Wat betekent de verhoging van de pensioenpremie voor jou?

In de cao Bouw & Infra is afgesproken dat de premie stijgt van 25 naar 26% van de pensioengrondslag. Dat is niet hetzelfde als van het loon. Van het loon is de stijging voor werknemers ongeveer 0,2% van het nettoloon. Je betaalt namelijk over de eerste € 14.544 van je jaarsalaris geen pensioenpremie. Dat is ongeveer gelijk aan het bedrag van een AOW uitkering. Over het deel van je salaris dat uitstijgt boven € 63.854 betaal je ook geen premie. Ook betaal je over de pensioenpremie geen belasting en sociale premies. Daardoor is 26% over de pensioengrondslag (gelukkig) niet hetzelfde is als 26% van je loon.

Waarom verhoging van de premie?

Een verhoging van de premie is noodzakelijk doordat BPF Bouw moet rekenen met andere economische verwachtingen. Met name de zeer lage rente speelt hierbij een belangrijke rol. Dat is geen keuze van BPF Bouw, maar wordt wettelijk voorgeschreven.

Verder heeft BPF Bouw een ‘lage premiedekkingsgraad’. Dat betekent dat je (ongeveer) per ingelegde € 0,65 aan pensioenrechten € 1,00 bijgeboekt krijgt. Dat lijkt uiteraard een goed ding en voor de actieve deelnemers aan het fonds is dat het ook. Maar het pensioenfondsbestuur moet kijken naar alle groepen in het fonds. En gepensioneerden hebben hier een (klein) nadeel aan. Het fonds kan er iets minder (snel) door indexeren.

Door de afspraken in het pensioenakkoord gaan we in 2026 over naar een nieuw pensioenstelsel. Op dat moment is er een veel directere relatie tussen de pensioenpremie en de pensioenrechten bijboeking. De premiedekkingsgraad zal dan niet meer zo bestaan als nu. Je krijgt dan voor een euro inleg ook een euro bijboeking terug. Er veranderen nog een paar andere zaken, waardoor je straks niet opeens keldert in je pensioenopbouw, maar daarvoor is het wel van belang dat de premie de komende jaren stijgt. De stap die we in 2022 maken is een goede eerste stap.

Pensioenopbouw

Welke premie nodig is om de huidige pensioenopbouw in stand te houden is nog niet precies bekend. Dat wordt definitief berekend in het laatste kwartaal van 2021.  Met de cijfers van maart 2021 zijn voorlopige berekeningen gemaakt. Op basis van die berekeningen wordt ingeschat dat de premie 3% zou moeten stijgen (van 25% naar 28%) om de pensioenopbouw gelijk te houden. Er is nu afgesproken dat de premie in 2022 niet verder stijgt dan 26%. Dat betekent dat daarom de opbouw verlaagd zal worden. Je bouwt nu per jaar 1,738% van je pensioengrondslag aan ouderdomspensioen op. Dat zal waarschijnlijk iets lager worden. Met de cijfers van maart 2021 is dat ongeveer 1,6 %.

Het verlagen van opbouw heeft voor mensen die dicht op hun pensioen zitten minder grote consequenties dan mensen die er verder vanaf zitten. Je al opgebouwde pensioen wordt hier namelijk niet door beïnvloed. Alleen je toekomstige opbouw. Zodra het kan zullen we ons weer inzetten voor het terugbrengen van het opbouwpercentage. Bijvoorbeeld: UTA-medewerker met een maandloon van € 3.310,-: € 39 minder ouderdomspensioen (per jaar, levenslang)

Wil je meer informatie over je pensioen? Wij hebben onlangs alles over het pensioen van de UTA’er op een rijtje gezet. Download het ‘UTA pensioen e-book’ hier.