uta panel

UTA-panel-mailchimp-test

Meld je aan voor het UTA-panel!

Jouw mening en ideeën zijn belangrijk voor ons. Als UTA’er weet jij precies wat er speelt bij jouw werkgever en in jouw vakgebied. Daarom leggen wij eens per kwartaal een vragenlijst voor aan het UTA-panel, met onderwerpen die voor jou als UTA’er interessant en relevant zijn. Als panellid kun je meedoen aan onderzoeken en discussies en heb je dus invloed op de strategie van FNV|UTA.

Wat precies?

Het UTA-panel bestaat uit zowel FNV-leden als niet-leden en UTA’ers in verschillende levensfasen en functiegroepen. De vragen die aan het panel gesteld worden, kunnen gaan over arbeidsvoorwaarden, onze dienstverlening en communicatie uitingen, digitalisering en ontwikkelingen in de bouw, je loopbaan, inkomen en de werk- en privé balans. Je kunt je ook aanmelden voor het panel dat specifiek gericht is op vrouwen in de bouw.

Met behulp van jouw inzichten kunnen wij onze dienstverlening verbeteren. Daarnaast draag je bij aan de ontwikkeling van beleid en zorg je ervoor dat vooral dingen delen die voor jou als UTA’er interessant zijn. Kortom, met jouw inzichten kunnen wij onze strategie beter afstemmen op jouw wensen. Wil je ook lid worden van het UTA-panel? Meld je dan aan!

UTA Panel knop

Zo werkt het

Als je je hebt aangemeld voor het panel, ontvang je kort daarna een eerste enquête. In deze enquête vragen wij jou naar enkele gegevens en voorkeuren, zoals geslacht, leeftijd en functiegroep. Op deze manier kunnen wij jou vooral enquêtes toesturen die jij ook interessant vindt om in te vullen.

Daarna zullen wij jou vier keer per jaar uitnodigen om deel te nemen aan een onderzoek. De lengte van de vragenlijst zal per keer verschillen. We doen natuurlijk wel ons best om ze zo kort mogelijk te maken.

Je bent nergens toe verplicht. Als je het onderwerp niet interessant vindt, of als je geen tijd hebt, mag je natuurlijk besluiten om niet mee te werken aan het onderzoek. Je blijft dan gewoon onderdeel van het panel. We hopen dat je bij het volgende onderzoek wel weer van de partij bent.

FNV-lid en meer bijdragen?

Als FNV-lid kan je je ook aanmelden om onderdeel uit te maken van de kerngroep. Naast het leveren van input kan je op deze manier ook echt bijdragen aan de uitvoering van de strategie van FNV|UTA. Jij wordt ons aanspreekpunt bij campagnes en raakt meer betrokken bij bijvoorbeeld cao-onderhandelingen.

Als aanspreekpunt zullen wij jou bijvoorbeeld vragen om flyers uit te delen onder je collega’s. We zijn ook benieuwd naar jouw verhalen en ervaringen. Daarom kan het zo zijn dat we jou eens uitnodigen voor een interview.

Je denkt nu vast: “maar what’s in it for me?”. Als lid van de kerngroep bieden wij jou gratis trainingen. In deze trainingen leer je bijvoorbeeld hoe je jouw collega’s optimaal kunt ondersteunen en hoe jij ook leden kunt werven. Daarnaast kunnen we jou uitnodigen om aanwezig te zijn bij de cao-onderhandelingen. Zo zit je echt dicht op de belangrijke informatie!

Ben je overtuigd? Vul dan het onderstaande formulier in om lid te worden van het UTA-panel.

Aanmelden UTA-panel

Wil jij deel uitmaken van de kerngroep van het UTA-panel? Je wordt ons aanspreekpunt bij campagnes en raakt meer betrokken bij bijvoorbeeld cao-onderhandelingen. Zo zit je bovenop de laatste ontwikkelingen in je sector!

Je gegevens worden ruim een jaar opgeslagen om je vier keer per jaar een vragenlijst te sturen.

Pas als je akkoord gaat met deze voorwaarden kun je dit formulier verzenden.

Aanmelden UTA-panel

Wil jij deel uitmaken van de kerngroep van het UTA-panel? Je wordt ons aanspreekpunt bij campagnes en raakt meer betrokken bij bijvoorbeeld cao-onderhandelingen. Zo zit je bovenop de laatste ontwikkelingen in je sector!

Je gegevens worden ruim een jaar opgeslagen om je vier keer per jaar een vragenlijst te sturen.

Pas als je akkoord gaat met deze voorwaarden kun je dit formulier verzenden.


Menstruatieverlof is pas realistisch als taboe weg is

De vrouwelijke cyclus is iets wat niet vaak op de werkvloer besproken wordt. Maar of het invloed heeft op het werk is een ander verhaal. Vorig jaar kwam het menstruatieverlof in de media naar boven omdat Spanje als eerste land in Europa vrouwen in staat stelde om tot vijf dagen menstruatieverlof op te nemen. Moet dat er in Nederland ook komen? Dat was een vraag die veel heerste.

Om een goed beeld te krijgen van wat de werknemers in Nederland vinden van menstruatieverlof heeft FNV een enquête afgenomen onder bijna 3000 jongeren mensen onder de 35 jaar.

Wat blijkt? Van de jonge mensen die menstrueren, geeft 89 procent aan hun werk minder goed te doen in die periode van de maand. Maar echt ziekmelden doet slechts 7 procent regelmatig en 39 procent heel af en toe.

Taboe

Onze deskundige Hacer Karadeniz, vakbondsbestuurder bij FNV, geeft aan dat het belangrijk is om het probleem snel aan te pakken. Echter, in Nederland is dit onderwerp nog altijd taboe. "De eerste stap die gezet moet worden is het bespreekbaar maken van dit onderwerp’’.

Karadeniz: "Dat taboe kan best grote gevolgen hebben, juist als je een onzeker contract hebt, wat bij veel jonge mensen helaas het geval is. Werknemers zijn niet verplicht om de reden van ziekmelding aan hun leidinggevende te vertellen. Maar als je regelmatig ziek bent vanwege menstruatieklachten, dan is de kans groot dat je contract niet wordt verlengd of dat je niet meer wordt opgeroepen voor werk"

Lees hier het het interview met Hacer Karadeniz in Flair, en bekijk hier de Talkshow Khalid & Sophie, waar Hacer het met anderen heeft over menstruatieverlof.

FNV wil graag dat dit onderwerp meer besproken wordtop de werkvloer. Heb jij zelf last van menstruatieklachten tijden het werken en wil je weten wat je het beste kunt doen? Neem dan contact op met ons door een mail te sturen naar uta@fnv.nl.


industriële bouw

Industriële bouw: een goede ontwikkeling?

Afgelopen week is het jaarlijkse onderzoek van Marjet Rutten over industriële bouw in Nederland weer gepubliceerd. Wat blijkt: de industriële bouw in Nederland zette ook in 2022 verder door. Er kwamen voor het eerst meer dan 10.000 woningen uit een fabriek. Hierdoor groeide het marktaandeel van industriële bouw verder tot 14 procent.

Volgens minister De Jonge van Volkshuisvesting en Ruimtelijke ordening is industrialisatie en technologie het antwoord op alle uitdagingen in de bouw: van woningnood en milieuvraagstukken tot kwaliteit en tekort aan personeel. Maar is dat ook zo?

Aandacht voor huizenfabrieken

De ontwikkeling van industrieel bouwen is voor ons als vakbond niet nieuw meer. Het afgelopen jaar hebben wij van FNV Bouwen & Wonen meerdere fabrieken bezocht waar huizen geproduceerd worden en hebben we gesproken met werknemers. Het is een ontwikkeling die nadrukkelijk onze aandacht heeft. Het is een nieuwe groeiende tak binnen de bouwsector die compleet anders is dan de traditionele manier van bouwen. Vanzelfsprekend juichen wij ontwikkelingen en innovaties toe die het werk in de bouw minder zwaar en veiliger maken. Echter maken wij ons ook zorgen om de zogenoemde ‘huizenfabrieken’.

Na het lezen van vele interviews, artikelen en bezoeken van huizenfabrieken is ons een aantal zaken opgevallen als we kijken naar het werken in zo’n huizenfabriek. Er zijn verschillende voordelen te noemen: het werk is binnen en je hebt minder last van wisselende weersomstandigheden en er zijn vaker (technologische) hulpmiddelen die het werk minder zwaar maken. Ook hebben we tijdens onze bezoeken begrepen dat er minder bedrijfsongevallen plaatsvinden.

Maar het werken in een huizenfabriek kan ook een andere kant hebben. Eén van de zorgelijke ontwikkelingen die wij binnen de huizenfabrieken hebben gezien is de organisatie van het werk. Deze huizenfabrieken zijn veelal échte fabrieken, er moet geproduceerd worden op grote schaal en het liefst zo snel mogelijk. Vergelijk het met een fabriek waar auto’s geproduceerd worden. Het werk wordt veelal opgeknipt in kleine deelhandelingen, handelingen die weinig tijd in beslag nemen en die ook aan vrijwel iedereen geleerd kunnen worden. Dit soort werk is onaantrekkelijk voor vakmensen, het is routinematig en geestdodend. Daarbij is zo’n werknemer eenvoudig inwisselbaar voor een ander. Het opknippen van werkzaamheden in vele deelhandelingen komt voort uit de gedachte dat arbeid een kostenpost is. Dit in plaats van dat werknemers wat toevoegen aan een product.

Flexwerk en arbeidsmigranten

De laatste tijd worden er zorgen uitgesproken over de enorme toename van het aantal arbeidsmigranten en de erbarmelijke omstandigheden waaronder zij wonen en werken. De minister van Sociale Zaken en werkgelegenheid sprak onlangs uit dat de arbeidsmigratie beperkt moet worden, een opvatting die al eerder is uitgesproken door de Arbeidsinspectie. Het is natuurlijk mooi dat deze erkenning er is, maar wat is de volgende stap?

Nederland is kampioen flexwerk, mogelijk gemaakt door jarenlang bewust overheidsbeleid om het voor werkgevers heel aantrekkelijk te maken om werk zoveel mogelijk te flexibiliseren en daarmee spotgoedkoop te maken. Dat heeft geleid tot een oerwoud aan tijdelijke contracten en niet zelden tot eenvoudig en uitgehold werk. Deze enorme fixatie op werk als kostenpost heeft de toestroom van arbeidsmigranten fors laten toenemen. Zij zijn goedkoop, er is korte inleertijd nodig door het uitgeholde werk en het aantal arbeidsmigranten die lid is van een vakbond is doorgaans laag. Terecht dat de opvatting is dat het aantal arbeidsmigranten omlaag moet. Echter, de huidige krapte op de arbeidsmarkt, die natuurlijk niet uit de lucht is komen vallen, wordt weer van stal gehaald om te pleiten voor de inhuur van…. arbeidsmigranten. Tsja, daar zijn we weer.

In de bouw horen we hetzelfde verhaal: er is een tekort aan personeel, dus moeten er meer arbeidsmigranten komen. De vraag is of het anders kan. Nu we zien dat de bouw fors verandert door de komst van de huizenfabrieken moet het eens anders. Bij het inrichten van een huizenfabriek zijn er keuzes te maken als het gaat om hoe het werk wordt georganiseerd.

Organisatie inrichting is een keuze

De vraag is welke keuzes bouwwerkgevers maken bij de inrichting van de huizenfabrieken. Vallen zij terug op het uitgangspunt dat werk zo goedkoop mogelijk moet zijn? En knippen zij werk in de huizenfabriek op in een reeks van eenvoudige deelhandelingen? Met als resultaat dat werk veelal geestdodend en routinematig is en waarbij de toegevoegde waarde van werknemers heel gering is. Of wordt er gekozen voor vakmanschap waarbij goed werk een bijdrage levert aan de kwaliteit van het product?

Dit laatste doet een beroep op een andere organisatie inrichting met ruimte voor leren en ontwikkelen, vakmanschap en op een andere stijl van leidinggeven. Hierbij staat de kwaliteit van werk en het product voorop. Werk met leer-  en ontwikkelingsmogelijkheden, waarbij een beroep wordt gedaan op uiteenlopende vaardigheden en waarbij de werknemer ruim voldoende beslismogelijkheden heeft. De allround vakman is daarvan een voorbeeld. Hierbij het niet alleen gaat om verschillende vakinhoudelijke vaardigheden, maar ook om sociale en digitale vaardigheden. Het werk wordt daardoor interessanter en aantrekkelijk. Het maakt werknemers duurzaam inzetbaar, zodat zij waardevol zijn en blijven op de arbeidsmarkt. Maar ook voor werkgevers is dit aantrekkelijk. Medewerkers zijn zo op meer plekken inzetbaar dan op één specifieke functie en hun betrokkenheid bij de organisatie vergroot. Wij denken dat door het werk interessant te maken, het voor werknemers aantrekkelijk is om in de bouw te gaan en te blijven werken.


het sneeuwt

Het sneeuwt! Moet ik reizen naar mijn werk?

Het is weer winter en daar hoort soms een pak sneeuw bij. Dit kan zorgen voor onveilige situaties op de weg. Maar wat moet je doen als je door slecht weer (zoals wanneer het sneeuwt, door ijzel of hagel) moeilijk met de auto of het openbaar vervoer naar je werk kunt reizen? Dit is afhankelijk van de omstandigheden en het soort werk dat je doet. Ga in ieder geval in gesprek met je werkgever. 

Je kijkt op social media en ziet dat een van je vrienden een foto heeft gepost van verse sneeuw. Vervolgens kijk je naar buiten en zie je inderdaad een dikke laag sneeuw liggen. Je moet straks naar je werk en vraagt jezelf af of je naar je werk moet reizen.

Het korte antwoord is ‘ja’. Als werknemer moet je altijd proberen om naar je werk te gaan. Dit is jouw eigen verantwoordelijkheid. Als het echt niet lukt vanwege overmacht, zoals een weeralarm, dan kan je met je leidinggevende bespreken of er een mogelijkheid is om thuis te werken. Als je geen belangrijke afspraken hebt die dag of als je je afspraken kunt verzetten, is het gebruikelijk dat je werkgever je thuis laat werken. Sinds de coronacrisis is dit natuurlijk al een stuk makkelijker.

Ik kan niet thuiswerken

Thuiswerken is helaas niet voor iedereen een oplossing. Er zijn beroepen die niet vanuit huis uitgevoerd kunnen worden. Dit kan gaan om docenten, zorgpersoneel of pakketbezorgers. Deze mensen zullen waarschijnlijk wel gewoon naar hun werk moeten reizen. Uit rechtspraak volgt dat normale bedrijfsrisico’s voor rekening van de werkgever komen. Ga vooral dus in gesprek met je werkgever over de mogelijkheden.

Vakantiedagen

Indien je thuis kan werken, ben je aan het werk en mag dit jou geen verlofdag kosten. Ook als jouw werkgever zegt dat je thuis mag blijven, dan kost dit je in principe geen vakantiedag. Als je zelf besluit niet naar het werk te reizen, dan kost dit je meestal wel een vakantiedag. Het is namelijk je eigen verantwoordelijkheid om op het werk te komen. In je cao, personeelsreglement of arbeidsovereenkomst kunnen hier afspraken over zijn gemaakt.

Code Rood

Je werkgever moet in ieder geval maatregelen nemen als het KNMI of de Rijksoverheid afraden om de weg op te gaan of de trein te pakken. Het bedrijf kan eerder sluiten of jij en je collega’s kunnen verzocht worden om thuis te blijven. Dan hoef je in principe geen verlofdagen op te nemen. Ook kan je afspraken maken met je werkgever over het inhalen van het werk op een ander moment.

Onwerkbaar weer

In de bouw komt het regelmatig voor dat het werk bij slechte weersomstandigheden stil komt te liggen. In de cao Onwerkbaar weer Bouw & Infra zijn hierover afspraken gemaakt. Hier staat bijvoorbeeld in dat werknemers bij een gevoelstemperatuur van  -6°C of lager het werk mogen neerleggen. Werknemers hebben dan gewoon recht op loondoorbetaling. Ook kunnen werknemers recht hebben op een WW-uitkering bij onwerkbaar weer. Hiervoor gelden strenge vereisten.


Fiscale oudedagsreserve

Fiscale oudedagsreserve stopt per 1 januari 2023

De opbouw van de fiscale oudedagsreserve (FOR) voor ondernemers voor de inkomstenbelasting is per 1 januari 2023 gestopt. Je kunt de FOR niet verder opbouwen. Als je al een FOR hebt opgebouwd, kun je die op basis van de oude regels afwikkelen.

De fiscale oudedagsreserve (FOR) geldt voor ondernemers voor de inkomstenbelasting. Dit zijn zzp’ers/ondernemers in een eenmanszaak, vof, maatschap, en cv. Belangrijk om te weten: de FOR wordt vaak gezien als pensioen, maar het is geen pensioenvoorziening.

Het verschil is dat je met je een pensioenvoorziening geld opzij zet voor je oude dag. De FOR heet wel ‘oudedagsreserve’, maar het is uitstel van belasting op een deel van de winst van je bedrijf. Je kunt dit onbelaste deel van de winst apart zetten op een geblokkeerde bankspaarrekening of een lijfrente kopen. Het is niet verplicht om hier gebruik van te maken. In de praktijk gebruiken veel ondernemers het geld in hun onderneming. Dat kan sinds dit jaar niet meer.

In het kader van je pensioenopbouw heb je nu een aantal keuzes in wat je met je opgebouwde FOR kunt doen. Je huidige reservering blijft staan en wordt bevroren. In dit artikel van de KVK kun je al je opties omtrent de FOR bekijken.

Denk na over je pensioen

Ben jij al begonnen met pensioen opbouwen? De Pensioen-schijf-van-vijf van het Nibud helpt je om je AOW te berekenen, om te kijken of dat voldoende is om je levensstijl na je pensionering te kunnen voortzetten. Hoe eerder je begint, hoe gemakkelijker het is om een pensioen bij elkaar te sparen waar je later goed van kunt rondkomen (of zelfs eerder van met pensioen kunt gaan).

Meer weten?

Stuur gerust een mailtje naar uta@fnv.nl. Wil je weten wat je tot nu hebt opgebouwd aan pensioen? Ga dan naar mijnpensioenoverzicht.nl

 


2023: Nieuw jaar, nieuwe regels

2023 | Nieuw jaar, nieuwe regels

2023, een nieuw jaar met nu al veel veranderingen. Wij houden je graag op de hoogte van wat er tot nu toe allemaal is veranderd. Je zal het misschien nog niet door hebben gehad maar zowel op cao-niveau als op landelijk niveau zijn per 1 januari al veranderingen opgetreden. Hieronder geven wij je een kort overzicht met een aantal belangrijke veranderingen:

Loonsverhoging

Alle werknemers die vallen onder de cao Bouw en Infra krijgen per 1 januari 2023 een loonsverhoging van 2,5 procent. Op 1 juli 2023 zal er een tweede loonsverhoging zijn van wederom 2,5 procent. Dit is de hoogste loonsverhoging ooit in deze cao. De reden van deze hoge loonsverhoging is met name omdat wij als vakbond het noodzakelijk vonden om werknemers zekerheid te bieden.   

Reiskostenvergoeding

Voor reiskosten geldt er een maximum vergoeding wat een werkgever onbelast kan uitkeren. Dit maximum was 19 eurocent per kilometer. Dit is per 2023 verhoogd naar 21 cent per kilometer. Volgens de cao heb je recht op een reiskostenvergoeding van 32 cent bruto. Daarvan mocht vorig jaar dus 19 cent netto worden vergoed, nu is die netto vergoeding 21 cent. Voor jou betekent dit dus dat je direct recht hebt op de verhoging. Je moet de reiskostenverhoging op je loonstrook kunnen terugzien. Ben je lid en twijfel je eraan of het goed is doorgevoerd, dan kan je ons ook vragen even met je mee te kijken.

Minimumloon

Het minimumloon is iets wat jaarlijks stijgt. Dit jaar zal het minimumloon éxtra stijgen vanwege de inflatie. Werknemers hebben dit jaar recht op een brutoloon van minimaal €1.934,40 per maand. Dat is €12,40 euro per uur bij een 36-urige werkweek.  

Thuiswerkvergoeding

De corona pandemie heeft het thuiswerken erg aantrekkelijk gemaakt. Op veel plekken waar voorheen gezegd werd dat thuiswerken niet mogelijk was, is het tegendeel bewezen. Sinds 2022 is het mogelijk om een belasting vrije vergoeding te geven aan werknemers voor de kosten die gemaakt worden bij het thuiswerken. De hoogte van de vergoeding was €2,- per dag. Dit bedrag is per 2023 verhoogd naar €2,15 per dag. Het is mogelijk om een vaste vergoeding af te spreken met je werkgever op basis van jouw verwachte thuiswerkdagen. Op deze manier hoef je niet per dag bij te houden of je op kantoor of thuis je werkzaamheden verricht.  

Kinderopvangtoeslag

Na veel commotie heeft het kabinet besloten om de kinderopvangtoeslag meer te gaan verhogen dan eigenlijk op de agenda stond. De kinderopvangtoeslag zou per 2023 wel omhoog gaan, maar de verhoging die eerst op de agenda stond was gebaseerd op oude cijfers. De kinderopvangtoeslag zou 5,6 procent omhoog gaan. Door de sterk stijgende kosten heeft het kabinet net voor de jaarwisseling besloten om het percentage te verhogen naar 6,6 procent. Dat betekent dat de vergoeding voor een kinderdagverblijf nu €9,06 per uur is. Voor buitenschoolse opvang is dat €7,79 per uur. Wanneer de extra verhoging precies dit jaar wordt uitgekeerd is onduidelijk.  


Column Hans Crombeen | Trekhaak

Hans Crombeen
Hans Crombeen

"Lang geleden zijn de toen bestaande cao’s voor de Bouwnijverheid en voor UTA medewerkers samengevoegd tot één cao. Met als doel om in de jaren erna de arbeidsvoorwaarden te harmoniseren. Maar werkgevers en vakbonden hebben de jaren daarna hele andere plannen gehad met die harmonisatie. Dat zorgde ervoor dat de bestaande verschillen niet werden opgelost. Ook zorgde de samenvoeging ervoor dat er minder specifiek aandacht was voor de arbeidsvoorwaarden in het UTA deel.

We hebben heel veel voorstellen gedaan om daar verandering in aan te brengen. Werkgevers hebben dat steeds afgedaan als niet relevant. Zij gaan er immers vanuit dat door het ontbreken van afspraken in de cao de werkgevers in de praktijk al heel veel afgesproken hebben met hun werknemers. Een cao afspraak op hetzelfde gebied zou dan ervoor zorgen dat de mensen twee keer compensatie zouden krijgen voor hetzelfde. Ja, er zal best veel worden overgewerkt, zeggen de werkgevers. Maar daar ontvangen de werknemers dan ook een hoger loon voor. Of een dertiende maand. Of een grotere lease auto dan de standaard. Of zelfs een extra in de vorm van een trekhaak achter die auto. En reistijdvergoeding? Of een zwaarwerkregeling? Of….? Allemaal niet nodig, werknemers krijgen al allerlei extra’s, aldus de werkgevers.

In 2021 hebben we behoorlijk wat uitvragen gedaan bij onze achterban rondom de cao onderhandelingen. Volgend op eerdere onderzoeken die we onder onze leden hebben gedaan. Zelfs het EIB heeft onderzoek verricht naar de arbeidsvoorwaarden. Maar geen enkel onderzoek werd ‘geloofd’. Daarom hebben we in de laatste cao afgesproken om SAMEN een onafhankelijk onderzoek te doen. Met de voorbereiding daarvoor zijn we nu druk. In het eerste kwartaal van 2023 gaat dit live. Iedereen die als UTA medewerker in de sector werkt (en werkgevers) mogen hem invullen. Help je ons straks door hem in te vullen? Voor de cao onderhandelingen van 2024 zal het van groot belang zijn dat dat gebeurt."


winterblues

Heb ik de winterblues of een winterdepressie?

Omdat het minder lang licht is en het daglicht ook zwakker is dan in een ander seizoen, kun je je deze winter somber en neerslachtig voelen. Veel mensen hebben last van een winterdip of de zogenoemde ‘winterblues’. Daarnaast krijgen 3 op de 100 mensen in Nederland dit seizoen te maken met een winterdepressie. En die is nét even erger.

Op het eerste gezicht lijken een winterdip en een winterdepressie op elkaar. Ze komen beide veel vaker voor als de dagen korter worden, zijn allebei hartstikke vervelend, en hebben beide een negatieve invloed op de gemoedstoestand. Maar vergis je niet, het zijn toch twee totaal verschillende dingen. En de een heeft meer aandacht nodig dan de ander. Dit zijn de belangrijkste kenmerken:

Winterdip:

  • Een neveneffect van je lichaam, omdat het zich moet aanpassen op de donkere dagen dit seizoen,
  • Je bent prikkelbaar,
  • Gaat na een week of twee weer over, wanneer je lichaam helemaal is aangepast aan het nieuwe ritme dit seizoen,
  • Heeft geen behandeling nodig.

Winterdepressie:

  • Is een psychische aandoening,
  • Gaat meestal niet over zonder behandeling,
  • Duurt het hele herfst- en winterseizoen,
  • Heeft ergere symptomen; je kunt niet meer functioneren, je bent extreem prikkelbaar, en je hebt helemaal nergens meer zin in,
  • Zorgt voor een permanente negatieve stemming.

Praat erover

Dit is misschien wel de belangrijkste tip die we je kunnen geven. Lucht je hart, het kan wonderen doen. Blijf er niet zelf mee zitten, maar praat over de winterblues of -depressie met je partner, vriend, of collega. Misschien ervaren zij wel hetzelfde en ben je niet de enige die het op het moment wat moeilijker heeft. En blijf je je neerslachtig en somber voelen, aarzel dan vooral niet en bespreek de klachten met je huisarts.

Als je door de depressie (bang bent dat je binnenkort) niet in staat bent om je werk uit te kunnen voeren, kun je contact opnemen met de bedrijfsarts. Dit contact is vertrouwelijk. De bedrijfsarts kan je persoonlijk advies geven met betrekking tot jouw situatie.

Lees hier alles over de kenmerken van een winterdepressie en wat je er tegen kunt doen. 

 

Tips tegen de winterblues

Is het geen winterdepressie maar kun je wel een opkikker gebruiken deze winter? Nu de kans op sneeuw en daarmee sneeuwpret alsmaar afneemt, kun je hier nog wat tips vinden om de winterdip van je af te schudden, of nog beter; het te voorkomen!

  1. Neem tijd voor jezelf
    Door de winterdip kun je je sneller futloos en vermoeid voelen. Negeer deze signalen vooral niet, en gun jezelf wat tijd om je energie weer aan te vullen. Wat geeft jou energie? Zoek een rustige activiteit die je mentale gesteldheid een boost geeft. Bijvoorbeeld een warm bad, een massage, of gewoon lekker op de bank zitten met een film of boek en kop warme chocolademelk.
  2. Ga op tijd naar bed
    In deze periode is het belangrijk om je slaapritme goed in de gaten te houden. Als je van jezelf al weet dat je gevoelig bent voor de winterdip, zorg dan dat je voor 11 uur ’s avonds in je bed ligt, en ook op een regelmatig tijdstip weer opstaat. Het is soms een uitdaging, maar acht uur slaap per dag is altijd belangrijk, dus ook nu.
  3. De deur uit
    Bah, guur, koud, nat.. Toch is het goed om naar buiten te gaan en je dagelijkse portie daglicht te krijgen. In deze tijd van het jaar gaan veel mensen in het donker richting hun werk, en komen ook pas weer thuis als het donker is. Probeer overdag een rondje te lopen buiten en een frisse neus te halen.
  4. Beweeg
    Eerder plaatsen we een artikel over dat we teveel zitten en dat daar gezondheidsrisico’s aanzitten. Te weinig bewegen kan er ook voor zorgen dat je een winterdip krijgt. Van een half uurtje bewegen per dag krijg je al een aardige dosis endorfine en serotonine; twee stofjes die ervoor zorgen dat je je beter in je vel voelt.
  5. Haal groen in huis
    Onderschat de kamerplant vooral niet. Al die kale bomen buiten kunnen onbewust je humeur beïnvloeden. Mensen reageren van nature goed op de natuur. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt bovendien dat planten in huis je stressniveau naar beneden brengen. Sterker nog, zelfs een plaatje van een plant heeft al effect.
  6. Mooie vooruitzichten
    Er is echt geen beter moment om je zomerplannen te maken. Door alle voorpret en te dagdromen over de zomer, komt de lente een stuk sneller dichterbij.

Wet kwaliteitsborging

Bereid je voor op de Wet Kwaliteitsborging

Laatste update: 3 april 2023.

Op 14 maart 2023 heeft de Eerste Kamer besloten dat de nieuwe Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen per 1 januari 2024 definitief in werking treden. Doordat de wet een aantal keer is uitgesteld zal het dus nog even duren voor je er mee te maken krijgt. Toch is het belangrijk om je voor te bereiden op de nieuwe wet.

De Wkb wordt ingevoerd met als doel verbetering van de bouwkwaliteit en het bouwtoezicht. Het is hierbij ook de bedoeling dat de positie van de consument wordt verbeterd. De Wkb zal per 1 januari 2024 in fases worden ingevoerd. De wet zal eerst van toepassing zijn op bouwprojecten die vallen in de categorie van gevolgklasse 1, dit zijn de laag risico gebouwen. Op een later moment zal worden gekeken of en wanneer de wet voor complexere gebouwen gaat gelden.

Meer verantwoordelijkheid voor de aannemer

De Wkb zal een aantal belangrijke dingen veranderen bij de bouw. De aannemer is bij het aangaan of het uitvoeren van de overeenkomst verplicht de opdrachtgever te waarschuwen voor onjuistheden in de opdracht voor zover hij deze kende of redelijkerwijs behoorde te kennen. Naast de waarschuwingsplicht zal de aannemer ook verplicht een opleverdossier moeten opbouwen. Dit opleverdossier moet tekeningen, berekeningen, en onderhoudsvoorschriften bevatten.

De Wkb roept ook een nieuw figuur in het leven: de private kwaliteitsborger. Voorheen had de gemeente een grote rol bij de bouw. De rol van de gemeente wordt bij de nieuwe Wkb overgenomen door de kwaliteitsborger. De taak van deze onafhankelijke kwaliteitsborger is om te kijken of het bouwplan aan alle regels voldoet. Het huidige stelsel is zo ingericht dat de goedkeuring voor een bouwplan vooraf geschiedt. Straks moet de aannemer niet alleen vooraf, maar ook tijdens de bouw aantonen dat het bouwwerk aan alle eisen voldoet. Hierdoor neemt de verantwoordelijkheid en risicoaansprakelijkheid van de aannemer toe.

Proefprojecten

Het is straks dus belangrijk dat je tijdens de bouw dingen vastlegt en deze dingen ook op tijd vastlegt. Omdat het een nieuwe manier van werken is, is het belangrijk dat iedereen de tijd neemt om hiermee te oefenen. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft in samenwerking met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) proefprojecten opgezet. Iedereen die wil bouwen onder gevolgklasse 1, kan zich aanmelden. Bij proefprojecten worden alle partijen betrokken alsof de Wkb al in werking is getreden. Dit is dé ideale mogelijkheid om alvast te gaan oefenen met de nieuwe regels die per 1 januari ingaan. Wil je een proefproject starten, dan is het belangrijk om tijdig dit met de gemeente te bespreken, het liefst voor het indienen van de aanvraag voor een omgevingsvergunning. Wanneer de gemeente de aanvraag goedkeurt, start het proefproject en zal de gemeente dit ook melden aan de VNG.
Om alvast te kunnen oefenen met de nieuw Wkb hoef je natuurlijk geen proefproject te starten, dit kun je ook zelf. Als je nu al begint met het vastleggen van je projecten volgens de nieuwe Wkb-norm, dan ben je gewend aan deze manier van werken wanneer de wet echt ingaat!


Continu verbeteren

Kan continu verbeteren werkdruk voorkomen?

In Nederland groeit het percentage ziekteverzuim door psychische aandoeningen, zoals een burn-out en overspanning. Tijdens de Volandis Deskundigendag vertelde Mirjam Bouten van iValue Improvement over haar onderzoek naar werkdruk, en hoe continu verbeteren hier invloed op kan hebben.

Continu verbeteren geeft medewerkers de tools die ze nodig hebben om problemen op te lossen waar ze in hun werk tegenaan lopen. Denk bijvoorbeeld aan de implementatie van oplossingen als zelfsturing, de verdeling van werk, en een geordende werkplek. Het doel van het onderzoek van Mirjam Bouten, uitgevoerd voor Hogeschool Avans, was om te onderzoeken of er een relatie is tussen implementatie van verschillende continu verbeter-tools, en werkdruk.

Burn-out

Om een burn-out te voorkomen is de beste oplossing het delen van werk, zo blijkt uit het onderzoek. Door de werkzaamheden en daarmee ook de verantwoordelijkheid te verdelen over meer dan één persoon, worden mensen ontlast. Het lijkt een open deur, maar nog niet eerder is deze conclusie door middel van wetenschappelijk onderzoek bewezen.

Verrassender is het resultaat waaruit blijkt dat het maken van veel overuren maar weinig invloed heeft op de werkstress die medewerkers ervaren. Echter, het maken van overuren heeft wel degelijk te maken met het krijgen van een burn-out.

Positieve invloed

Het antwoord op de vraag ‘Kan continu verbeteren werkdruk voorkomen?’ is: ja. Volgens de voorlopige resultaten van het onderzoek van Mirjam Bouten valt het grote goed te halen bij het onderdeel ‘respect voor de mens’. Opleiding en begeleiding hebben een enorm positieve invloed op de mentale gesteldheid van medewerkers. Uit de gegevens blijkt dat in vrijwel iedere sector minder werkdruk wordt ervaren, wanneer er voldoende begeleiding mogelijk is tijdens de werkzaamheden. Ook zelfsturing heeft een positief effect.

Andere continu verbeter-elementen waarvan blijkt dat ze werkdruk verminderen zijn:

  • Duidelijke visuele en haalbare doelen,
  • De mogelijkheid om mee te denken.

Er zijn ook verbeter-methodieken die volgens het onderzoek geen of nauwelijks aantoonbare correlatie hebben met werkdruk. Zo heeft de overlegfrequentie niets te maken met de hoeveelheid werkdruk die iemand vaart. Ook heeft een geordende werkplek (dus geen visuele stress) geen invloed op de hoeveel werkdruk die iemand ervaart.

Het onderzoek loopt nog, om definitieve conclusies te kunnen trekken. Er wordt al gekeken naar een vervolgonderzoek, waarin mogelijk branches met elkaar worden vergeleken.