2024

Bouwsector 2024 | Dit verandert er

Nieuw jaar, nieuwe regels. Zowel op cao-niveau als landelijk treden er veranderingen op. Denk aan de loonstijging, en aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet.

Hieronder vind je een overzicht met een aantal belangrijke verschillen in 2024, ten opzichte van vorig jaar.

Cao Bouw&Infra

Op 1 januari 2024 is de nieuwe cao Bouw&Infra ingegaan. Dat betekent dat de lonen per die datum met 3,5 procent en vijftig euro per maand stijgen. In juli komt dezelfde verhoging nog een keer. In totaal komt dit neer op zo’n 10 procent loonstijging.

Andere belangrijke veranderingen binnen de cao zijn dat de uitvoerder vanaf nu ook aanmerking komt voor de zwaarwerkregeling, en dat er weer een onderzoek naar de arbeidsvoorwaarden voor UTA-medewerkers.

Je leest hier alles over de nieuwe cao Bouw&Infra.

Minimumloon

Per 1 januari gaat in heel het land het minimumuurloon in. De wettelijk voorgeschreven minimum dag-, week-, en maandlonen verdwijnen. Hierdoor verdienen werknemers met een minimumloon altijd hetzelfde uurloon.

Wetten

Afgelopen jaar werd er ingestemd met de Omgevingswet op 1 januari 2024, maar deze instemming werd vrij vlot weer ingetrokken. Ondanks aanhoudende weerstand is de Omgevingswet, die alle regels rondom de leefomgeving moet versimpelen, dit jaar van start gegaan.

Bij de invoering van deze nieuwe Omgevingswet is ook het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) afgelopen januari in werking getreden. Dat is de opvolger van het Bouwbesluit 2012.

De Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) gaat stapsgewijs in.

STAP wordt SLIM

De scholingssubsidie STAP stopt in 2024. Van het bedrag dat hierdoor vrijkomt (147 miljoen euro) gaat 73,5 miljoen euro naar de scholingssubsidie SLIM in de periode 2024-2027.

Werkkostenregeling

De eerste schijf van de vrije ruimte van de werkkostenregeling wordt verlaagd van 3 procent in 2023, naar 1,92 procent in 2024.

Verwachting 2024

Volgens de ING is de bouwsector in 2023 met 3 procent gegroeid, maar zal er sprake zijn van een krimp in 2024. Deze krimp wordt geschat op -2,5 procent.

De ING ziet dat de meeste bouwbedrijven er na jaren van grote groei er nog steeds goed voor staan. Door de buffers verwacht de bank dat de bouwsector de volumekrimp goed moet kunnen doorstaan. Daarbij is de verwachting dat aannemers hun prijzen verhogen.

Ook de nieuwbouw profiteert. Nieuwbouwprojecten die eerst niet konden worden uitgevoerd vanwege te hoge kosten, kunnen in 2024 vaker wel tot stand komen. Dat komt goed uit, want de interesse in nieuwbouw neemt ook weer toe. Dat is te zien in de verkoopcijfers van nieuwbouw.


Cadeautip

Cadeautip: het FNV-lidmaatschap voor je kind

Ben je zelf lid van FNV? Dan ben je bekend met de voordelen van het lidmaatschap. Je kunt nu je kind een FNV-lidmaatschap cadeau doen zodat ook zij van de voordelen gebruik kunnen maken. Een lidmaatschap geef je al vanaf €2,08 per maand!

Cadeautip

Hoe doe je dat dan, zo'n lidmaatschap geven aan je kind? Het is heel gemakkelijk:

Stap 1: Je vult hier het formulier in en meld je kind aan,

Stap 2: Jouw kind ontvangt een e-mail en accepteert het lidmaatschap,

Stap 3: De betaling van het lidmaatschap van je kind wordt automatisch van jou rekening afgeschreven. De voorwaarde hiervan is dat je gebruik maakt van automatische incasso's bij je eigen lidmaatschap. Doe je niet (nog) niet, wijzig dan je betaalmethode via MijnFNV.

Wat kost het?

Wanneer je kind jonger is dat 23 jaar, en/of voltijd student is betaal je slechts €25,- euro voor een jaar lang lidmaatschap bij FNV. Dat komt neer op €2,08 per maand. Je kunt hier alle contributietarieven terugvinden.

Young & United

Je kind zal komen te vallen onder Young & United, de jongeren-tak van de FNV. Je leest meer over Y&U op hun website. Het is een beweging van jonge mensen binnen de grootste vakbond van Nederland. Samen met de jonge leden laten zij de stem van deze generatie horen bij werkgevers en politici. Zo regelen we betere arbeidsvoorwaarden én een betere toekomst.

Samen staan we sterk!


Back to school: jouw gids voor een geslaagd schooljaar

Het nieuwe collegejaar is net begonnen en als student in de bouw ben je alweer vol energie en enthousiasme aan de slag gegaan. Of je nu net begint aan je studie of al wat ervaring hebt, hier zijn enkele handige tips en trucs om het meeste uit dit academische jaar te halen.

Fijne vakantie gehad? Check. Klaar om weer vol energie en enthousiasme aan de slag te gaan? Dubbelcheck. Laten we beginnen met het bouwen aan een geweldig schooljaar.

Een sterke start: organiseer jezelf

Begin het jaar goed door je studiemateriaal, roosters en deadlines op orde te hebben. Gebruik een planner of digitale tools om je lessen, projecten en belangrijke datums bij te houden. Zo kan je bijvoorbeeld gebruik maken van de google agenda. De Google Agenda is een online agenda-applicatie. Hiermee kun je je afspraken, evenementen en taken beheren, synchroniseren en delen met anderen. Door georganiseerd te zijn, verminder je stress en verbeter je je studieresultaten.

Wees nieuwsgierig en stel vragen

Stel vragen tijdens je colleges en zoek naar verdieping. De bouwwereld evolueert voortdurend, dus blijf nieuwsgierig naar nieuwe technologieën, materialen en methoden. Wist je bijvoorbeeld dat aan de University of Cambridge architecten in samenwerking met microbiologen een nieuw soort bouwmateriaal hebben ontwikkeld. Dit nieuwe materiaal bevat cyanobacteriën. Meer hierover kun je hier lezen. Interactie met je docenten en medestudenten kan leiden tot interessante discussies en een dieper begrip van de materie.

Bouw je netwerk op

De bouwsector draait om samenwerking en netwerken. Ontmoet je medestudenten, docenten en professionals. Neem deel aan studiegroepen, workshops en netwerkevenementen om waardevolle contacten te leggen die je in de toekomst van pas kunnen komen. Naast het feit dat je hiermee je netwerk uitbreidt en deze contacten van pas kunnen komen zijn dit natuurlijk ook onwijs leuke en gezellige momenten waarin je aan het netwerken bent.

Praktische ervaring

Probeer tijdens je studie stages te lopen bij bouwbedrijven of deel te nemen aan praktische projecten. Dit geeft je een waardevolle kijk op het werkveld en helpt je om theoretische kennis in de praktijk te brengen. Dit geeft je nét dat streepje voor op je medestudenten.

Balans tussen studie en ontspanning

Hoewel toewijding aan je studie belangrijk is, is het ook essentieel om balans te vinden. Neem voldoende rust en ontspanning om te voorkomen dat je overbelast raakt. Sport, hobby's en sociale activiteiten kunnen je energie geven en je helpen om beter te presteren in je studie.

Blijf op de hoogte van de industrie

Volg het nieuws en ontwikkelingen in de bouwsector. Dit kan je helpen om op de hoogte te blijven van trends, uitdagingen en innovaties. Het maakt je meer bewust van de bredere context van je vakgebied. Meld je aan voor onze nieuwsbrief! Zo blijf je op de hoogte van het laatste nieuws.

Gastcolleges

Wist jij dat wij gastcolleges organiseren? Dit kan zeer interessant zijn voor jou en je medestudenten. Klik hier voor meer informatie!

Beide gastcolleges zijn gratis, interactief en versterken de positie van jongeren bij de start op de arbeidsmarkt. Ben jij zelf student Bouwkunde & Civiele Techniek en zou jij graag een gastcollege willen krijgen voor jezelf en je medestudenten? Stuur dan een e-mail naar uta@fnv.nl, dan gaan we het voor jullie regelen.

Met al deze tips en trucs ben je goed voorbereid om het maximale uit je komende collegejaar in de bouw te halen. Blijf gemotiveerd, wees nieuwsgierig en geniet vooral van je studententijd!


Rust is geen luxe, maar een noodzaak

In de wereld van de bouw zijn we gewend aan hard werken, strakke deadlines en veeleisende projecten. Het is een sector die trots is op zijn toewijding aan vakmanschap en hard werk, en terecht. Maar laten we eerlijk zijn: het kan soms overweldigend zijn. De druk van deadlines en het jongleren met verschillende verantwoordelijkheden kan zijn tol eisen wanneer je niet voldoende rust krijgt om te herstellen.

Het wordt vaak over het hoofd gezien, maar juist de hardste werkers zullen het hardst moeten rusten. In dit artikel bespreken we wat je zelf kunt doen om goed te herstellen, maar vooral ook wat je van je werkgever mag verwachten als het hierop aankomt.

Zoals ook iedere topsporter je kan vertellen is rust essentieel wanneer je een grote inspanning verricht. Zonder goed te rusten en herstellen zou een topsporter het niet kunnen bijbenen met de sporters die dit wel doen. Op werkgebied is dit eigenlijk niet anders. Het constant werken onder hoge druk kan zowel fysiek als mentaal uitputtend zijn. Doe dit te lang, en het kan zelfs leiden tot gezondheidsproblemen, verminderde productiviteit en een verstoord evenwicht tussen je werk en privéleven. Om dus te blijven werken op het niveau dat we willen is onze rust pakken geen luxe, maar noodzaak.

Wat kan je doen?

Gelukkig zijn er stappen die je zelf kunt nemen om je rust en herstel te bevorderen. Denk bijvoorbeeld aan het plannen van pauzes tijdens je werk, niet te lang werken zonder verlof op te nemen, niet te vaak overuren maken, en natuurlijk ook voldoende slaap en ontspanning. Het is belangrijk om te onthouden dat rust pakken geen egoïsme is, maar juist een investering in je eigen welzijn en werkprestaties.

Het kan ook zo zijn dat het plannen van pauzes bijvoorbeeld lastig gaat. Of misschien zijn er wel anderen redenen waardoor het lastig is om goed rust te pakken. Je bent niet de enige. Hoewel dit soms als best lastig ervaren kan worden werkt het goed om dit bespreekbaar te maken met je collega’s en leidinggevende/werkgever. Wat niet wordt besproken kan ook niet samen opgelost worden.

De rol van je werkgever

Het is niet alleen je eigen verantwoordelijkheid om te zorgen dat je voldoende rust krijgt. Je werkgever heeft een cruciale rol in het creëren van een ondersteunende werkomgeving. Dit vinden niet alleen wij als vakbond, maar dit staat ook in de wet. Je werkgever is namelijk verplicht beleid te hebben om de risico’s van werkdruk te beperken.

De Arbowet legt de verplichtingen van werkgevers vast met betrekking tot de gezondheid en veiligheid van werknemers. Hierin is ook aandacht voor psychosociale arbeidsbelasting, wat betrekking heeft op stress en werkdruk. De RI&E (dat staat voor risico-inventarisatie en -evaluatie) is een instrument dat werkgevers verplicht zijn te gebruiken om risico's in kaart te brengen en te evalueren. Het bevat ook maatregelen om deze risico's te verminderen. Werknemers hebben het recht om te weten welke risico's er spelen en welke maatregelen worden genomen om hen te beschermen. Dit kan een goede aanleiding zijn voor een gesprek over werkdruk.

Faciliteren van rust

De Arbowet schrijft ook voor dat werkgevers moeten kijken naar een bronaanpak van een probleem. Als jij door een te krappe planning regelmatig moet overwerken, dan beperkt dit jou mogelijkheid om goed uit te rusten. Het is dan de verantwoordelijkheid van je werkgever om te zorgen dat er sprake is van een realistische taakbelasting.

Hetzelfde geldt voor goed kunnen pauzeren tijdens werktijd, niet gestoord worden buiten werktijd of het opnemen van verlof. Merk je dat je hier regelmatig uitdagingen in hebt, dan is het wederom belangrijk om dit bespreekbaar te maken. Dit doe je niet alleen uit eigen belang, maar ook voor je collega’s en de rest van de organisatie. Wanneer iemand uitvalt vanwege werkstress, dan heeft dat namelijk invloed op de hele organisatie.

Noodzaak

Onthoud: rust en herstel zijn geen luxe, maar een noodzaak. Rust pakken gebeurt helaas niet vanzelf, en juist daarom loont het om er bewust mee bezig te zijn. Door hierover in gesprek te gaan kunnen we een sector creëren die niet alleen bekend staat om zijn vakmanschap, maar ook om zijn toewijding aan het welzijn van zijn werknemers.

Heb je vragen of wil je je ervaring delen? Stuur gerust een mail naar uta@fnv.nl .


wet verbetering zekerheid flex

Wet verbetering zekerheid flexibele arbeidskrachten: wat betekent dit voor mij?  

Flexibele werknemers (zoals mensen met een 0-urencontract) hebben recht op zekerheid over het inkomen en het rooster. Om deze reden is er een wetsvoorstel gedaan over de rechten van flexwerkers; de Wet verbetering zekerheid flexibele arbeidskrachten.

Met dit wetsvoorstel wordt verwacht dat je sneller een contract voor onbepaalde tijd zal krijgen. Op dit moment kunnen burgers, bedrijven instellingen reageren op het wetsvoorstel. De wet zal op zijn vroegst op 1 januari 2026 ingaan.

Wat gaat er veranderen?

Door de Wet verbetering zekerheid flexibele arbeidskrachten krijgen flexwerkers meer zekerheid in hun werk. Mensen met een tijdelijk contract, zullen beter beschermd worden. Het doel is om ervoor te zorgen dat als iemand langdurig werk verricht, deze persoon recht heeft op een vast contract zonder dat de werkgever bepaalde regels kan omzeilen. In dit artikel zullen wij in hoofdlijnen vertellen wat er mogelijk gaat veranderen. Meer weten? Neem contact met ons op!

Ketenregeling / tijdelijke contracten

Een werkgever moet jou een vast contract aanbieden als jij langer dan drie jaar in dienst bent of als jij al drie opeenvolgende contracten aangeboden gekregen hebt. Dit wordt ook wel de ketenregeling genoemd. In een cao kunnen afwijkende afspraken staan. Deze keten wordt doorbroken als jij een periode van zes maanden of langer niet werkzaam bent voor dezelfde werkgever.

Als het wetsvoorstel wordt goedgekeurd, gaat dit veranderen. Als de wet in werking gaat, zal namelijk het contract van iemand die in een periode van vijf jaar regelmatig wordt ingehuurd automatisch worden omgezet in een vast contract. Dit geldt ook voor uitzendkrachten.

Daarnaast kan er nu in cao’s afgeweken worden van regels over hoelang iemand tijdelijk werk mag doen voordat deze persoon een vast contract krijgt. Ook dit gaat veranderen. Een van deze regels gaat over opvolgend werkgeverschap. Opvolgend werkgeverschap betekent dat de periodes waarbij je voor verschillende bedrijven werkt in dezelfde functie bij elkaar opgeteld worden. Zo’n situatie komt bijvoorbeeld voor als je via een uitzendbureau bij een gemeente werkt, en je later in dienst gaat bij deze gemeente in dezelfde functie. Bedrijven kunnen nu in cao’s afspreken dat deze periodes niet bij elkaar worden opgeteld. Deze nieuwe wet zorgt ervoor dat dit niet meer mogelijk is. Dit voorkomt dat je bijvoorbeeld dat je na drie jaar te werken voor een bedrijf niet als uitzendkracht ingezet kan worden om de ketenregeling te omzeilen.

Oproepcontracten

Nulurencontracten worden afgeschaft. Zo weet je beter waar je aan toe bent. Je weet wat je verdient per maand en je weet wanneer je aan het werk moet. En kan je beter je werk combineren met bijvoorbeeld je studie, een andere baan, mantelzorg of thuissituatie. Er komen namelijk (vast en tijdelijke) basiscontracten met een minimumaantal uur waarvoor je ten minste wordt ingeroosterd en die stabiel betaald worden. Ook komen er meer regels voor de extra beschikbaarheid. Buiten deze beschikbaarheid is er geen verplichting om te komen werken.

Uitzonderingen voor studenten!

Voor scholieren en studenten gelden wel andere regels. Jij mag nog steeds op oproepbasis blijven werken. Hierdoor ben je flexibeler in het aantal uur dat je werkt. Toetsweek? Dan werk je wat minder. Vakantie? Even lekker cashen. Ook geldt voor jou de ketenregeling niet. Met de nieuwe wet blijft dit zo.


ZZP | Verplichte AO in 2024

ZZP | Verplichte AOV in 2024

De regering heeft samen met werknemers- en werkgeversorganisaties een pensioenakkoord gesloten. Onderdeel van dit akkoord is een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (AOV) voor ondernemers.

Naar verwachting ligt het wetsvoorstel over het pensioenakkoord in het voorjaar van 2024 klaar. Als dan de Tweede en Eerste Kamer instemmen met het voorstel wordt de wet daadwerkelijk ingevoerd.

Veel zelfstandigen onverzekerd

Een arbeidsongeschiktheidsverzekering is nu niet verplicht voor zzp’ers, en veel zelfstandigen sluiten zo’n verzekering ook niet af. 35 procent van zelfstandig ondernemers heeft geen voorziening getroffen om het financiële risico bij arbeidsongeschiktheid te verminderen, meldt het CBS op basis van onderzoek.

De meest voorkomende reden hiervoor is financieel. 46 procent van de respondenten gaf aan dat de kosten van zo’n verzekering niet opwegen tegen de baten, en 32 procent zei de kosten voor een verzekering niet te kunnen betalen. 20 procent, waarvan met name vrouwen, gaf aan in geval van arbeidsongeschiktheid terug te kunnen vallen op het inkomen van hun partner.

Wel is het zo dat zelfstandigen andere oplossingen hebben om het financiële risico bij arbeidsongeschiktheid te verminderen. Denk bijvoorbeeld aan spaargeld en beleggingen (37 procent), de waarde van de woning welke het risico afdekt (11 procent), of een schenkkring (6 procent).

Het doel van de verplichte AOV is dat ondernemers straks beschermt zijn tegen de gevolgen van arbeidsongeschiktheid. Ook de samenleving loopt daardoor minder risico en maakt minder kosten.

Hoe ziet de verplichte AOV eruit?

Het is nog niet helemaal duidelijk hoe de verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering eruit komt te zien. Het ministerie van Sociale Zaken is dit aan het uitwerken op basis van het adviesrapport ‘Keuze voor zekerheid: Zelfstandigen standaard verzekerd tegen langdurig inkomensverlies door arbeidsongeschiktheid’ van de Stichting van de Arbeid. Hierin staat onder andere dat vanwege de diversiteit in de zelfstandigenpopulatie, dat het voorstel verschillende keuzemogelijkheden heeft. Zo kan elke zelfstandige zelf bepalen welke verzekering passen is. Ook staat in het rapport dat zelfstandigen mét personeel worden uitgezonderd van de verzekeringsplicht.

Naar verwachting zijn dit enkele belangrijke hoofdlijnen van de verplichte AOV:

  • Als je arbeidsongeschikt raakt, moet je het eerste jaar zelf financieel overbruggen. Ná dat jaar ontvang je de uitkering,
  • Als je inkomstenbelasting betaald over de winst uit je onderneming, dan ben je verplicht een AOV te hebben,
  • De jaarpremie bedraagt tussen de 7,5 en 8 procent van het laatst verdiende inkomen,
  • De uitkering is 70 procent van je laatstverdiende loon, waarbij de maximale uitkering 100 procent is van het wettelijk minimumloon (wat het wettelijk minimumloon is in 2023 vind je hier),
  • De premie is fiscaal aftrekbaar.

Voorbereid zijn

Het is natuurlijk niet leuk om na te denken over arbeidsongeschikt raken, maar stel dat het jou overkomt, ben je dan voorbereid? Het is goed om na te denken over hoe jij je financiën regelt als je ooit onverhoopt arbeidsongeschikt raakt.

FNV kan je hierbij helpen. We geven advies bij geldzorgen, en onze adviseurs Sociale Voorzieningen ondersteunen je graag. Klik hier om eens een afspraak te maken, dan kijken we samen naar jouw financieel overzicht en kom je wanneer het er op aan komt niet voor verassingen te staan.

FNV Zelfstandigen is er speciaal voor zzp’ers. Op de website vind je meer informatie die voor jou als zelfstandige relevant is.


Wtva

Rechter buigt zich voor het eerst over studiekosten sinds invoering Wtva

Per 1 augustus 2022 is de Wet Transparante en Voorspelbare Arbeidsvoorwaarden (Wtva) van kracht. Het doel van deze wet is om arbeidsvoorwaarden van werknemers te verbeteren door ze duidelijker en voorspelbaarder te maken. 

De nieuwe regels hebben in de tussentijd gezorgd voor veel onduidelijkheden. Op 10 januari 2023 heeft de Rechtbank Utrecht zich voor het eerst uitgesproken over een kwestie rondom de Wtva.

Wat is er veranderd?

Voor we het hebben over de uitspraak van de Rechtbank Utrecht gaan we een paar stappen terug.

Met de inwerkingtreding van de Wtva moeten werkgevers verplichte scholing kosteloos aanbieden. Het gaat om scholing die verplicht moet worden aangeboden op grond van de wet of cao. Je mag geen afwijkende afspraken maken; die zijn nietig. In de praktijk blijkt dat het vooral onduidelijk is wat er onder ‘verplichte scholing’ moet worden verstaan.

Onze wet kende voor de invoering van de Wtva al een algemene scholingsplicht, geregeld in artikel 7:611a lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, die als zo’n wettelijke verplichting moet worden gezien. Dat wil zeggen dat een werkgever scholing moet aanbieden die noodzakelijk is voor de uitoefening van de functie van de werknemer. De kosten van de scholing rusten dan op de werkgever. Een studieovereenkomst of -beding met andere afspraken is dus niet geldig.

Uitspraak Rechtbank Utrecht

Op 4 november 2022 is tussen een werkgever en een werknemer een studieovereenkomst tot stand gekomen. In de studieovereenkomst staat een terugbetalingsregeling vermeld waarvan de werknemer bij uitdiensttreding de lening aan werkgever moet terugbetalen. De lening wordt na drie jaar kwijtgescholden na het afronden van het theoretische gedeelte van de opleiding. De werknemer is van mening dat de studieovereenkomst die hij was aangegaan met zijn werkgever nietig was op grond van de Wtva. Hij stelde dat hier sprake was van ‘een noodzakelijke opleiding’. Volgens hem zou zijn werkgever hem hebben aangenomen met de bedoeling om hem (in de toekomst) als registeraccountant werkzaamheden te laten verrichten. Voor die functie was de opleiding noodzakelijk. De werknemer zou als registeraccountant onder meer zijn handtekening zou kunnen zetten onder jaarstukken.

Volgens de werkgever klopte dit niet. De werkgever stelde dat ten eerste de werknemer niet met die bedoeling was aangenomen. Ten tweede, voegde de werkgever toe, zelfs al was de werknemer met die bedoeling aangenomen, dan was de opleiding vooralsnog niet noodzakelijk geweest. De opleiding zou dus niet noodzakelijk zijn voor het werk van de werknemer waarvoor hij is aangenomen en evenmin vereist om de functie van registeraccountant te verrichten. Daarbij komt bij dat de werknemer op eigen verzoek de opleiding is gaan volgen, aldus de werkgever.

De kantonrechter oordeelde dat uit niets bleek dat de werknemer was aangenomen met het doel om registeraccountant te worden en dat de opleiding waarvoor de studieovereenkomst is aangegaan noodzakelijk zou zijn voor die beoogde functie of de huidige functie van werknemer. De rechtbank oordeelde dat hier geen sprake was van een ‘noodzakelijke opleiding’ en werknemer de studiekosten aan werkgever moet terugbetalen.

Wat staat er in de cao?

Onder het kopje 'Scholing voor behoud van vakmanschap', op bladzijde 59 van de cao Bouw & Infra, staat dat de werkgever een opleidings- en scholingsbeleid ontwikkelt, en dit uitvoert. Ieder kalenderjaar stelt hij een scholingsplan vast. Bij het opstellen van dit plan houdt de werkgever rekening met de wensen van de werknemers, en die worden drie maanden voor het invoeren van het plan over de inhoud geïnformeerd. Andere verplichtingen van de werkgever:

  • De werkgever stelt de werknemer in staat functiegerichte scholing te volgen. Komt de functie van de werknemer te vervallen? Of is de werknemer niet meer in staat zijn functie te vervullen? Dan stelt de werkgever hem in staat scholing te volgen die het mogelijk maakt de arbeidsovereenkomst voort te zetten. Dit laatste voor zover dit redelijkerwijs van de werkgever verlangd kan worden. Hiermee voldoet de werkgever aan zijn wettelijke scholingsplicht van artikel 7:611a lid 1 BW.
  • De werkgever betaalt alle kosten van deze scholing. Hij mag die kosten niet verrekenen met de transitievergoeding.
  • De werknemer volgt de functiegerichte scholing indien mogelijk tijdens werktijd. Als dit niet mogelijk is, wordt de tijd dat de scholing wordt gevolgd gezien als arbeidstijd.

Heb jij een studieovereenkomst en heb je hier vragen over? Neem dan contact op met ons via uta@fnv.nl


Wet kwaliteitsborging

Bereid je voor op de Wet Kwaliteitsborging

Laatste update: 3 april 2023.

Op 14 maart 2023 heeft de Eerste Kamer besloten dat de nieuwe Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen per 1 januari 2024 definitief in werking treden. Doordat de wet een aantal keer is uitgesteld zal het dus nog even duren voor je er mee te maken krijgt. Toch is het belangrijk om je voor te bereiden op de nieuwe wet.

De Wkb wordt ingevoerd met als doel verbetering van de bouwkwaliteit en het bouwtoezicht. Het is hierbij ook de bedoeling dat de positie van de consument wordt verbeterd. De Wkb zal per 1 januari 2024 in fases worden ingevoerd. De wet zal eerst van toepassing zijn op bouwprojecten die vallen in de categorie van gevolgklasse 1, dit zijn de laag risico gebouwen. Op een later moment zal worden gekeken of en wanneer de wet voor complexere gebouwen gaat gelden.

Meer verantwoordelijkheid voor de aannemer

De Wkb zal een aantal belangrijke dingen veranderen bij de bouw. De aannemer is bij het aangaan of het uitvoeren van de overeenkomst verplicht de opdrachtgever te waarschuwen voor onjuistheden in de opdracht voor zover hij deze kende of redelijkerwijs behoorde te kennen. Naast de waarschuwingsplicht zal de aannemer ook verplicht een opleverdossier moeten opbouwen. Dit opleverdossier moet tekeningen, berekeningen, en onderhoudsvoorschriften bevatten.

De Wkb roept ook een nieuw figuur in het leven: de private kwaliteitsborger. Voorheen had de gemeente een grote rol bij de bouw. De rol van de gemeente wordt bij de nieuwe Wkb overgenomen door de kwaliteitsborger. De taak van deze onafhankelijke kwaliteitsborger is om te kijken of het bouwplan aan alle regels voldoet. Het huidige stelsel is zo ingericht dat de goedkeuring voor een bouwplan vooraf geschiedt. Straks moet de aannemer niet alleen vooraf, maar ook tijdens de bouw aantonen dat het bouwwerk aan alle eisen voldoet. Hierdoor neemt de verantwoordelijkheid en risicoaansprakelijkheid van de aannemer toe.

Proefprojecten

Het is straks dus belangrijk dat je tijdens de bouw dingen vastlegt en deze dingen ook op tijd vastlegt. Omdat het een nieuwe manier van werken is, is het belangrijk dat iedereen de tijd neemt om hiermee te oefenen. Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft in samenwerking met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) proefprojecten opgezet. Iedereen die wil bouwen onder gevolgklasse 1, kan zich aanmelden. Bij proefprojecten worden alle partijen betrokken alsof de Wkb al in werking is getreden. Dit is dé ideale mogelijkheid om alvast te gaan oefenen met de nieuwe regels die per 1 januari ingaan. Wil je een proefproject starten, dan is het belangrijk om tijdig dit met de gemeente te bespreken, het liefst voor het indienen van de aanvraag voor een omgevingsvergunning. Wanneer de gemeente de aanvraag goedkeurt, start het proefproject en zal de gemeente dit ook melden aan de VNG.
Om alvast te kunnen oefenen met de nieuw Wkb hoef je natuurlijk geen proefproject te starten, dit kun je ook zelf. Als je nu al begint met het vastleggen van je projecten volgens de nieuwe Wkb-norm, dan ben je gewend aan deze manier van werken wanneer de wet echt ingaat!


bouwvrijstelling stikstof

Grote gevolgen voor bouwsector na opheffing bouwvrijstelling

De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 2 november geconcludeerd dat de bouwvrijstelling voor stikstofdepositie niet voldoet aan het Europese natuurbeschermingsrecht. De vrijstelling mag daarom niet langer gebruikt worden voor bouwprojecten.

De Wet natuurbescherming bevatte sinds 1 juli 2021 de bouwvrijstelling. De bouw was hierdoor uitgezonderd van de stikstofregels. In de praktijk betekende dit dat bij de vergunningverlening van een project geen rekening hoefde te worden gehouden met de stikstofuitstoot van bepaalde bouwactiviteiten. Volgens de wetgever zou het complete pakket aan maatregelen ervoor zorgen dat de natuur dusdanig verbeterde, dat de stikstofgevolgen van bouwactiviteiten zouden wegvallen. De effecten van tijdelijke stikstofuitstoot op de natuur waren daardoor niet van belang, zolang een gebouw na de bouw geen stikstof meer uitstootte.

Streep door de bouwvrijstelling

De bouwsector heeft hier een jaar lang gebruik van kunnen maken, maar de Raad van State heeft op 2 november geconcludeerd dat de bouwvrijstelling niet voldoet aan het Europese natuurbeschermingsrecht. Er mag namelijk alleen toestemming voor een project worden gegeven als zeker is dat de individuele beschermde natuurgebieden geen schade oplopen. Hierin volgt de Raad van State eerdere rechtspraak van het Europese Hof van Justitie. De stikstof die bij bouwprojecten vrijkomt, kan daarom niet langer buiten beschouwing gelaten worden.

Gevolgen

Dit betekent echter niet dat er sprake is van een algehele bouwstop.  Er moet nu weer vooraf bekeken worden hoeveel stikstof bij elk bouwproject vrijkomt en wat daarvan de gevolgen zijn. Voor de bouwsector betekent dat nieuwe bouwprojecten veel vertraging zullen oplopen. Dergelijke berekeningen maken kost veel tijd en er is een tekort aan deskundigen die dit soort rapportages kunnen opstellen.

De uitspraak van het college heeft geen gevolgen voor projecten waarvoor al een definitieve vergunning is verleend. Voor vergunningen waartegen nog bewaar kan worden gemaakt, kan de uitspraak wel nadelig uitpakken. Voor nieuwe vergunningaanvragen geldt dat door berekeningen moet worden aangetoond dat de uitstoot binnen de regels valt. Ook kan er nog steeds toestemming worden gegeven voor projecten van groot openbaar belang als er geen andere alternatieven zijn en de natuurschade gecompenseerd wordt.

Werken aan oplossingen

“De gevolgen voor de bouw zijn verstrekkend’, aldus Bouwend Nederland voorzitter Maxime Verhagen tegen BouwTotaal. “Het kabinet zal als de bliksem piekbelasters moeten uitkopen om zo stikstofruimte vrij te maken voor natuur, bouw en nieuwe economische ontwikkelingen. Het kabinet kan het zichzelf niet veroorloven op de handen te blijven zitten. Actie is nu nodig. Dit duurt al drieënhalf jaar. Dat is onacceptabel. Om grote vertragingen te voorkomen zullen er naast de versnelde uitkoop van piekbelasters, meer experts moeten komen die stikstofberekeningen kunnen maken. Ook zal emissieloos bouwen topprioriteit moeten worden.” Ook de AFNL en NOA delen deze mening: ‘Wij roepen het kabinet op mee te investeren met de bouw, afbouw en infrasector om emissieloos bouwen in sneller tempo te kunnen realiseren. Er wordt al veel gedaan door de sector zelf om emissieloos te kunnen bouwen, maar extra investeringen zullen hard nodig zijn om ook dit proces te kunnen versnellen.”