebeurd is binnen het bedrijf, welke zaken belangrijk zijn en daarnaast woont ze meetings bij. Ook heeft ze de afgelopen periode veel stakeholders gesproken, zoals het hoofd van de bouwstudies op Avans, Bouwend Nederland, FNV, studenten van de Bouwschool, een detacheringsbureau en natuurlijk de mensen op kantoor. Alle informatie die hieruit voortkomt verwerkt zij vervolgens in haar afstudeeronderzoek.

Annemiek geeft aan veel verschillende dingen interessant te vinden en vind het dan ook het leukst om zich met verschillende onderwerpen bezig te houden. "Als ik kijk naar wat ik zelf interessant vind, dan zijn dat vaak de uitdagingen, de punten die om verbetering vragen. Zoals werkdruk, of waarom een bedrijf een hoog ziekteverzuim heeft en hoe we dat kunnen oplossen. Dat vind ik altijd wel leuk."

Afstudeeronderzoek

Annemiek is met de organisatie in gesprek gegaan over waar zij het beste onderzoek naar zou kunnen doen. Direct kwam het onderwerp werkdruk ter sprake, dit is een belangrijk punt in de gehele bouwsector, zo ook voor het stagebedrijf. Dit komt natuurlijk helemaal overeen met wat Annemiek interessant vindt. Daarom focust ze zich in haar onderzoek op de werkdruk en het behouden van personeel/ het vinden van nieuw personeel. "In de bouw is het lastig om werknemers te vinden, dus mijn hoofdvraag is: Hoe houden we de voordeur open en hoe houden we de achterdeur dicht? Want iedereen hier wordt benaderd via LinkedIn door andere bedrijven, omdat zij ook een personeelstekort hebben en een hoge werkdruk. Mijn volgende gedachte is dan gelijk: Hoe kunnen we de werkdruk verlagen als we niet aan nieuwe werknemers kunnen komen?"

Annemiek heeft voor alsnog twee deelvragen opgesteld om dit verder uit te zoeken:

  1. Waarom kan Vrolijk op dit moment niet aan voldoende werknemers komen?
  2. Zijn de huidige werknemers van Vrolijk tevreden met de huidige situatie? En zo niet, hoe kunnen ze hun huidige medewerkers dan wel tevreden houden?

Annemiek loopt nog tot eind mei stage en heeft twee van de vier deadlines achter de rug. Onlangs heeft ze het onderdeel diagnose ingeleverd, waarin haar hele onderzoek is uitgewerkt. "Hieruit kan ik al wat conclusies trekken, dus daarmee kan ik al wel een beetje bedenken wat voor advies ik ga geven. Maar dat advies moet natuurlijk wel goed passen binnen de organisatie." Over zeven weken moet Annemiek dit advies inleveren en zeven weken daarna moet ook het deel implementatie klaar zijn.

Stage kiezen: waar moet je op letten?

Annemiek let vooral op het gevoel dat zij bij een bedrijf krijgt. “In de maand dat ik geen stageplaats had, heb ik best wel wat aanbiedingen gekregen en ben ik ook op gesprek geweest bij een aantal bedrijven. Maar het voelde steeds niet goed. Dus ik dacht ‘Ja, dan kan ik wel een stageplaats kiezen bij een bedrijf waar ik totaal geen goed gevoel bij heb, omdat ik anders vertraging oploop óf ik wacht gewoon even op het juiste moment’. En dat heb ik gedaan. Het gevoel dat ik bij een stagebegeleider of bedrijf krijg, vind ik wel echt het allerbelangrijkste.” Ook een goede werksfeer vindt Annemiek erg belangrijk, maar ze geeft aan dat je dat natuurlijk lastig kunt zien tijdens een voorgesprek. "Het eerste gesprek bij Vrolijk was gelijk goed, dat speelde ook een rol. Ze vertelden me niet zo zeer wat zij van mij verwachtten, maar ik mocht juist aangeven waar mijn interesses lagen en wat ik graag wilde onderzoeken. Ik had daar dus echt inspraak in."

Annemiek heeft over haar stage bij Vrolijk dan ook niks negatiefs te zeggen. "Dit is echt een van de betere stages die ik gehad heb. Nu denk ik dat ik daar altijd wel geluk mee heb gehad, maar als ik mezelf de vraag stel van ‘Bij welk bedrijf waar ik stage heb gelopen zou ik wel willen werken?’ dan zou deze wel het meest bij me passen." Deze stage zet voor haar dan ook zeker de deur open om in de bouwsector te gaan werken.

Stagetip van Annemiek | Ga op je gevoel af. Voelt het niet helemaal goed? Ga dan op zoek naar een andere stageplaats waar je je wel op je gemak voelt.

Ben jij benieuwd naar de uitkomsten van het onderzoek van Annemiek? Dat komt goed uit, want wij ook! In juni spreken we haar nog een keer over de bevindingen uit haar onderzoek.


Stageregeling bouw & infra

Geldig van 1 augustus 2020 t/m 31 juli 2021

Voor het studiejaar 2020/2021 geeft Bouwend Nederland richtlijnen uit voor stagiairs. Dit gebeurt op advies van de commissie stages in de bouw & infra, waarin vertegenwoordigd zijn:

  • Bouwend Nederland, de vereniging van bouw- en infrabedrijven
  • BouwTalent, stichting voor mbo- en hbo-studenten, actief in de gehele bouwkolom
  • BNA, koninklijke maatschappij tot bevordering der Bouwkunst Nederlandse Architecten
  • Vereniging Stadswerk Nederland, vereniging van professionals op het gebied van fysieke leefomgeving
  • NLingenieurs, branchevereniging van advies-, management- en ingenieursbureaus
  • Rijkswaterstaat, uitvoerend agentschap Ministerie Verkeer en Waterstaat
  • Vereniging Hogescholen, de belangenvereniging van de hogescholen
  • Technische universiteit Delft en Universiteit Twente

1. Werkingssfeer Als stagiair, waarop de Stageregeling bouw & infra van toepassing is, wordt beschouwd de persoon:

  • die studeert aan een roc (bol 2 t/m bol 4), een hogeschool met een technische opleiding, een technische universiteit of een vergelijkbare buitenlandse onderwijsinstelling,
  • die in het kader van zijn opleiding een periode van praktisch werken doorbrengt in de bouw & infra en
  • die daarbij actief is op het gebied van onderzoek, ontwerp, toezicht, uitvoering, werkvoorbereiding en/of beheer & onderhoud.

Niet onder de werkingssfeer van deze stageregeling valt de assistent bouwen, wonen en onderhoud (voor deze bol 1 en bbl 1 opleiding geldt de regeling Assistent bouwen, wonen en onderhoud), vmbo leerwerktrajecten, vakantiewerk en stages van studenten aan Nederlandse onderwijsinstellingen die in het buitenland een stage volgen.

2. Definities Stage:

De stage is onderdeel van het leerproces, er wordt onder didactische eindverantwoordelijkheid van de onderwijsinstelling in de praktijk geleerd. De student dient ingeschreven te staan bij een erkend opleidingsinstituut. Afstuderen: De commissie stages in de bouw & infra heeft gemeend naar aanleiding van verzoeken uit de praktijk een richtlijn te moeten geven inzake onkostenvergoedingen voor het afstuderen. Maat voor de vergoeding is de mate waarin bedrijf en student van elkaars expertise gebruik maken, afgezet tegen de inspanningen van het bedrijf om de afstudeeropdracht succesvol te kunnen laten afronden. De commissie onderscheidt de volgende drie situaties:

  • De student voert binnen het bedrijf een tevoren in het kader van het leerproces geformuleerde opdracht uit, het bedrijf fungeert uitsluitend als praktijkomgeving. Hier is sprake van een inspanningsverplichting, maar niet van een gegarandeerd resultaat. De vergoeding is een bruto vergoeding per maand.
  • De student doet op uitnodiging van het bedrijf, bijvoorbeeld als follow-up van een eerdere stage bij dat bedrijf, nader onderzoek op een bedrijfsmatig relevant onderwerp. De geadviseerde vergoeding is daarbij de vastgestelde bruto vergoeding per maand.
  • Het bedrijf nodigt de onderwijsinstelling uit een afstudeeropdracht te laten uitvoeren waarbij een bedrijfsmatig onderwerp centraal staat, hiervoor kunnen ook meerdere studenten worden uitgenodigd. Er wordt daarvoor tussen bedrijf en school een prestatiecontract gesloten, de vergoeding van de student(en) is afhankelijk van hun feitelijke verrichtingen en wordt in het contract geregeld.

3. Vergoeding

Niet beoogd wordt de door de stagiair in het kader van de stage te verrichten werkzaamheden te belonen, de stagiair ontvangt uitsluitend een tegemoetkoming in de extra kosten voortvloeiend uit de stage. Stagiairs hebben geen arbeidsovereenkomst in de zin van het Burgerlijk Wetboek, fiscaal gezien geldt voor hen echter een fictief dienstverband. Er wordt voor mbo-stagiairs een vergoeding geadviseerd van bruto € 400,- per maand, voor hbo- en universitaire stagiairs € 550,- per maand, of bruto respectievelijk € 92,31 c.q. € 126,92 per week; de stagebieder is hierover inhoudingsplichtig. Voor stages met een aaneengesloten duur van minder dan acht (8) weken wordt geadviseerd geen vergoeding te verstrekken. Binnen het raam van de Stageregeling bouw & infra past geen vergoeding van de stagebiedende bedrijven aan onderwijsinstellingen voor het leveren van stagiairs (behoudens bij prestatiecontracten bij afstuderen). Voor studenten uit het buitenland die hun stage in Nederland lopen, kunnen afwijkende regels gelden met betrekking tot hun fiscale positie en sociale verzekeringen. Studenten uit niet-EU landen dienen over een COSPA Stageovereenkomst te beschikken. Hierin is de aansprakelijkheid en ongevallenverzekering geregeld. Dit document dient aanwezig te zijn in de administratie van het stagebiedende bedrijf t.b.v. de Inspectie SZW. Zie www.nuffic.nl.

4. Reiskostenvergoeding

In het geval dat de stagiair met instemming van de stagebieder regelmatig naar de plaats van de stage op en neer reist, kunnen de daarvoor gemaakte reiskosten volgens de bij de stagebieder geldende regeling worden vergoed. Deze vergoeding door de stagebieder geldt niet wanneer een andere regeling daarin reeds voorziet. Studenten die niet over een OVjaarkaart beschikken, waaronder buitenlandse studenten, zullen een reiskostenvergoeding krijgen conform gebruik in de sector.

5. Vergoeding huisvestingskosten

Wordt de stage gevolgd op een plaats waarbij de betrokkene (extra) huisvestingskosten maakt, dan kan de stagebieder de stagiair een extra bijdrage in de onkosten verstrekken.

6. Loonheffing, bedrijfstakeigen regelingen, melding

Loonheffing: De stagebieder dient over de vergoedingen een loonheffing toe te passen. Omdat de stagiair zelf in het algemeen beneden de heffingsvrije voet blijft, kan de daardoor onverschuldigd betaalde loonheffing via een belastingaangifte worden teruggevorderd. Bedrijfstakeigen regelingen: Stagiairs nemen niet deel aan bedrijfstakeigen regelingen (uitgezonderd de collectieve ongevallenregeling uit de cao BTER Bouw & Infra). Inhoudingen daarvoor zijn dan ook niet van toepassing. De stagiair ontvangt geen vakantietoeslag en bouwt ook geen vakantierechten en vakantiedagen op.

7. Stagiairs en sociale verzekeringsplicht

Premieheffing SV: Over het deel van de onkostenvergoeding die als premieplichtig loon Sociale Verzekeringen wordt aangemerkt, is premie Zorgverzekeringswet verschuldigd. Er is geen WW- en WIA-premie verschuldigd  WW en WIA: Stagiairs zijn niet verplicht verzekerd voor de WW en de WIA. In geval van arbeidsongeschiktheid kunnen zij een beroep doen op de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten. Zorgverzekeringswet: Voor ziektekosten is de stagiair verplicht zelfstandig verzekerde voor de Zvw. De stagiair moet zich wel zelf inschrijven bij een zorgverzekeraar. De stagebieder neemt in de loonstaat de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw op. Naast die premie kent de Zvw een nominale premie. Dat is een vast bedrag per maand dat de stagiair zelf aan de zorgverzekeraar moet betalen. Beneden de 18 jaar is geen nominale premie verschuldigd.

8. Aansprakelijkheid bij ongevallen

Stagebieder: Iedere werkgever is aansprakelijk te stellen voor bedrijfsongevallen, hiervoor is de stagebieder veelal verzekerd. Bedrijven kunnen stagiairs, die niet beschikken over een certificaat Basisveiligheid (vca), weigeren op bouw- en infrawerken met een verhoogd risico. Voor stagiairs gelden identieke eisen als voor overige werknemers, Arbowet, art.1, lid 2.Stagiair: Stagiairs dienen zelf na te gaan of er voor hem/ haar door stagebieder en/of onderwijsinstelling een ongevallenverzekering is afgesloten. Aanbevolen wordt dat de stagiair als particulier zelf een WA-verzekering afsluit; opname in een gezinspolis is doorgaans niet meer afdoende als de stagiair 18 jaar of ouder is. Collectieve ongevallenregeling: De stagiair in het uitvoerend bouwbedrijf valt onder de collectieve ongevallenregeling uit de cao BTER Bouw & Infra.

9. Arbeidsomstandigheden

Stagebieder: Op basis van de Arbeidsomstandighedenwet art. 1 lid 2 wordt de stagebieder gezien als werkgever. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt mede verstaan onder:

  • werkgever: degene die zonder werkgever of werknemer in de zin van het eerste lid te zijn, een ander onder zijn gezag arbeid doet verrichten;
  • werknemer: de ander, bedoeld onder a, met uitzondering van degene die als vrijwilliger arbeid verricht.

Met betrekking tot het hoe en wat van arbeidsomstandigheden kan contact worden opgenomen met stichting Volandis: www.volandis.nl, 0341 – 499299.

10. Kwaliteitsborging stage

De stagebieder stelt de stagiair in de gelegenheid de opleidingsdoelen te realiseren. Binnen het secundair beroepsonderwijs geldt dat een stagebieder erkend moet zijn. Met betrekking tot het hoe en wat van erkenning leerbedrijven kan contact op worden genomen met de stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB): www.s-bb.nl.

11. Verlof

De stagiair geniet vrijaf met behoud van vergoeding: tijdens in Nederland algemeen erkende feestdagen. Zonder behoud van vergoeding: bij sluiting van het bedrijf wegens bedrijfsvakantie en door het bedrijf vastgestelde roostervrije dagen. Bedrijfsvakantie, roostervrije dagen en verletdagen gelden niet als stagetijd, tenzij in het kader van de stage vervangende activiteiten voorhanden zijn. Buitengewoon en ander verlof dient door de stagiair te worden geregeld in overleg met het stagebiedende bedrijf en (indien gebruikelijk) met de stagecoördinator.

12. Aanvullende afspraken

In de stageovereenkomst die wordt getekend door de stagebieder, de onderwijsinstelling en de stagiair, kunnen aanvullende afspraken worden gemaakt omtrent omgang met vertrouwelijke bedrijfsgegevens en voortijdige beëindiging van de stage.

Zoetermeer, juli 2020

Commissie stages in de bouw & infra Bouwend Nederland
telefoon 079-325 22 52
www.bouwendnederland.nl
e-mail: advies@bouwendnederland.nl


Studenten vragen zich af: zelf starten of toch solliciteren?

FNV|UTA ontwikkelt een speciaal programma voor young professionals: jonge mensen die hun studie bouwkunde, architectuur of aanverwante opleidingen aan het afronden zijn of net aan het begin staan van hun professionele carrière. Ook voor hen is FNV|UTA een waardevolle partner op het gebied van werk en inkomen! In dit kader vroegen wij Oscar Bulthuis, ondernemer, auteur en docent Ondernemerschap, om een online workshop te geven aan de studenten Bouwkunde van Avans Hogeschool Tilburg over het thema: zelf starten of toch solliciteren?

Oscar vertelt: ‘Hoezeer dit thema leeft bij studenten blijkt al uit de hoge opkomst: er waren maar liefst 45 studenten aanwezig bij deze digitale workshop. Ook uit de vragen bleek duidelijk dat veel van hen zich bewust afvragen of zij – vroeg of laat – de stap zullen zetten naar het zelfstandig ondernemerschap.’

Praktisch en persoonlijk
‘Deze workshop geeft studenten meer inzicht in wat er allemaal bij komt kijken als je voor jezelf wilt starten. Niet alleen in praktische zin, zoals bijvoorbeeld de rechtsvorm die je kiest, maar ook: past het bij je karakter?’

Oscar legt uit: ‘Je kunt ondernemerschap en werknemerschap vanuit verschillende visies benaderen. Wat zijn de voordelen, wat zijn de nadelen? Daar horen veel praktische zaken bij, zoals vakantiedagen en doorbetaald krijgen als je ziek bent. Als ondernemer betaal je bijvoorbeeld belasting achteraf, over je winst en je omzetbelasting. Daar moet je wel rekening mee houden, anders kom je behoorlijk in de problemen.’

Past het bij je karakter?
‘Maar ook je mindset is belangrijk. Als ondernemer moet je om kunnen gaan met onzekerheid. Je moet over een behoorlijke dosis zelfdiscipline beschikken en outgoing zijn. Profileren en netwerken zijn vaardigheden die veel ondernemers echt nodig hebben.’

Ondernemendheid telt
Maar Oscar onderkent ook overeenkomsten tussen loondienst en ondernemen: ‘Als ondernemer ben je zelf verantwoordelijk voor je ontwikkeling. Je moet bijblijven in je vak en zorgen dat je over de nodige vaardigheden beschikt. Ook dat hoort bij ondernemerschap en eigenaarschap. Maar in deze tijd realiseren young professionals zich maar al te goed dat ‘de baan voor het leven’ niet bestaat. Dus ook al betaalt je werkgever meestal je opleiding, je moet wél ondernemend blijven en zorgen dat jouw ontwikkeling niet stilstaat.’

Vervolg in de toekomst
Oscar besluit: ‘Ik vond het ontzettend leuk en bijzonder om deze workshop te geven aan deze groep studenten. Kennelijk is het onderwerp ontzettend relevant voor hen, want iedereen bleef tot het einde van de workshop aanwezig en er was veel betrokkenheid uit de groep. Ik heb onder de deelnemers nog 5 van mijn boeken verloot: ‘Nooit meer voor een baas je bed uit’. Daar was veel animo voor, ook dat zegt iets over hoe het onderwerp leeft. FNV|UTA ontwikkelt een breder programma voor young professionals uit de bouw, dus dit krijgt zeker een vervolg!’

FNV|UTA biedt leden van FNV  verschillende workshops, waaronder speciale edities voor studenten. Wil jij, als student of docent, ook zo’n workshop voor jouw school of universiteit? Stuur dan gerust een e-mail naar uta@fnv.nl.

 

 


BIM in de praktijk

BIM in de praktijk: tijdens en na je studie

Voor studenten, stagiaires en net-afgestudeerden hebben wij een enquête die inspeelt op de eerste werkervaringen met BIM in de praktijk. Heb jij het gevoel dat de lesstof bij jouw studie aansluit bij de werkelijkheid? En vind je dat BIM binnen jouw werk/stage-bedrijf de aandacht krijgt die het verdiend? Wij zijn erg benieuwd naar jouw eerste indrukken van BIM in de praktijk en vragen je daarom om onze enquête in te vullen!

Naar de enquête

Steeds meer bouwbedrijven voeren BIM in om werkprocessen te verbeteren. BIM staat voor Bouw Informatie Model. Het is een digitaal systeem waarin alle bij de bouw betrokken partijen kunnen samenwerken. Door de invoering van BIM kunnen er veranderingen plaatsvinden in jouw functie.