woningnood

Leegstaand vastgoed ombouwen tegen woningnood

De woningnood kan een stuk sneller worden opgelost door het sneller ombouwen van leegstaand vastgoed tot woningen.

'Woningnood? 39 miljoen vierkante meter vastgoed staat leeg'. Zo meldt Sebastiaan Hameleers, CEO van transformatiebouwer Respace, in deze publicatie van Cobouw. Er is een groot gebrek aan woningen, en dit neemt toe. Adviesbureau Capital Value zegt dat het tekort groeit van nu 270.000 woningen, naar meer dan 300.000 woningen in 2024. Ondertussen moeten gemeenten komend jaar woonruimte vinden voor 13.500 statushouders en loopt het aantal vluchtelingen uit Oekraïne wekelijks op.

De druk op de woningmarkt is dus hoog. Onderweg naar de productie van jaarlijks 100.000 woningen is minister De Jonge bezig met het maken van afspraken met corporaties en gemeenten. Hij kijkt daarbij niet alleen naar nieuwbouw, maar wil het probleem ook deels oplossen door leegstaande gebouwen te transformeren tot woningen.

Regelgeving

Waar de minister uitgaat van maximaal 15.000 van die getransformeerde woningen per jaar, menen koplopers in de bouwsector dat dit aantal kan worden verdubbeld, mits De Jonge ‘verstikkende’ regeltjes aanpakt. Een deel van de oplossing is dat gemeenten meer ruimte zouden moeten krijgen om de bestemming van vastgoed makkelijker te wijzigen. Hameleers zegt dat de potentie van transformatie groter is dan nu veelal wordt aangenomen. Hij baseert zich op de Leegstandsmonitor 2021 van het CBS. “Nu al staat er 39 miljoen vierkante meter vastgoed leeg. Twintig miljoen daarvan heeft al een woonbestemming, de overige 19 miljoen bestaat uit lege kerken, bedrijfshallen en retail. Kortom. Het huidige woningtekort kun je al oplossen door die gebouwen te transformeren.”

Arbeidsmarkt

Is het gezien de bouwarbeidsmarkt wel mogelijk om dit idee uit te voeren? Volgens onderzoek van het EIB zal de spanning op de bouwarbeidsmarkt de komende tijd verder toenemen, vanwege de stevige productiestijging in 2022 en 2023. De nieuwbouw vormt hiervan de motor, in het bijzonder bij de woningbouw. De vergunningen voor woningnieuwbouw zijn in 2020 en 2021 sterk toegenomen en dit leidt met vertraging tot meer bouwproductie. Aangezien andere onderdelen van de bouw en infrasector naar verwachting ook bijdragen aan de groei, ontstaat een dynamisch productiebeeld voor de komende twee jaar.

Het productiebeeld zorgt ervoor dat de arbeidsvraag duidelijk verder toeneemt de komende twee jaar. De spanning op de arbeidsmarkt is al enige tijd voelbaar. Volgens het EIB (?) zijn er twee aspecten die de spanning iets kan doen afnemen. Ten eerste kan het ziekteverzuim naar verwachting weer terugkeren naar pre-coronaniveaus en daarmee de arbeidsproductiviteit stijgen. Ten tweede zullen de buitenlandse arbeidskrachten geleidelijke terugkeren. In 2021 waren al de eerste tekenen hiervan waar te nemen, en de verwachting is dat deze beweging ook dit jaar en in 2023 wordt doorgezet.

Niettemin blijft er een serieuze opgave om voldoende arbeidscapaciteit te realiseren in de bouwsector. Hierbij speelt mee dat de instroom uiteraard niet alleen de groei, maar ook de vervanging van arbeidskrachten moet opvangen. Bij dit laatste gaat het volgens het EIB om mensen die de sector verlaten vanwege pensionering of arbeidsongeschiktheid. Dit houdt in dat er de komende twee jaar zo’n 30.000 nieuwe arbeidskrachten moeten worden gemobiliseerd, naast ongeveer 8.000 extra buitenlandse arbeidskrachten. De woningopgave en de gespannen situatie op de arbeidsmarkt houden elkaar dus de komende jaren in de greep.