Dag van de Arbeid

1 mei: Dag van de Arbeid

Ieder jaar staat 1 mei wereldwijd in het teken van de Dag van de Arbeid. In Nederland is het (nog) geen vrije dag. Dat zou wel moeten!

Op 1 mei in 1890 gaan zowel in Europa als in de Verenigde Staten mensen massaal de straat op voor de achturige werkdag, betere arbeidsvoorwaarden, en het behoud van vrede.

Feestdag

In veel Europese landen is 1 mei een officiële, doorbetaalde feestdag. In Nederland is dat (nog) niet het geval. Dat komt deels omdat vroeger Koninginnedag op 30 april viel, en wij voornamelijk op kerkelijke feestdagen, zoals Pasen en kerst, vrij zijn. Een andere reden is dat de confrontaties tussen vakbonden en de overheid in ons land een stuk minder heftig waren dan in bijvoorbeeld Frankrijk of Spanje. Ons poldermodel heeft de scherpe randjes van de protesten gehaald, waardoor de Dag van de Arbeid in de loop der jaren eigenlijk meer naar de achtergrond is verdwenen.

Vieren én herdenken

In Nederland zou de Dag van de Arbeid ook een vrije dag moeten zijn. Niet alleen om de werknemers te vieren, maar ook om te herdenken, en onze internationale solidariteit te tonen. Zolang dat niet nationaal is geregeld, proberen vakbonden daar in de cao’s afspraken over te maken. Zo is bijvoorbeeld in de cao Schoonmaak wel afgesproken dat de werknemers vrij zijn op 1 mei.

De FNV heeft de organisatie voor de Dag van de Arbeid op zich genomen. Ook dit jaar wordt 1 mei groots gevierd in Amsterdam. Kom je ook? Klik hier voor meer informatie.


Enquête: Hoe denk jij over pensioenpremie?

In de onderhandelingen voor een nieuwe cao Bouw & Infra stellen de werkgevers een voorwaarde voor het maken van afspraken. Die voorwaarde is dat werkgevers zekerheid willen over de pensioenpremie voor 2022 en 2023: namelijk dat die niet verder mag stijgen. Wat onze houding moet zijn over deze voorwaarde leggen we aan jou voor.

Verdeling van pensioenpremie tussen werkgever en werknemer

De totale pensioenpremie bestaat uit een werkgeversdeel en een werknemersdeel. Als werknemer betaal je iets meer dan een derde van de totale premie. In 2019 was de totale premie 20,2%. In 2020 22,2%. En in 2021 steeg deze premie verder naar 25%. Dit was nodig om verschillende redenen, maar de lage rente was een belangrijke reden.

Wat stellen werkgevers nu precies voor?

De premie is nu 25% in totaal. Dat willen werkgevers ook in 2022 en 2023 zo houden. Dat betekent dat als de premie verder omhoog moet, bij een gelijkblijvende premie van 25%, de pensioenopbouw lager wordt. Je gaat dan dus minder pensioen opbouwen. Het pensioen dat je al op hebt gebouwd verandert niet! Een lagere pensioenopbouw heeft daardoor voor jonge mensen grotere gevolgen dan voor oudere mensen. Die hebben hun opbouw voor een belangrijk deel vaak al binnen.

Wat vind jij ervan?

We vragen je om de enquête te vullen. Het zijn maar een paar korte vragen die een paar minuten van je tijd kosten. We willen graag van onze leden weten welke houding we moeten aannemen over dit onderwerp.

Wil je meer informatie over je pensioen? Wij hebben alles over het pensioen van de UTA’er op een rijtje gezet. Download het ‘UTA pensioen e-book’ hier.